Het geografische gebied van de argan boom beslaat 830.000 hectare (wat 7% van het totale bosareaal uitmaakt) en situeert zich tussen de 29e en de 32e breedtegraad. Dit gebied is gelegen in een smalle band vanaf Essaouira aan de Atlantische kust tot aan de Souss vallei waar de boom 71% van het bosgebied vormt. De bossen reiken tot aan de grens met de Sahara. De boom kan zich aanpassen aan de verschillende bodemsamenstellingen en groeit op klei, kalksteen en rotsachtige plateaus maar is niet terug te vinden op zandgronden. De boomgrens reikt vanaf de laagvlaktes op zeeniveau tot hoogtes van 700 meter op de noordelijke berghellingen — tot 1500 meter op de zuidelijke berghellingen.
Opmerkelijk is de vaststelling dat de bodemvochtigheid en micro-bacteriële activiteit rond een arganboom veel hoger ligt dan in de wijde omtrek van de boom. Onderzoek heeft vastgesteld dat vele honderden soorten van planten rondom de bomen hun bestaan te danken hebben aan het micro-klimaat dat de boom rondom zich schept. Deze boom met een doornachtig uitzicht is perfect aangepast aan de droogte. Met zijn krachtig wortelstelsel verhoogt hij de bodemvruchtbaarheid door deze te beschermen tegen erosie en voorkomt hij woestijnvorming.
De wortelvoet gaat tot 5 maal dieper de bodem in dan zijn totale stamhoogte die 10 meter kan bereiken. Bij langdurige droogte verliest hij spontaan bladeren om uitdroging te voorkomen. Het hout wordt door de lokale bevolking gebruikt voor woningbouw. De kamelen en geiten zijn de belagers van zijn groen. De noten hebben een groeicyclus van twee jaren en de bolsters worden gebruikt als brandstof. Uit de vrucht wordt de amandelolie geperst die wij kennen als de pure Arganolie. De olie heeft tegenover een normale amandel of walnootolie tot driemaal meer werkzame bestanddelen.
Helaas is de boom bedreigd door intensieve landbouw en uitbreiding van woongebieden. (wij komen hier verder op terug) In 1999 heeft de UNESCO de bomen hun omgeving erkend als internationaal erfgoed. Hierdoor heeft de Marokkaanse regering ook verschillende maatregelen ter bescherming van de boom genomen.
Lange tijd speelde de Arganboom enkel een rol in het familieleven van de Berbers. Zij gebruikten de boom voor het winnen van olie die zij gebruikten als spijsolie, brandhout en voeding voor vee. De Berber vrouwen gebruikten de olie ook als bescherming tegen de zon. Vandaar dat vele oudere Berbervrouwen nog steeds een strakke en glanzende huid hebben.
Tijdens de tweede wereldoorlog ontstond er een tekort aan brandstoffen in Marokko en diende de boom voor productie van houtskool voor Safi, Essaouira en zelfs Casablanca. In 1925 legde de Marokkaanse regering Argan wouden aan op haar private domeinen en gaf het gebruiksrecht enkel aan de lokale bevolking. In 1925 -1938 en 1983 werden bijzondere wetten aangenomen die de gebruiksrechten voor de lokale bevolking streng omschreven, dit met het oog op de bescherming van de bomen. De inhoud van deze wetten hield rekening met de gewoonterechten van de plaatselijke bevolking. De Berbers beschouwen de bomen als heilig.
Ondanks het feit dat de Arganbomen groeien in gebieden met weinig regenval — zelden meer dan 200 tot 300 mm per jaar — heeft de boom toch een vrij grote productie :
De arganboom speelt een vitale rol in het milieu. De grootste positieve rol die de Arganboom speelt is het terugdringen van de bodemerosie en verhinderen van woestijnvorming. Op plaatsen waar de bomen groeien is ook een hoger bodemwaterpeil waarneembaar.
a. Natuurlijke kieming: zaden vallen op de grond. Indien er een vereiste bodemgeschiktheid aanwezig is en de begroeiing de zaden beschermd tegen de geiten, heeft de kiem 6 tot 8 jaar nodig om levensvatbaar te groeien.
b. Herbebossing: oogsten en selectie van zaden die vervolgens langdurig ingeweekt worden in water. De zaden worden ontsmet met verdund salpeterzuur. Deze methode wordt niet als efficiënt beschouwd en andere technieken worden meer en meer toegepast, vooral het stekken is in opmars. De meest efficiënte techniek blijkt de kweek in-vitro te zijn die echter vrij kostbaar is.
c. Verbeterde groei van de bomen kan bekomen worden door de plantbodem te bemesten met een mycorrhiza symbios (zwammen zoals eekhoorntjesbrood — vliegenzwam — cantharel zwammen). Dit is vooral belangrijk op armere gronden en beschermd de zaailingen tegen water-stress. De aanwezigheid van bewoners zoals wespen, insecten, bijen is belangrijk voor de ontwikkeling van de jonge bomen gezien zij schadelingen vernietigen.
De opbrengst van de olie uit de noten kan heel verschillend zijn van jaar tot jaar — regio tot regio. Voor de volgende tabellen is men steeds uitgegaan van 100 kg gedroogde vruchten.
De Arganolie bomen worden hoofdzakelijk geëxploiteerd door coöperatieven waarvan meestal de vrouwen de coöperanten zijn. Deze kleine coöperatieven worden zeer beschermd door de Marokkaanse staat en hebben een eigen statuut: Entreprise Féminine Rurale d’ economie Sociale. Deze werkwijze heeft terug wat welvaart gebracht in de dorpjes.
Dankzij deze welvaart konden deze coöperatieven investeren in kleine machineparken, gezondheidszorg en onderwijs. Verschillende van deze coöperatieven commercialiseren hun olie zelf, anderen hebben aparte vennootschappen opgericht voor de commercialisatie. De aanzet tot de oprichting van deze coöperatieven werd gegeven door Mevrouw Zoubida Charrouf van de universiteit Mohammed V in Rabat.
De winning van de Arganolie gebeurt nog steeds zeer artisanaal. Eens rijp worden de vruchten verzameld door de vrouwen en overgebracht naar de dorpen. In de tijden dat de olie enkel door de plaatselijke bevolking gebruikt werd, waren de plaatselijke geiten de voornaamste leveranciers van de noten. Zij klimmen gezwind tot in de hoogste toppen van de bomen. De geiten verteren enkel het omhulsel van de noten — de pulp — en scheiden de noten terug uit die dan door de plaatselijke bevolking verzameld werden. In sommige coöperaties worden deze winmethode nog altijd gebruikt. Zoals de volgende foto bewijst zijn deze geiten echte acrobaten.