Je speelt tennis 1 tegen 1 of 2 tegen 2, dit noem je ook wel enkelspel en dubbelspel. Hier word er een bal over de netten gespeeld. De spelers moeten de bal slaan met hun racket. Met deze slagen probeer je om het je tegenstander moeilijk te maken om de bal terug te spelen. Mensen spelen tennis in hun vrije tijd om gewoon plezier te hebben of ze spelen tenniswedstrijden. Als je tennis als sport wilt doen ben je meestal aangesloten bij een tennisvereniging. De KNLTB is de Nederlandse organisatie van de sport tennis. Er bestaan tennisseizoenen, je hebt hierin vier grote toernooien in 1 seizoen. Je kan dit ook wel grandslamtoernooien noemen. Je hebt namelijk de toernooien: Australian Open, Roland Garros, Wimbledon en US Open. Deze 4 toernooien worden door het seizoen gehouden.
Als het spel begint staat degene die mag serveren achter de basislijn, hier begint de opslag. Bij de opslag is het de bedoeling dat je de bal met 1 hand omhoog gooit, en dan met de racket die je in je andere hand hebt, de bal slaat. Je hebt een keuze of je doet het bovenhands of onderhands. Tijdens het serveren moet je in een keer de bal naar de tegenstanders slaan zonder dat je eigen helft raakt of het net. Als je de bal toch tegen het net slaat, krijg je een let en kan je daarna nog een keer proberen om te serveren. Als de bal die aankomt bij de tegenstander teruggeslagen word noem je dat een return. Faalt de tegenstander erin om je bal terug te slaan tijdens het serveren, dan noem je dat een ace. De eerste keer dat je faalt met serveren krijg je geen puntenverlies. Gebeurt dit een tweede keer tijdens het serveren, dan krijgt je tegenstander een punt. Je moet ook opletten dat je voet niet de achterlijn raakt, als je die toch aanraakt is je service hoe dan ook fout. Als je een goede service hebt, kan je zeggen dat je meer kans hebt om de ronde te winnen.
Als je tennis speelt zijn er verschillende slagen. Je hebt de volgende slagen bij tennis genaamd:
De tennisbaan is verdeeld in 2 stukken, in het midden bevindt zich een net. Daarnaast is elk van deze stukken weer verdeeld in 3 vlakken. Deze 3 vlakken bestaan uit de twee voorvlakken en een achtervlak. Daarnaast zijn er ook nog lijnen je hebt de basislijn die de achterste lijn is en dan heb je nog de middellijn deze is zoals de naam al zegt, in het midden tussen de twee helften. De lijnen die de vakken apart houden van elkaar zijn wit. Als je de bal buiten het veld slaat, krijgt de tegenstander een punt omdat de bal dan uit is. Waarop je speelt kan verschillend, wat voor grond het is. De professionele tennissers spelen meestal grave of gras. Eerst speelde ze veel op tapijt alleen dat word al sinds 2009 bijna niet meer gedaan.
Bij tennis heb je verschillende materialen nodig zoals een bal, kleding en een racket. Bij kleding droegen de meeste spelers vroeger altijd witte kleding. Wimbledon is het enigste toernooi waar het nog steeds moet. Een man kiest meestal voor een polo of gewoon een normaal T-shirt met daaronder een korte broek. Bij een vrouw kleed zich meestal met een korte broek/tennisrok en een shirt, ook kunnen ze een tennisjurkje aan doen. Met schoenen zijn er ook speciale tennisschoenen en als je wilt kan je ook gebruik maken van tennishandschoenen. De bal bij tennis is ongeveer 6,7 centimeter. Hij weegt ongeveer 58 gram en kan stuiteren tot 1,47 meter hoog. De ballen waarmee je speelt kan verschillen, zo hebben sommige bijvoorbeeld geen druk, en sommige die harder zijn. In een officiële wedstrijd is de kleur van de bal voornamelijk geel. De rackets die vandaag de dag worden gebruikt zijn tot 65 cm lang, dit geld alleen voor jonge spelers. Wanneer je ouder word, word je racket 70 cm. De lengte is niet het enigste wat verschil kan hebben, ook het oppervlakte waarmee je slaat. Als je bijvoorbeeld een groter oppervlakte heb zou je eventueel harder kunnen slaan, maar ben je minder precies. Als je namelijk een kleinere oppervlakte zou hebben ben je preciezer.
De puntentelling die we vandaag de dag gebruiken, komt waarschijnlijk uit de middeleeuwen en is ontstaan in Frankrijk. Bij de puntentelling word er gebruik gemaakt van 15, 30, 40, set, game en match.
Er zijn verschillende verhalen over hoe nou oorspronkelijk de puntentelling is ontstaan van tennis. Er is een oude prent gevonden die uit 1615 komt en was van Chrispijn van de Passe. Op deze prent stond een tennisbaan waarbij ook nog andere dingen te zien waren zoals tennisballen en muntstukken. Dit liet mensen denken dat ze vroeger tennis speelde om geld. In de middeleeuwen had je 60 cent als munteenheid, hierdoor verzonnen ze om per punt een kwartje te krijgen (15 cent) als eind resultaat dat als je gewonnen had de 60 cent kreeg. Later verviel de 45 en werd het 40. Je hebt ook nog een ander verhaal dat het te maken heeft met een klok. Dat ze een klok gebruikte om de punten aan te geven. Ze deelde hierbij de klok in vier stukken, dit telde voor ieder stuk één punt. Een punt kon je verdienen als je een game gewonnen had. Ze hadden als eerst de wijzer bij 15 gezet, vervolgd door 30, 45 en 60.