Met uitzondering van de eerste opslag, zijn de regels over het algemeen als volgt: spelers moeten toestaan dat een bal die naar hen toe wordt gespeeld één keer op hun kant van de tafel stuitert, en moet de bal zo terugspelen dat hij minstens één keer aan de andere kant stuitert. Er wordt een punt gescoord wanneer een speler de bal niet binnen de regels terugslaat. Het spel is snel en vraagt om snelle reacties. Het geven van effect aan de bal zorgt ervoor dat de baan van de bal verandert en beperkt de opties van de tegenstander, waardoor degene die aan slag is een groot voordeel heeft.
Tafeltennis wordt bestuurd door de wereldwijde organisatie, de International Table Tennis Federation (ITTF), opgericht in 1926. ITTF omvat momenteel 226 aangesloten verenigingen. De officiële tafeltennisregels zijn gespecificeerd in het ITTF-handboek en tafeltennis is sinds 1988 een Olympische sport met verschillende evenementcategorieën. Van 1988 tot 2004 waren dit:
Sinds 2008 wordt er een teamevenement gespeeld in plaats van het dubbelspel.
De sport is ontstaan in het Victoriaanse Engeland, waar het werd gespeeld onder de hogere klasse als een gezelschapsspel na het eten. Er wordt beweerd dat geïmproviseerde versies van het spel werden ontwikkeld door Britse militaire officieren in India rond de jaren 1860 of 1870, die het meebrachten. Een rij boeken deed in het begin dienst als een net in het midden van de tafel, nog twee boeken dienden als rackets en werden gebruikt om een golfbal te slaan. Het spel werd al "ping-pong" genoemd voordat de Britse fabrikant J. Jaques & Son Ltd er in 1901 een handelsmerk van maakte. Jacques bracht kort daarna spellen op de markt onder de naam "ping-pong". De spellen van deze Jacques waren duur in die tijd. Andere fabrikanten kwamen ook met producten op de markt. Goedkoper en onder de naam tafeltennis. Een soortgelijke situatie deed zich voor in de Verenigde Staten, waar Jaques de rechten op "pingpong" aan de Parker Brothers verkocht. Parker Brothers maakten het in de jaren 20 de verschillende verenigingen lastig doordat zij de naam "ping-pong" niet meer van de Parker Brothers konden gebruiken, vanwege de rechten. Dat was in Amerika het moment dat veel verenigingen hun naam veranderden in 'tafeltennis".
De volgende grote innovatie was van James W. Gibb, een Britse tafeltennisliefhebber, die tijdens een reis naar de VS in 1901 nieuwe celluloidballen ontdekte en vond dat ze ideaal waren voor het spel. Dit werd gevolgd door E.C. Goode, die in 1901 de moderne versie van het racket uitvond door een vel noppen of gestippeld rubber aan het houten blad te bevestigen. Tafeltennis groeide in 1901 in populariteit in die mate dat er toernooien werden georganiseerd, boeken over het onderwerp werden geschreven en in 1902 een onofficieel wereldkampioenschap werd gehouden. In die vroege dagen was het scoresysteem hetzelfde als in het gewone tennis. Hoewel er in 1910 zowel een "Tafeltennisvereniging" als een "Pingpongvereniging" bestond, werd er in 1921 een nieuwe tafeltennisvereniging opgericht, die in 1926 de Engelse tafeltennisvereniging werd genoemd. De International Table Tennis Federation (ITTF) volgde in 1926. Londen was gastheer van de eerste officiële Wereldkampioenschappen in 1926. In 1933 werd de United States Table Tennis Association, nu USA Table Tennis genoemd, opgericht.
In de jaren dertig schreef Edgar Snow in Red Star Over China dat de communistische krachten in de Chinese burgeroorlog een "passie hadden voor het Engelse tafeltennisspel", dat hij "bizar" vond. Aan de andere kant nam de populariteit van de sport in de Sovjet-Unie in de jaren dertig af, deels vanwege de promotie van team- en militaire sporten, en deels vanwege de theorie dat het spel nadelige gezondheidseffecten had.
In de jaren vijftig veranderden de batjes. De noppen werden vervangen door een rubberen toplaag, met daaronder een sponslaag. Dit veranderde het spel enorm. Er kwam meer effect in het spel en het spel werd er sneller door. Deze werden in Groot-Brittannië geïntroduceerd door fabrikant van sportartikelen S.W. Hancock Ltd. Het gebruik van speedlijm vanaf het midden van de jaren tachtig verhoogde het effect en snelheid nog verder, wat resulteerde in veranderingen aan de uitrusting om het spel te vertragen. Tafeltennis werd geïntroduceerd als een Olympische sport op de Olympische Spelen van 1988.
Na de Olympische Spelen van 2000 in Sydney voerde de ITTF verschillende regelwijzigingen door die bedoeld waren om tafeltennis levensvatbaarder te maken als kijksport op televisie. Ten eerste werden de oudere 38 mm (1,50 inch) ballen officieel vervangen door 40 mm (1,57 inch) ballen in oktober 2000. Dit verhoogde de luchtweerstand van de bal en vertraagde het spel effectief. Tegen die tijd waren spelers begonnen met het vergroten van de dikte van de snelle sponslaag op hun batjes, waardoor het spel buitengewoon snel en moeilijk te bekijken was op televisie. Een paar maanden later veranderde de ITTF van een 21-punten- naar een 11-puntensysteem (en de serveerrotatie werd teruggebracht van vijf naar twee), met ingang van september 2001. Dit was bedoeld om games sneller en opwindender te maken.
De ITTF heeft ook de regels voor service gewijzigd om te voorkomen dat een speler de bal verbergt tijdens service, om de gemiddelde duur van rally's te vergroten en het voordeel van de serveerder te verkleinen, met ingang van 2002. Om de tegenstander tijd te geven om te beseffen dat er een opslag plaatsvindt, moet de bal minimaal 16 centimeter (6,3 inch) in de lucht worden gegooid. De ITTF stelt dat alle evenementen na juli 2014 worden gespeeld met een nieuwe bal van poly-materiaal in plaats van celluloid.
En in Nederland? Daar begon het allemaal met de gebroeders Heemskerk. In 1939 verkochten zij aan de plaatselijke tafeltennisvereniging De Treffers uit Roelofarendsveen hun eerste tafeltennistafel. Dit werd nog allemaal gedaan vanuit hun scheeps- en timmerbouw fabriek. In de jaren 60 splitsten twee van de 4 broers zich af en gingen alleen door met tafeltennis. Daarna brak in de jaren 80 Nederlands bekendste tafeltennisser Bettine Vriesekoop door. Daarvoor was ze door Heemskerk op trainingsstage naar China gestuurd en dat wierp zijn vruchten af. Daarna ging het in Nederland wat minder met tafeltennis, maar inmiddels mag tafeltennis zich weer verheugen op een hernieuwde belangstelling.
