Het eerste mobiele telefoongesprek werd gevoerd door Martin Cooper van Motorola. Op 3 april 1973 belde hij Joel Engel, zijn concurrent bij AT&T die op dat moment ook bezig was met de ontwikkeling van de eerste mobiele telefoon. Zijn woorden waren: ‘Joel, ik ben je met een echte mobiele telefoon. Een draagbare handheld telefoon.’ Deze levens veranderende ontwikkeling stamt dus al uit 1973. Het zou echter nog zeker tien jaar duren voordat consumenten toegang kregen tot mobiele telefoons.
Martin Cooper (Chicago, 28 september 1928) is een Amerikaanse uitvinder en ondernemer. Hij studeerde elektrotechniek en diende in het leger tijdens de Koreaanse oorlog. In 1954 werd hij aangenomen bij Motorola, waar hij overdag werkte. In de avonduren studeerde hij voor zijn masterdiploma en na het behalen hiervan gaf hij ’s avonds les aan de universiteit.
Bij Motorola werkte hij vooral aan de verbetering van de telecommunicatie en werkte hij aan producten op het gebied van draagbare communicatie, zoals een draagbare politieradio in 1967. Begin jaren ’70 werd hij aan het hoofd gezet van Motorola’s autotelefoonafdeling. Dit was de eerste stap richting Coopers droom van het ontwikkelen van een draagbare telefoon voor consumenten. In zijn visie zouden telefoons niet slechts voor de auto of in huis moeten zijn, maar zou iedereen op straat gebruik moeten kunnen maken van telefoons. Dit leidde tot het bedenken, ontwikkelen en bouwen van het eerste prototype in 1973.
De eerste mobiele telefoon was het prototype van de Motorola DynaTAC 8000X. Dit prototype was nog niet erg praktisch. Het had het formaat van een baksteen en woog meer dan een kilo. Je moest dus flink sjouwen om mobiel bereikbaar te zijn. Er moest dus nog flink gesleuteld worden aan dit prototype, waardoor de eerste mobiele telefoon pas in 1983 op de markt kwam voor consumenten.
Voor de Motorola DynaTAC 8000X betaalde je ongeveer evenveel als voor een kleine auto, dus hij was zeker nog niet voor iedereen beschikbaar. De telefoon kostte namelijk zo’n 4.000 dollar, wat met inflatie neerkomt op ongeveer 6.500 dollar. Cooper was desalniettemin erg trots op zijn uitvinding, zeker omdat hij hiermee AT&T dwarsboomde. Dit bedrijf werkte tegelijkertijd aan de mobiele telefoon en was van plan om een monopolie te starten op het product. Dit heeft Cooper met zijn uitvinding gelukkig weten te voorkomen. Dat hij nog steeds meedoet op het gebied van telecommunicatie bewijst het actieve twitteraccount van de bejaarde uitvinder.
Cooper en Motorola hebben ook de primeur met de eerste flip-telefoon, dus een mobiele telefoon met een klepje. In 1989 kwam namelijk de Motorola MicroTAC op de markt, een werkelijk revolutionaire uitvinding. Het apparaat woog nog steeds zo’n 340 gram, maar het toestel was uitzonderlijk klein voor die tijd.
Wij denken allemaal dat de eerste smartphones pas met de komst van de iPhone op de markt kwamen. Dit is echter niet het geval. De allereerste smartphone dateert al uit 1993 en was van IBM. De IBM Simon kwam in 1993 in de Verenigde Staten op de markt. Als je ‘m wilde hebben, moest je daar ongeveer 899 dollar voor neertellen. Het toestel kon gebruikt worden als kalender en adressenboek. Ook zat er een klok in, een rekenmachine en een kladblok. Het was zelfs mogelijk om e-mails te versturen en er zaten enkele spelletjes op de IMB Simon. Het was echt een revolutionair apparaat. De telefoon is zo beroemd dat hij zelfs een rol speelt in een film, namelijk ‘The Net’ (1995) met Sandra Bullock.
Toen Nokia zijn 3210 op de markt bracht, ontplofte de verkoop van mobiele telefoons. De Nokia 3210 was niet alleen een technologisch hoogstand apparaat, het was de eerste mobiele telefoon die echt ‘hip’ was. Dit was vooral te danken aan de verwisselbare frontjes van het mobiele apparaat. Voor een klein bedrag kon je overal de meest uiteenlopende frontjes kopen. Van simpel rood of zwart tot de meest waanzinnige prints en afbeeldingen.
De 3210 kwam in 1998 op de markt en had, naast verwisselbare frontjes, een ingebouwde antenne en de bekende T9-tekstvoorspelling. Met de komst van T9 werd het mogelijk om een stuk sneller te sms’en. Vroeger moest je namelijk nog meerdere malen op een toets drukken tot de letter van je keuze verscheen. Met T9 voorspelde het apparaat welk woord je wilde gaan spellen, wat sms’en een stuk sneller en makkelijker maakte. Nog populairder dan de 3210 was de Nokia 3310. Deze verving de 3210 in het jaar 2000 en werd zo’n 126 miljoen keer verkocht. Hiermee is het een van de populairste telefoons aller tijden.
Als er iets voor een revolutie op het gebied van mobiele telefonie heeft gezorgd, is het wel de cameratelefoon. De eerste telefoon met een ingebouwde camera was de Sharp J-SH04. Dit apparaat verscheen in november 2000 in Japan. Het bevatte een 0,1 megapixel camera, waarmee je foto’s kon nemen met 110.000 pixels. De J-SH04 was ook het eerste toestel met een kleurendisplay (met 256 kleuren).
De eerste foto die ooit gedeeld is via mobiele telefoons stamt overigens uit 1997. Uitvinder en technologisch entrepreneur Phillipe Kahn nam met een normale camera een foto van zijn pasgeboren dochter en stuurde de foto via zijn telefoon naar 2.000 contactpersonen.
In 2002 bracht Nokia de Nokia 6650 op de markt, waarmee je op internet kon. Het was een van de eerste telefoons waarmee je snelle toegang had tot internet. Met de VGA camera van de Nokia 6650 kon je hoge resolutie foto’s nemen en was het zelfs mogelijk om video’s op te nemen. Helaas bestond YouTube nog niet, waardoor je de video’s niet met veel mensen kon delen. Verder dan je Hyvesaccount kwam het meestal niet.
De iPhone heeft de mobiele telefoniemarkt ingrijpend veranderd. Het uitkomen van de eerste iPhone was een zeer spannend evenement. Een van de bekendste geruchten was dat onze koning er een besteld had. De iPhone 2G kwam uit in 2007 en was de eerste in de reeks zeer populaire iPhones. Het mobiele besturingssysteem iOS maakte het toestel zeer gebruiksvriendelijke en zorgde ervoor dat smartphones nu ook goed te gebruiken waren door minder technisch onderlegde consumenten.
Apple introduceerde daarnaast de App Store, de online winkel waarin gebruikers applicaties voor hun iPhone konden aanschaffen. Dit ontketende de miljoenen business die het ontwikkelen van apps inmiddels is. ‘There’s an app for that’ werd een populair begrip.
Google kon natuurlijk niet achterblijven in de ontwikkelingen en bracht in 2010 een eigen smartphone op de markt met een eigen besturingssysteem: Android. Dit besturingssysteem beleefde haar première in 2010 met de komst van de Nexus One. Deze mobiele apparaten kunnen vrijwel alles. De mogelijkheden zijn veel uitgebreider dan die van iOS en veel gebruikers zweren daarom bij Android. De besturing is echter minder intuïtief dan die van iOS, waardoor Apple nog steeds erg populair blijft. Android wordt vooral gewaardeerd door de wat technischere gebruiker, omdat dit besturingssysteem hen veel meer mogelijkheden biedt dan iOS.
