Natuurlijk kun je het op de eenvoudige manier aanpakken en welke drank dan ook maar gieten in een glas dat prettig in de hand ligt en niet lek is. Maar een beetje stijl kan nooit kwaad! Wanneer je het tijd acht om je servieskast uit te breiden, is het goed om te weten wat precies waarbij hoort. En waarom.
De bron van alle leven! In vroeger tijden liep je naar een bron om het te halen met een houten emmer. Tegenwoordig haal je het uit de kraan of een fles. Maar waar schenk je het in? Zijn hier nou voorwaarden aan verbonden?
Tja. Nee, niet precies. Andere dranken hebben een bepaalde vorm nodig om goed tot hun recht te komen en de juiste smaak en temperatuur te behouden. Als je dorst hebt, giet je je water gewoon in een glas en sla je het achterover. Of je neemt er natuurlijk de rust voor wanneer je alle tijd hebt. Maar als het op gasten aankomt, wil je hen uiteraard niet zomaar iets voorschotelen.
Waterglazen zijn er in allerlei vormen, kleuren en maten. Sommigen hebben een platte voet met steel, anderen een hoge en stevige bodem. Je hebt echter het geluk dat je deze glazen puur kunt uitzoeken op hoe goed ze al dan niet bij je interieur passen! Zoek ze daarom uit op basis van jouw persoonlijke smaak. Uiteraard kun je wel wat afwisselen wanneer het aankomt op kleurgebruik.
We zouden hier een woordgrap kunnen maken over ‘water bij de wijn doen’ maar daarvoor nemen we onszelf veel te serieus!
Oh. Hm. Blijkbaar niet, dus.
Hoe dan ook, wijn is eventjes een ander verhaal. Per wijnsoort heb je namelijk weer een ander glas nodig. De vorm van de kelk - het glas zelf, zeg maar - bepaalt wat voor wijn je erin mag schenken.
Je hebt vast die hele mooie ronde bolle glazen weleens gezien? Nou, die zijn voor rode wijn. Hier moet namelijk voldoende zuurstof in kunnen circuleren die het druivennat doet ‘ademen’. Het betekent dat de aroma’s van de wijn bewaard blijven en je smaakpapillen op volle kracht beroeren. Ook de geur blijft behouden. Daarnaast profiteer je van de perfecte temperatuur door het glas aan de steel vast te houden; deze wordt namelijk teveel op een negatieve manier beïnvloed wanneer je je vingers om de kelk slaat. Bovendien is de ronde vorm perfect om een glas mee te walsen. Nee, niet pletten! We bedoelen hiermee het ronddraaien van de wijn in het glas. Dit maakt de aroma’s helemaal los en versterkt zowel geur als smaak.
Witte en blauwe druiven vormen de basis van witte wijn. Niet noodzakelijk maar wel leuk om te weten in dit verband. De blauwe variant is eveneens de basis voor rode wijn.
Maar goed, ter zake. Witte wijn hoeft veel minder te ‘ademen’ dan zijn rode familielid. De kelk is een stuk minder bol maar vaak wel redelijk breed om de smaak te optimaliseren.
Iets te vieren? Proost! Knal sowieso de champagnefles niet open, dan gaan alle bubbels eruit. Waarom denken mensen nou dat het zonder dit fenomeen niet feestelijk genoeg is? Dat snappen we echt niet. Om hier nadruk op te leggen, doen wij de juiste methode nog even uit de doeken:
Allereerst dien je natuurlijk eerst de folie te verwijderen om bij de kruk te komen. Maar dan ben je er nog niet! Eerst draai je het ijzerdraadje - ook wel ‘muselet’ genoemd - los. Dat kost je bij een degelijke champagne minstens zes draaibewegingen. Verwijder de capsule niet helemaal maar houd deze losjes over de champagnekurk heen.
Ja, dat lees je goed! Houd de kurk stevig vast in je ene hand en de fles in de andere. De hand met de kurk houd je stil en aan de fles draai je. Zorg ervoor dat deze zich in een hoek van 45 graden bevindt.
Nee, niet van ons naar jou toe, jij doet het hartstikke goed! We bedoelen de fles. Zodra de druk toeneemt, wordt het extra belangrijk dat je de fles stevig vasthoudt. Uiteindelijk duwt de opgebouwde druk de kurk vanzelf uit de fles. Laat dit ook gewoon toe. Na een tijdje ‘zucht’ de kurk eruit.
Ziezo, de fles is geopend! Tijd om uit te schenken. Hiervoor gebruik je een zogeheten ‘fluit’, die speciaal bedoeld is voor champagne en andere mousserende wijnen. De langwerpige vorm zorgt ervoor dat de drank zo lang mogelijk blijft bruisen. Houd het glas schuin terwijl je schenkt om zo min mogelijk bubbels kwijt te raken. Verwar ze bovendien niet met ‘fluitjes’, want dat zijn glazen bedoeld voor bier!
Oké, dit mag niet onbenoemd blijven. Als je echt indruk wilt maken, houd je de fles in een hoek van 30 graden naar beneden en sla je de top eraf met een botermes. Ofwel een echte sabel om het spektakel nog groter te maken! Laat je wel instrueren door een echte professional om rondvliegend glas en bijkomende schade te voorkomen.
Je zult vast wel dorst hebben gekregen van al deze opties! Geen nood, we willen alleen nog even vloeibaar brood behandelen, waarna het hoog tijd is om jezelf op een drank naar keuze te trakteren. Maar dan wel in het juiste glas, uiteraard!
Voor bieren gelden ook weer aparte regels. Ze worden ieder op een aparte manier gebrouwen en het behouden van de smaak moet dan ook gebeuren in een daarvoor bestemd glas. Veel bieren hebben hun eigen glazen. Die kun je hiervoor altijd vertrouwen, aangezien de brouwers met de glasblazers in overleg gaan over de creatie ervan.
Deze hebben een bolvormig glas met een stevige voet nodig. Deze versterken zowel de smaakbeleving als de uitstraling van dit gerstenat!
Voor deze en Duvel bier gebruik je een tulpvormig glas ofwel eentje die van een voet voorzien is.
Zogeheten ‘vaasjes’ en ‘fluitjes’ - zie, daar heb je ze weer! - worden gebruikt om pils in te schenken. Ze zijn gemaakt van dun glas dat zeer licht aan je mond voelt en creëren de perfecte schuimkraag!
Glazen voor witbier zijn best wel groot, vergeleken met anderen. Gemiddeld hebben ze een inhoud van een halve liter. Door ze op de juiste manier in te schenken kun je hiermee de schuimkraag van het bier het glas doen overstijgen! Bovendien zorgt de zandlopervorm van het glas ervoor dat je de kleur van het bier perfect kunt zien.
Proost!
