Vissoorten zijn in twee grote groepen te verdelen, genaamd zoetwatervissen en zeevissen. In Nederland zijn er zo'n 75 zoetwatervissen en rond de 120 zeevissen, bij de vissen in de zee komen ook afgedwaalde vissen voor die normaal niet voorkomen rond de kustwateren van Nederland.
Zoetwatervissen
Op nummer 1 staat overduidelijk de voorn. De bekendere soorten zijn de Ruisvoorn (ook wel Rietvoorn) genoemd, blankvoorn en de kopvoorn. De Ruisvoorn leeft in scholen en wordt ongeveer 45 cm groot. De Blankvoorn is de kleinste soort die er bij zit, met een lengte van maximaal 30 cm en is een grote voedselbron van roofvissen. De Kopvoorn is de minst bekende van deze drie soorten, maar wel de grootste met een lengte van maximaal 60 centimeter. Tegenwoordig komen ze alleen nog voor in de Maas bij Limburg en soms in delen van de IJssel.
Op nummer twee staat de Snoek, een grote roofvis in Nederland. De Snoek jaagt zowel op vissen, watervogels, kreeftachtigen en zelfs knaagdieren. Als ze een prooi eten, slikken ze altijd de kop eerst in. Zo blijft de prooi niet vastzitten. In Nederland mag er van 1 april tot de laatste zaterdag mei niet gevist worden op de snoek, omdat ze dan in de paringsperiode zitten. Snoeken zijn te vinden in bijna alle wateren van Nederland, zelfs brakwater.
De Karper heeft een mooie plek op nummer drie, Karpers leven zowel in kleine sloten als grotere wateren en zijn planteneters. Over het algemeen zijn het erg schuwe beesten. Je hebt verschillende soorten karpers onder andere de schubkarper, de spiegelkarper en de koikarper. Karpers zijn bodemdieren en woelen heel vaak de grond om. Daardoor wordt het water van de karper vaak erg onhelder.
Brasem worden tussen de 40 en 60 cm lang. Het zijn vissen met een hoog aanpassing gehalte. Voor mensen die meedoen met viswedstrijden is dit de belangrijkste vis om te vangen. Ook Brasems woelen de grond om voor voedsel, wat weer slecht is voor de Snoek, Ruisvoorn en Brasem.
Als laatste hebben we de Baars. Ze leven en jagen in scholen van 30 tot 160 stuks. Ze hebben twee rugvinnen. Net als de Snoek zijn baarzen kannibalen, ze jagen dan meestal op de wat jongere baarzen. De Baars beschermt zichzelf door middel van de stekels.
Er is bepaald aas waarmee je een vis kunt vangen, zo gaat het bijvoorbeeld lastig om met brood een Snoek te vangen, omdat het een roofvis is en ga je met kunstaas geen voorn vangen. Daarom wordt hier het veelvoorkomende aas besproken en welke vissen je ermee zou kunnen vangen.
Om een paling te vangen zorg je ervoor dat het aas aan de haak op de bodem ligt. Paling kun je vangen met wormen, maar als er in het water waar je vist veel witvis zit, heb je meer kans dat je dat aan de haak krijgt. Je kunt dan beter met een aasvisje vissen. Wat ook het proberen waard is, zijn verse kreeften en krabben, natuurlijk van een niet al te groot formaat. De Paling is een bedreigd diersoort, dus die dien je terug te zetten. Ook al smaakt het nog zo goed.
Een Baars vangen kun je doen door met wormen of maden te vissen, maar ook met de kleinere kunstaasjes moet het lukken. Zorg er wel voor dat je een onderlijn hebt, omdat er ook nog wel is een Snoek op kleinere kunstaasjes wilt happen. Een werphengel is het beste om een Baars te vangen.
Om een Karper te vangen moet je eerst weten waar ze zitten. Ze zijn vaak te vinden in warm water dat troebel is. Karpers slurpen eigenlijk alle planten naar binnen wat ze tegenkomen. Een grote kans om een karper te vangen is met mais of boilies. Nog een tip om een karper te vangen is bedek een glinsterende haak, ze hebben namelijk een erg goed zicht.
De voorn is één van de makkelijkste vissen om te vangen, het enige wat je qua aas nodig hoeft te hebben is een plakje brood. Waar je vervolgens een klein bolletje van maakt. Ook maden werken echt goed om een voorntje te vangen. Ook de oude pannenkoeken die je gegeten hebt, zou je een voorntje mee kunnen vangen.
Snoekvissen wordt over het algemeen gedaan door vanaf de kant de hele tijd te blijven werpen en dan je hengel weer op te halen. Snoeken zijn te vangen met doodaas, maar ook met veel verschillend kunstaas zoals, kreeften, visjes en blinkers. Met levend aas vissen is verboden en daar staat een hoge boete op.
Om brasems te lokken kun je het beste meerdere malen voeren, maar zorg er niet voor dat ze overvoerd raken, want dan happen ze niet meer. Brasems zijn zowel te vangen met wormen als brood en echte bodemdieren. Als je een keer een brasem aan de lijn hebt, haal hem dan rustig binnen. Er zitten namelijk meestal dan meerdere brasems in de buurt.
Om te mogen vissen heb je visrecht nodig, dat houdt in dat je eigenaar van een stuk grond bent of huurt. Daarom is het belangrijk om een vispas te hebben. Zo krijg je toestemming om te vissen, omdat de hengelsportvereniging vaak wateren afhuurt. Je hebt er officieel een schriftelijke toestemming voor nodig. De mensen die geen toestemming nodig hebben om ergens te vissen zijn kinderen onder de 14 jaar onder begeleiding met maximaal één hengel en water dat op een afgesloten erf ligt, zonder een vis doorlaatbare verbinding. Er zijn verschillende vispassen, dat hangt af van hoeveel hengels je wilt gebruiken en met welk aas je wilt gaan vissen.
Vissen bijten natuurlijk niet elk moment even goed, daarom zijn er een paar factoren waar je rekening mee moet houden. De temperatuur van het water speelt vaak een belangrijke rol, hoe warmer het water is hoe actiever ze zijn. Met lichte regen komt er meer zuurstof in het water en ook dan zijn de vissen actiever. Bij zonsondergang en zonsopkomst in de zomer heb je ook een grote kans om een vis te vangen!