Een verfspuit is een vat met een spuit dat via een slang met een compressor is verbonden. Dit kan je voor zowel grote als kleine projecten gebruiken. Zo heb je een vat van een liter voor het aanbrengen van lak op een auto. Voor een klein project wordt een vat gebruikt van enkele kubieke centimeters.
Welke verfspuit is raadzaam om te kiezen? Dat is afhankelijk van de klus die je wilt uitvoeren. Voor kleine klussen zijn er verfpistolen waar het reservoir aan de machine vastzit. Je kan weinig verf kwijt in je beker. Wil je bijvoorbeeld je auto lakken? Dan is een verfspuit met een apart reservoir voor op de grond geschikter. De machine zit door middel van een slang vast aan de beker, waardoor je voldoende met de machine kan bewegen.
Hieronder heb ik alle type verfspuiten voor je op een rij gezet. Je hebt HEA, HVLP, XVLP en airless verfspuiten. Wat zijn de verschillen tussen deze verfspuiten?
Airless: Met een airless verfspuit spuit je onder hoge druk, zonder luchtmantel door een spuitopening. De verf gaat hierbij door een nauwe opening. Je kan het vergelijken met water dat door een tuinslang gaat. Als je op een tuinslang drukt, wordt de straal harder.
Het voordeel van een airless spuit is dat je je hiermee kan richten op grote projecten. Denk hierbij aan hallen, loodsen en projecten van vele vierkante meters. Nadelen zijn dat het minder gebruiksvriendelijk is en best wat geluid maakt.
HEA: HEA is een combinatie van airless en HVLP. Een HEA is gebruiksvriendelijker dan airless. Een HEA spuit heeft minder vermogen dan een airless. Deze verfspuit maakt minder geluid en kan dikkere verven aan. Bovendien heeft het niet veel spuitnevel. Deze techniek is geschikt voor intensief gebruik. Een HEA verfspuit heeft minder vermogen dan een airless verfspuit. Het resultaat bij een HEA is dan ook beter. HEA verfspuiten zijn onder andere geschikt voor binnen- en buitenmuren, vloeren en meubels.
HVLP: HVLP verfspuiten hebben veel volume en een lage druk. Daardoor hebben zij maar weinig spuitnevel. Deze verfspuiten zijn onder andere geschikt latex en beitsen. HVLP wordt vaak gebruikt door consumenten. De verfspuiten werken langzamer dan bijvoorbeeld airless machines. HVLP is gebruiksvriendelijk en zorgt voor relatief weinig spuitnevel. Het reinigen van de automatische functie gaat snel.
XVLP: Een XVLP wordt ingezet voor de kleinere projecten. Voorbeelden zijn deuren, kozijnen en wanden. Het voordeel is dat nagenoeg ieder verf met een XVLP verfspuit gebruikt kan worden. De voordelen zijn dat je weinig spuitnevel hebt in vergelijk met airless, het gebruiksvriendelijk is en je makkelijker van kleuren kan wisselen. Een XVLP verfspuit zit aan een spuitpistool vast. In deze verfspuit kan een liter, waarmee je gemiddeld genomen zeven vierkante meter verf kan spuiten.
Je doet er goed aan een afstand te bewaren van tussen de 15 en 25 centimeter. Sta je te dichtbij? Dan kan de verf zich niet verspreiden. De straal blijft te dik met veel druppels en vlekken. Met rollers zou je dit ook krijgen. Als je het te ver weg doet gaat een deel van de verf al verloren voordat het de muur heeft bereikt. Je krijgt dan te maken met spuitnevel.
Spuitnevel ontstaat als de afstand tot het project te groot is. De lak droogt dan al in de lucht en slaat als spuitnevel neer op het oppervlak. Het is belangrijk rekening te houden met de spuitafstand door in de werkinstructie te kijken.
Zorg er daarom voor dat de lak altijd wordt gespoten op een windstille plek. Hierbij voorkom je dat deeltjes van de spuitnevel op het natte, gelakte oppervlak terecht komen. De hoeveelheid spuitnevel is afhankelijk van je gebruik, de windomstandheden en de hoeveelheid lak.
Spuitnevel kan zich tot tien meter verspreiden. Daarom is het raadzaam om je gevel goed af te dekken met bijvoorbeeld een oud kleed.
De hoeveelheid verf dat uit je verfspuit komt wordt ook wel verfopbrengst genoemd. Het is niet zo dat je ten allen tijde zo veel mogelijk verf per minuut uit je spuit wilt hebben. Als je stel een radiator wilt spuiten heb je een kleine verfopbrengst nodig. Gelukkig kan je bij de meeste verfspuitensystemen de hoeveelheid verf zelf regelen. Is de eerste verflaag nog steeds niet dekkend? Dan breng je de tweede laag in de tegenovergestelde richting aan. Hiermee bedoel ik: verfde je eerst horizontaal, dan moet je tweede verflaag verticaal worden aangebracht et cetera.
Er zit een verschil in aanpak of je een trap of een muur wilt schilderen. Je spuithoek moet bij het aanbrengen overal gelijk zijn. Neem je in het begin een smalle spuithoek aan, dan moet je veel stroken naast elkaar op dezelfde manier aanbrengen. Op deze manier is het haast onmogelijk om een egale verflaag te krijgen. Een spuithoek van negentig graden is aan te raden.
Het maakt niet uit welke kant je kiest, bedenk van te voren goed of je met een horizontale, verticale of ronde straal wilt werken. Je kan er voor kiezen om te gaan voor een ronde straal. Deze zijn bedoeld voor hoeken, randen en gedetailleerde verfklussen, zoals het verven van een radiator. Houd de verfspuit altijd recht op je project gericht!
Als je een pneumatische verfspuit aansluit op een compressor bereik je het beste resultaat met een werkdruk van minimaal vijf bar. Stel de druk van de compressor goed in om spuitnevel te beperken. Als de druk te laag is of steeds varieert wordt je project er niet mooier op natuurlijk. Zo krijg je allerlei vlekken en een ongelijkmatige verflaag. Met een verfroller kan je vervolgens de schade herstellen!
Voordat je aan de slag gaat met je verfspuit is het verstandig om het eerst te proberen op een proefstuk. Zo kom je er achter of het goed is afgesteld!
De gespoten banen moeten voor ongeveer 50 procent overlapt worden voor een perfect resultaat!
Laat na ieder spuitbeweging de trekker los. Anders krijg je bij iedere keerpunt een dikkere verflaag.
Hopelijk heeft dit artikel je geholpen in de keuze en de afwerking van jouw project. Veel succes toegewenst!