Het dier is namelijk voor zijn eten, drinken en een schoon hok helemaal afhankelijk van zijn verzorger. Het is belangrijk dat de verzorger van een konijn weet wat gezond voer is voor het dier. Wat eten konijnen? Als je deze informatie goed doorneemt dan kun je zelf goed voor je konijn(en) zorgen en geef je hem goed, gezond en verantwoord voedsel.
De konijnen halen de voedingsstoffen die ze nodig hebben meestal uit hooi, groenvoer en hun eigen keutels. Konijnen eten namelijk vaak de eigen keutels op. Bij een konijn gaat het bij een gezonde maaltijd over weinig droogvoer, onbeperkt hooi, voldoende groenvoer en af en toe fruit.
Bij droogvoer gaat het echt over voer dat helemaal droog is. Als je konijnen weinig droogvoer mag geven dan wordt daarmee bedoeld dat een konijn, dat ouder is dan zeven maanden, maximaal 20 gram per kg lichaamsgewicht per dag aan droogvoer mag hebben. Het beste is het om je konijn alleen brokjes te geven, daarin bevinden zich namelijk alle voedingsstoffen. Als je kiest voor gemengd voer met zaden, noten, pitten en maïs dan is dat voer vaak te vet en koolhydraatrijk.
Een konijn moet altijd en onbeperkt over hooi kunnen beschikken dus zowel overdag als ook in de nacht. Dit hooi mag niet oud en muf zijn. Het moet ook geurig en stofvrij zijn. Het hooi is voor konijnen van belang voor het gebit. Ze kauwen namelijk veel en daardoor slijten de kiesjes goed tegen elkaar af, hierdoor kunnen de haakjes voorkomen worden. Doe je dit niet, zorg je niet voor hooi, voldoende hooi, dan zul je regelmatig naar de dierenarts moeten gaan, die het gebit onder handen neemt.
Voor konijnen geldt een aanbevolen hoeveelheid groenvoer van 50-100 gram per kg. Veel jonge konijntjes uit de dierenwinkel hebben nog nooit groenvoer gehad. Daarom is het goed dat je de eerste tijd erg goed op gaat letten als je je konijntje wel groen voer gaat geven. Je moet de hoeveelheid groen voer rustig opbouwen, zodat de zachte ontlasting (diarree) bij konijnen voorkomen kan worden. Als je iedere keer wat meer groen voer gaat geven aan je konijn dan moet je de ontlasting goed in de gaten houden. Als deze te zacht is dan stop je even met het voeren van groen voer en dan probeer je het na een tijdje weer opnieuw. Er zijn een aantal groenten die geschikt zijn om te geven aan je konijn namelijk: broccoli, Chinese kool, paksoi, andijvie, wortel (+loof), witlof, paardenbloemen en weegbree. Maar let goed op, want er zijn ook groenten die je absoluut niet aan je konijn mag geven en daarbij kun je denken aan bieslook, prei, ui, knoflook, alle soorten bonen en erwten en rabarber deze groenten zijn namelijk giftig voor konijnen. Vaste kool is ook niet goed en aardappelen en de schillen daarvan ook niet.
Konijnen mogen praktisch gezien alle fruitsoorten eten. Je kunt zelf bekijken welke soorten fruit je konijn lekker vindt. Let wel goed op, want fruit heeft een hoog suikergehalte waardoor gas of diarree voor kan komen bij je konijn. Daarom moet je het niet te vaak geven. Je kunt je konijn af en toe een lekkernij tussendoor geven en daarbij kun je denken aan een schijfje appel of een aardbei. De hoeveelheid fruit dien je net als groenten op te bouwen, zodat je diarree bij je konijn kunt voorkomen.
Gras is altijd goed voor konijnen. Een konijn moet er namelijk op kauwen en het bevat veel vocht. Ben je van plan om je konijn in het voorjaar een buitenhok en buitenren met gras te geven, laat het dier dan alvast aan gras wennen. Je kunt het beste nieuw gras eerst maaien, het voorjaarsgras is erg eiwitrijk en dat kan darmproblemen geven bij je konijn. Let ook goed op dat het gras dat je je konijn geeft niet bespoten is met pesticiden of bestrooid is met kalk. Als het gras is bevuild door andere dieren dan kunnen de konijnen wormen krijgen. Dit moet ook voorkomen worden dus let goed op wat voor gras je je konijn geeft! Hygiëne is voor elk dier belangrijk ook voor een konijn. Heeft je konijn ondanks je goede zorgen wormen, vraag dan om raad bij een dierenarts. Het is belangrijk dat je bij twijfel over de gezondheid van je konijn niet afwacht maar de dierenarts consulteert. Een gezond huisdier is in het belang van het welzijn van het dier, maar is ook belangrijk voor je eigen gezondheid en die van je huisgenoten en eventuele andere huisdieren.