Het Arabisch is een Semitische taal. Deze taalfamilie hoort bij de Afro-Aziatische talen. Het Arabisch is hierdoor verwant aan onder andere het Maltees en het Hebreeuws. Er zijn tussen deze talen dan ook verschillende overeenkomsten te ontdekken. In het Arabisch wordt de Arabische taal Al 'Arabīya genoemd.
Oorspronkelijk werd het Arabisch gesproken op het Arabisch schiereiland. Doordat het Arabisch onlosmakelijk verbonden is met de Islam, verspreidde het Arabisch zich samen met de Islam over een groot gebied. Dit gebied strekt van het Midden-Oosten tot Noord-Afrika. De lokale talen die in deze gebieden gesproken werden, zijn deels vervangen door het Arabisch. Er zijn in deze landen echter ook veel lokale talen die naast het Arabisch zijn blijven bestaan. Een voorbeeld hiervan is de Berberse taal in Marokko.
Doordat de taal over een groot verbied verspreid is, zijn er verschillende Arabische dialecten te vinden. Deze verschillen van land tot land en ook tussen steden kunnen er verschillen zijn. Ook wijkt het Arabisch dat vandaag de dag gebruikt wordt af van het klassieke Arabisch. Het Arabisch dat tegenwoordig wordt gebruikt, wordt modern standaard Arabisch genoemd. Dit Arabisch wordt in de media gebruikt en vind je terug in boeken. Op straat wordt doorgaans echter het plaatselijke Arabische dialect gesproken. Het klassieke Arabisch wordt Fosha genoemd. Fosha vind je vooral terug in de klassieke geschriften.
In de geschiedenis zijn er vele belangrijke werken in het Arabisch geschreven. Bijvoorbeeld op het gebied van wiskunde, astrologie en filosofie. Daarnaast is het Arabisch ook voor de vele moslims wereldwijd een belangrijke taal omdat de Koran in het Arabisch is geschreven. De kwantitatieve, culturele, politieke en religieuze waarde van deze taal werd in 1973 officieel erkend. Toen benoemde de VN het Arabisch namelijk als zesde wereldtaal. Andere wereldtalen zijn Engels, Frans, Spaans, Chinees en Russisch.
Zoals gezegd is het Arabisch wijdverspreid, van het Midden-Oosten tot Noord-Afrika. Hieronder vind je een lijst van landen waar het Arabisch een officiële taal van het land is:
Wil jij Arabisch leren? Dan heb je verschillende opties. Hieronder vind je de meest bekende opties op een rijtje.
• Zelfstudie Arabisch
Je kan ervoor kiezen om volledig zelfstandig te studeren. Op internet is veel materiaal te vinden en er zijn ook vele zelfstudie boeken te koop. Hiervoor heb je echter wel veel discipline nodig. Als je voor deze manier van Arabisch leren kiest, is het aan te raden om ook audio of video te gebruiken bij je studie, zodat je de juiste uitspraak kan leren.
• Thuiscursus Arabisch
Thuiscursussen zijn ontzettend populair als het gaat om talen leren. Als je voor een thuiscursus Arabisch kiest, krijg je het lesmateriaal thuisgestuurd. Vervolgens kan je in je eigen tempo studeren, terwijl je wel profiteert van de duidelijke structuur die een thuiscursus je biedt. Bij de meeste thuiscursussen krijg je een eigen docent toegewezen, met wie je via email contact onderhoudt.
• Online cursus Arabisch
Er zijn ook vele online cursussen Arabisch te vinden. Het grote voordeel hiervan is dat deze cursussen meestal gratis zijn. Het nadeel is dat de meeste online cursussen enkel het basisniveau behandelen. Ook zijn de meeste online cursussen Engelstalig.
• Klassikale cursus Arabisch
Je kan natuurlijk ook gewoon een klassikale cursus Arabisch volgen. Door het directe contact dat je hierbij hebt, krijg je de uitspraak van het Arabisch vaak beter onder de knie. Het nadeel van een klassikale cursus is dat je gebonden bent aan vaste tijden.
Als je Arabisch wilt leren, begin je meestal met het alfabet. Het Arabisch kent namelijk een eigen schrift, met verschillende klanken die een Nederlandstalig persoon vreemd in de oren zullen klinken. Dit zijn vooral de zogenaamde keelklanken. Opvallend aan het Arabische schrift is dat het van rechts naar links wordt geschreven. Een Arabische tekst begint dus rechts bovenaan een pagina, en eindigt links onderaan.
Doordat het Arabische alfabet geen overeenkomsten heeft met het alfabet dat wij gebruiken, ziet het er ontzettend moeilijk uit. Wil je serieus Arabisch leren? Dan ontkom je er niet aan om je het alfabet eigen te maken. Zodra je het Arabische alfabet onder de knie hebt, kan je beginnen met het leren van woorden, grammatica en zinnen.
Het Arabische alfabet bestaat uit 28 letters. Al deze letters zijn medeklinkers. Het Arabische alfabet is daarom een consonantenalfabet. De klinkers worden in het Arabisch aangegeven door tekentjes net boven en onder de medeklinkers. Er zijn drie verschillende klinkers: ‘a’, ‘i’ en ‘oe’. In veel dialecten wordt de ‘a’ echter als een ‘e’ uitgesproken. De drie klinkers kennen allen ook een verlengde vorm.
De verschillende klinkertekens worden in het Arabische schrift ook vaak weggelaten. Arabisch lezen zonder de klinkertekens, is echter alleen voor gevorderden weggelegd. Je hebt een ruime woordenschat nodig om zelf aan de hand van de context in te schatten welk woord bedoeld wordt. Arabisch wordt altijd aan elkaar geschreven, je zult geen Arabische teksten vinden waarbij de letters allemaal los van elkaar staan.
Wat het Arabisch alfabet leren wat moeilijker maakt, is het feit dat iedere letter verschillende vormen heeft. De vorm van de letters is afhankelijk van de plaats die de letter in het gehele woord inneemt. Dezelfde letter heeft aan het begin van een woord dus een andere vorm dan in het midden of aan het einde van het woord.
Het Arabische alfabet wordt niet alleen voor het Arabisch gebruikt. Ook het Perzisch en Urdu worden met het Arabische alfabet geschreven.
Het Arabisch en het Nederland staan ver van elkaar af, maar toch zijn er in het Nederlands verschillende Arabische leenwoorden te vinden. Enkele voorbeelden van woorden die helemaal Hollands zijn geworden, maar oorspronkelijk van het Arabisch komen zijn: