Voordat je begin met het schrijven van fantasy moet je huiswerk hebben gedaan. Vind een lijst van de beste fantasy boeken en lees het merendeel (of alles) hiervan of verdiep je in ieder geval in het werk van de auteurs.
Om je een begin te geven verdiep je in het werk van:
Deze schrijvers hebben allemaal een unieke eigen style; werelden met een eigen setting en unieke verhalen.
Het lezen van topwerk inspireert en motiveert. Kijk kritisch naar de boeken; waarom is dit populair? Wat heeft deze auteur anders gedaan? Wat vinden lezers nou juist leuk aan deze wereld? Analyseer en leer.
Fantasy staat er bekend om; ingewikkelde namen die moeilijk uit te spreken zijn. Probeer dit zoveel mogelijk te voorkomen! Een ingewikkelde naam die niemand kan uitspreken trekt je direct uit het verhaal. Bovendien is het moeilijker om karakters uit elkaar te houden en je in te leven in een personage.
Het is geen probleem om een unieke naam te geven of een twist op klassieke namen. Sterker nog dit onderscheid je boek juist maar je moet niet overboord gaan en een naam verzinnen zonder klinkers.
Zeker in de afgelopen jaren is fantasy aan het veranderen; lezers willen niet de verhalen waar er al honderden van zijn. Dit betekend niet dat je geen elfen of dwergen in je verhaal mag gebruiken maar dat als je dit wel doet je moet oppassen.
Kan je een twist geven aan de klassieke norse dwerg? Of de draak die een schat bewaakt? De oude man die jonge held een wijze les leert?
Als je veel fantasy heb gelezen weet je dan ook welke elementen je vaak terug ziet. Vermijd deze of verzin er een nieuwe twist op.
Het is misschien een saai onderwerp maar infrastructuur is belangrijk en iets wat je voor het schrijven al over na moet nadenken: Hoe reizen je karakters en hoeveel afstand kunnen ze in een dag afleggen? Kan je een brief sturen en komt deze binnen enkele dagen aan of moet je een koerier huren? Hoe zijn steden met elkaar verbonden en zijn de wegen veilig?
Dergelijke details helpen niet alleen je wereld tot leven te brengen ze zijn ook cruciaal voor het plot. Je hele verhaal kan in elkaar vallen als je niet goed rekening hebt gehouden met de afstand tussen twee steden of hoe lang het duurt om een leger in paraat te brengen.
Vertel je je verhaal uit de ogen van één karakter of meerdere? Schrijf je in de ‘ik’ vorm? Zijn alle karakters menselijk?
Schrijven uit een ander perspectief kan je verhaal extra spanning geven, je kan dingen verstoppen voor de lezer of juist overduidelijk maken. Dit kan een enorme impact hebben op hoe je verhaal verloopt dus het is belangrijk om deze keuze vroeg te maken.
Omdat je schrijf in een nieuwe wereld is het erg verleidelijk om alles in haarfijne details uit te leggen aan je lezer. Je kan meerdere bladzijdes wijden aan de omgeving, temperatuur en elke centimeter van het land.
Jijzelf moet goed bekend zijn met deze en alle andere details maar de kunst is in het vertellen van net genoeg om je lezer in het verhaal te brengen. Vertel je te veel leest je boek al snel als een studieboek of stoffig geschiedenis boek. Bij te weinig details is de kans groot dat je lezer niet geïnvesteerd in het verhaal is.
Dit wordt ook wel eens een “infodump” genoemd. Een opsomming van feiten en details die niet relevant zijn voor je verhaal. Naast dat het ongemakkelijk leest is het ook zonden van je beperkt aantal woorden (zie hieronder).
Bij fantasy boeken denk je al snel aan grote leer gebonden boeken van een meter dik. Hoewel een lang diepgaand verhaal een groot onderdeel van fantasy is betekend dit niet dat je zinnen moet opvullen. Sterker nog; je wil zo kort en bondig mogelijk zijn.
Zie jezelf als een tuinman en een zin of paragraaf als een heg. Vraag niet “wat voegt deze zin toe?” maar “is deze tekst nog begrijpelijk als ik deze informatie weglaat?”. Dit klinkt makkelijker dan het is; er kan veel tijd in het “verkorte” van je werk gaan zitten. Daarom duurt het schrijven van een korte brief veel langer dan het schrijven van een langere brief.
“Less is more” is dan ook bekend mantra in de schrijfwereld. Je wil vulwoorden weglaten en in korte bondige zinnen je verhaal vertellen.
In de laatste jaren en mede dankzij de populariteit van schrijvers als George R. R. Martin en Joe Abercrombie zien we steeds meer “grijze” karakters. Deze termen komen uit vroegere Westernfilms: de slechteriken hadden altijd een zwarte hoed (black hat) en de held van het verhaal een witte hoed (white hat). Dit toonde het contract tussen de twee en maakt het makkelijk om ze te onderscheiden.
Tegenwoordig wil je juist karakters makken die tussen het “goed” en “slecht” inzitten: grijs. Karakters die zonder reden slecht zijn worden al heel snel één dynamisch. Zelfs de grootste schurft kan een liefde hebben voor puppies. Dit is ook zo voor de andere kant van het spectrum: de goeierik moet een aantal trekjes hebben die hem onvoorspelbaar maakt. Dit houdt je karakters fris en brengt ze tot leven.
Met al deze tips gegeven laten we je met een laatste: schrijf niet naar een checklist. Je hoef niet alle hokjes aan te vinken om een goed verhaal te schrijven.
Het is jouw verhaal en je kan doen wat je wil, er is geen fout antwoord. Durf om anders te zijn. Misschien introduceer je wel een nieuwe genre; het is eerder gebeurd.
Als je een ding haal uit deze tips is hopelijk dat het belangrijk is om je te onderscheiden. Veel plezier met het schrijven van je fantasy boek! Het is een behoorlijke klus om een verhaal te bedenken en een nog grotere klus om deze op papier te zetten.