Op de basisschool en middelbare school wordt regelmatig de opdracht gegeven voor bepaalde vakken een werkstuk te schrijven. Als je het maken van een werkstuk eenmaal onder de knie hebt dan kan dat je in de toekomst veel profijt opleveren. Ook tijdens het studeren wordt er soms van je verlangt dat je een paper of een stuk schrijft. Daarom is het belangrijk om te weten hoe je dit het beste kan aanpakken aangezien het qua opzet veel op een werkstuk lijkt.
Op de basisschool mag je vaak nog zelf weten waar je een werkstuk over schrijft. Denk bij het verzinnen van een werkstuk aan iets wat je leuk vindt of waar je iets meer van wilt weten. Maak het voor je zelf niet al te moeilijk door een complex onderwerp uit te kiezen, want bij het maken van een werkstuk wordt er van je verwacht dat je er inhoudelijk op in gaat. Door het jezelf te moeilijk te maken weet je soms niet meer waarover je het zelf hebt. Op de middelbare school wordt bij het maken van een werkstuk voor een vak vaak het onderwerp al gegeven. Dan ben je snel klaar met het bepalen van het onderwerp en kan je door naar de volgende stap.
Om een werkstuk overzichtelijk te maken is het handig gebruik te maken van deelvragen. Denk goed na wat je wilt vertellen over het onderwerp, zodat je de deelvragen daarom kan afstemmen. Door middel van deelvragen kan je een goed beeld of antwoord geven over het jouw werkstuk onderwerp.
Begin je werkstuk altijd met een inleiding waarin je uitlegt waarom je voor een bepaald onderwerp hebt gekozen. Een werkstuk kan bestaan uit een uitleg over een onderwerp, maar ook een centrale vraag bevatten die in het werkstuk door middel van deelvragen wordt beantwoord. In het laatste geval dien je deze deelvragen in de inleiding op te nemen om zo voor de lezer een soort van leeswijzer te creëren. De lezer krijgt zo beter inzicht in hoe je werkstuk in elkaar zit en wat die van jou werkstuk kan verwachten.
Voordat je een verhaal kan schrijven, dient er een literatuuronderzoek worden gedaan naar jou onderwerp, bijvoorbeeld in een bibliotheek of digitale informatiebank. Echter hoeft informatie niet per se uit boeken te komen. Wat je werkstuk een interessante twist geeft is het halen van informatie uit interviews of enquêtes. Vraag hierbij wel eerst aan de docent of het toegestaan is eigen onderzoeksmethoden te gebruiken bij het verwerven van informatie. Als je een interview of enquête houdt om extra informatie in te winnen naast bijvoorbeeld je literatuuronderzoek dan kan je per deelvraag gerichte vragen stellen die zoeken naar een antwoord op je deelvragen. Hiermee bekrachtig je je eigen bevindingen in je werkstuk. Daarnaast wordt het zeer gewaardeerd als je verschillende bronnen gebruikt.
Als het laatste hoofdstuk dien je een conclusie oftewel een nawoord te geven. Hierin geef je nog eens kort aan wat de kern van je deelvragen zijn en een kort maar krachtig antwoord op de centrale onderzoeksvraag als je die gesteld hebt. Anders herhaal je alleen de belangrijkste punten die naar voren kwamen in je werkstuk nog eens. In je conclusie kan je ook nog wat discussiepunten over het onderwerp naar voren brengen. Waar bijvoorbeeld nog weinig informatie over te vinden is omdat er weinig onderzoek naar gedaan is. Ook kan je aangeven wat jou eigen mening is over het onderwerp. Onthoud wel dat in de conclusie geen nieuwe informatie over het onderwerp gegeven mogen worden. Die horen in de deelvragen of punten thuis.
Als je de inhoud van je werkstuk af hebt of antwoord hebt gegeven op de deelvragen en daarmee de hoofdvraag dan dien je een bronnenlijst te maken. Bij citaten of stukken samenvattingen van delen uit andere bronnen zoals boeken moet een voetnoot met een verwijzing naar de bron. Plaats aan deze bronnenlijst aan het einde van je werkstuk. Doe je dit niet dan pleeg je plagiaat. Plagiaat is het overnemen van andermans werk zonder dat je er correct naar verwijst. Vaak plegen scholieren onbewust plagiaat door niet correct te verwijzen. Tegenwoordig worden er plagiaat check programma’s gebruikt als je een werkstuk online moet opsturen. Het is daarom verstandig om heel goed na te gaan of je de bronvermelding juist hebt gedaan om problemen te voorkomen. Niemand wilt immers op zijn diploma een vermelding van plagiaat of fraude.
Een mooie lay-out van een werkstuk verdient altijd extra punten. Daarom is het belangrijk ook hierbij even stil te staan en de tijd voor te nemen. In een werkstuk hoort altijd een inhoudsopgave met de deelvragen of punten die je hebt behandeld. Vergeet niet de bladzijdes te nummeren. Maak ook een leuke kaft met daarop jou naam en onderwerp. Hoe mooier jou werkstuk er uit ziet, hoe uitdagender het er uit ziet om te lezen.
Met deze tips hopen we dat we je een beetje wegwijs hebben gemaakt over het maken van een werkstuk. Gebruik dit artikel als een leidraad bij het maken van een werkstuk en het zal je zeker makkelijker afgaan.
