De kers kent iedereen wel als de heerlijke zoete vrucht die we o zo graag eten. Naast deze kers bestaan er ook zure kersen, deze kersen zien we terug in allerlei voedingsmiddelen. Kersenbomen waren in Nederland erg populair, kersen werden voor de Tweede Wereldoorlog volop geteeld. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde dit echter, kersen telen bleek te arbeidsintensief. Toen er later in de twintigste eeuw allerlei nieuwe rassen kersenbomen waren gemaakt, kostte het houden van kersenbomen ineens een stuk minder tijd. Kersen worden dus volop in Nederland geteeld, maar het land dat de meeste kersen kweekt is Turkije. Ook Griekenland en Italië zijn belangrijke landen voor de kersenindustrie.
Wanneer je de kersenboom wilt houden, is het handig om te weten hoe je het beste de kersenboom verzorgt. Bovendien zijn er een aantal zaken waarop je moet letten bij de aankoop van een kersenboom.
Voordat je een kersenboom aanschaft, moet je een ras kiezen. Wanneer je simpelweg opzoek bent naar een boom die niet veel eist in het onderhoud, dan is de zure kers meer geschikt. Telers hebben nieuwe rassen gemaakt die grotendeels tegen ziektes kunnen (ziekteresistent). Hoewel de zure kers misschien minder lekker is om te eten, is het een goed kersenras voor beginners. Ook moet u kiezen of u voor een hoogstam of een laagstam gaat. Een laagstam heeft veel minder ruimte nodig dan een hoogstam.
Kersenbomen kun je beter niet in de zomer planten. Gedurende deze periode zal de plant zich moeilijk kunnen herstellen . Plant de kersenboom daarom altijd tussen oktober en maart, in de winter dus. Bij het kiezen van de plek moet je kijken naar wat je belangrijk vindt: op een zonnige plek zullen de kersen iets zoeter worden. Wanneer er toch voor een plek in de schaduw gekozen wordt, maakt dat niet veel uit. Na verloop van tijd worden de kersen vanzelf zoeter, je moet dan wel iets langer wachten. Geef de kersenboom genoeg ruimte, een laagstam heeft minimaal twee vierkante meter nodig, de hoogstam een stuk meer.
De meeste kersenbomen kunnen zichzelf niet bestuiven. Bestuiving is cruciaal, anders zullen de bomen geen kersen kunnen produceren. Meestal worden zaden van de ene boom naar de andere gebracht door bijvoorbeeld insecten. Wanneer er echter geen andere kersenboom in de buurt staat, wat vaak het geval is, dan kan het zomaar zijn dat jouw boom niet bevrucht wordt. Het is daarom aan te raden om altijd twee bomen aan te schaffen, die bij elkaar geplant worden.
Kersen worden vaak in juni en juli geoogst. Wanneer je het eerste jaar maar een kleine oogst hebt, is dat normaal. Voordat een kersenboom op volle toeren kersen kan produceren, moet je eerst een aantal jaar wachten. Wanneer de kers echter zijn eerste goede jaar heeft gehad, zullen de jaren die daarop volgen ook een grote oogst brengen.
Kersenbomen zijn helaas vaak erg vatbaar voor ziektes. Voorbeelden van ziektes die veel voorkomen bij kersenbomen zijn vruchtboomkanker, bacteriekanker en loodglans.
Van bacteriekanker is sprake als een boom blad afgeeft dat eerst is opgevouwen en later kleeft. Kersenbomen met holle ruimtes in de stam hebben vaak bacteriekanker, maar eerst zal een kersenboom met bacteriekanker op takken en de stam allerlei ingezonken plekken krijgen. Helaas is er nog geen 'geneesmiddel' voor deze kersenboomziekte. Bacteriekanker bestaat bij de kersenboom als er teveel of juist te weinig water beschikbaar is. Daarom is de locatie belangrijk bij het planten van een kersenboom. Als een kersenboom bacteriekanker heeft, is er vaak niets aan te doen. Als er plekken ontstaan op takken, kunnen deze zorgvuldig verwijderd worden. Wanneer er ook plekken op de stam aanwezig zijn, is er helaas niets meer te doen.
Wanneer een kersenboom last heeft van loodglans dan zitten er paarse zwammen op de boom. Door deze zwam zullen de takken ook bruinpaars kleuren en de bladeren zullen een grijsgroene kleur krijgen. Loodglans wordt tegengegaan door dood hout altijd af te snoeien. Bovendien is het verstandig om zo min mogelijk dood hout in de buurt van de boom te bewaren, de zwam vestigt zich namelijk alleen maar op dood hout. Wanneer een boom de loodglansziekte heeft, moeten de betreffende takken worden verwijderd en weggebracht worden. Wanneer een kers helemaal onder de zwammen zit, is het vaak te laat.
Van vruchtboomkanker is sprake als er een specifieke zwam via wonden, die bijvoorbeeld ontstaan zijn door het snoeien, de boom binnendringt. Door deze zwam zal de bast gaan scheuren, waardoor er wondweefsel ontstaat. Voordat dit echter gebeurd, is de tak waar de bast scheurt vaak al doodgegaan. Om vruchtboomkanker tegen te gaan, moet er afwisselend bemest worden en moet de kersenboom niet op een zure grond staan. Kalk is een goede bestrijder van een zure grond.
Dat je je kersenboom op een goede manier snoeit is erg belangrijk. Kersenbomen die niet (goed) gesnoeid zijn zullen veel minder vruchten dragen die bovendien minder dik en minder rijp zijn. Gesnoeide bomen zijn ook nog eens gemakkelijker te plukken en zullen langer gezond blijven. Naast deze voordelen van snoeien, is het snoeien van de kersenboom ook erg belangrijk bij het tegengaan van ziektes. Zieke takken moeten bijvoorbeeld afgeknipt worden om te voorkomen dat de boom in zijn geheel doodgaat
Snoeien kan het beste in augustus, een aantal weken na de oogst, gebeuren. De kersenboom heeft dan meer kracht om te herstellen. Daarnaast kan de boom ook nog voor de bloei gesnoeid worden, dit zal de kwaliteit van de vruchten verbeteren en bovendien de boom minder vatbaar maken voor ziektes. Als een kersenboom zieke takken heeft, kunnen die gedurende het hele jaar verwijderd worden.
Het eerste jaar snoei je een groot aantal van de twijgen weg, die zijn er namelijk vaak in overvloed. 3 tot 4 twijgen kunnen vervolgens behouden worden, die moeten allemaal zover mogelijk van elkaar vandaan staan en uit elkaar kunnen groeien. Buig deze twijgen zo'n 80 graden. Wanneer je kersenboom twijgen heeft die lager zitten dan 50 cm, dan moeten die verwijderd worden.
Wanneer een boom weinig vertakkingen heeft, kan er gekozen worden om nieuw vruchthout te laten ontstaan door te kerven in de stam. Met een (schoon!) mes moet er een snede gemaakt worden boven een aantal knoppen. Vanzelf zal dan nieuw vruchthout ontstaan. In augustus kunnen de scheuten tot 15 cm ingekort worden. Wanneer je jongere twijgen hebt, kun je deze van elkaar afduwen.
Na 4 jaar zal de kersenboom de juiste vorm hebben. Vanaf dan hoeft de boom alleen nog maar regelmatig onderhouden te worden. Wanneer takken te steil groeien, moeten deze tot ongeveer 15 cm afgesnoeid worden. Te dikke zijtakken moeten ook tot een stomp gesnoeid worden. Snoei nooit teveel takken in één keer, oudere kersenbomen kunnen jaarlijks twee tot maximaal drie vruchttakken kwijt raken.