Wervelkolom

Afwijkingen aan de lumbale wervelkolom

WervelkolomDe lumbale wervelkolom is gelegen in de onderrug en speelt een grote rol bij het regelen van diverse bewegingen. Wat is de lumbale wervelkolom nu precies? Welke afwijkingen van de lumbale wervelkolom zijn er en wat zijn hiervan de oorzaken en symptomen? In dit artikel geven we je antwoorden op deze vragen.

Wat is de lumbale wervelkolom?

De wervelkolom is het belangrijkste onderdeel van ons lichaam om te bewegen. De benige structuur van de wervelkolom zorgt ervoor dat het ruggenmerg en de uittreedsplaats van de zenuwwortels wordt beschermd. De wervelkolom is aan het bekken en het hoofd bevestid en alle belangrijke spieren van de romp zijn hiermee verbonden. Het bestaat uit zeven nekwervels (cervicale wervels), twaalf borstwervels (thoracale wervels) en vijf lendenwervels (lumbale wervels). Ook het heiligbeen en het stuitje (staartbeentje) behoren tot de wervelkolom.

Tussen elke twee wervels in zit een tussenwervelschijf, behalve bij de eerste twee nekwervels. Deze schijven zijn elastisch en verbinden de gewrichten aan beide zijden van de wervel met de bovenliggende en onderliggende weefsels, waardoor de wervels gemakkelijk kunnen bewegen ten opzichte van elkaar. Aan de wervellichamen zitten wervelbogen vast die samen het wervelkanaal vormen. Aan de achterzijde lopen deze wervelboven uit in een uitsteeksels die midden op de rug kunnen worden gevoeld. Dit noemen we ook wel de ruggengraat. Het wervelkanaal is aan de binnenzijde bekleed met elastische banden (gele ligamenten) die de wervelbogen met elkaar verbinen.

Het ruggenmerg loopt tot aan de tweede lumbale wervel binnen in het wervelkanaal. Vanaf de tweede lumbale wervels gaat het ruggenmerg over in een bundeling van zenuwwortels (caude). Het ruggenmerg en de zenuwwortels worden omringd door een koker van hersenvliezen dat gevuld is met hersenvocht, waardoor deze onderdelen van het lichaam worden beschermd tegen schokken en invloeden van buitenaf. De zenuwwortels verlaten omhuld door hersenvlies het ruggenmerg en vervolgens ook het wervelkanaal één voor één tussen twee wervels aan de linker- en rechterzijde.

De lumbale wervelkolom bestaat dus uit vijf wervels die worden aangeduid met de letter L (L1 tot en met L5). In dit deel van de wervelkolom kunnen voor- en achterwaartse bewegingen plaatsvinden, aangezien de uitsteeksels van de gewrichten in het zijwaartse blak liggen. Als je een afwijking hebt aan de lumbale wervelkolom, gaat dit meestal gepaard met lage rugpijn. We kunnen dit indelen in specifieke en a-specifieke lage rugpijn. Bij specifieke lage rugpijn is er een oorzaak aan te wijzen en bij a-specifieke lage rugpijn is het (nog) niet bekend wat de oorzaak van de pijn is.

Lumbale instabiliteit

Kapsels, banden, tussenwervelschijven en spieren liggen om de lumbale wervels heen en zorgen ervoor dat de wervels tijdens het bewegen netjes op elkaar blijven zitten. De lumbale wervelkolom blijft op deze manier stabiel wanneer je de rug beweegt. Het is echter mogelijk dat dit stabiliseren niet goed lukt of dat de wervels te veel of ongecontroleerd ten opzichte van elkaar bewegen. In dat geval spreken we van lumbale instabiliteit.
De wervelkolom wordt gevormd door wervels die op elkaar gestapeld zijn. Om ervoor te zorgen dat de wervels netjes op elkaar blijven zitten tijdens het bewegen, werken kapsels, banden, tussenwervelschijven en spieren nauw samen. Ze houden de wervelkolom stabiel tijdens de veelzijdige bewegingen die met de rug gemaakt worden. Wanneer dit stabiliseren niet lukt en de wervels te veel of ongecontroleerd ten opzichte van elkaar bewegen, spreken we van instabiliteit.
Er kunnen twee soorten stabiliteit onderscheiden worden: passieve stabiliteit en actieve stabiliteit. De passieve stabiliteit wordt verzorgt door de banden, kapsels en tussenwervelschijven. De actieve stabiliteit wordt verzorgt door diepgelegen spieren die op de juiste momenten aanspannen om de wervelkolom stabiel te houden.

Hoe wordt lumbale instabiliteit veroorzaakt?

We kunnen een onderscheid maken tussen passieve en actieve lumbale instabiliteit. De banden, kapsels en tussenwervelschijven zijn samen verantwoordelijk voor de passieve stabiliteit, terwijl de diepgelegen spieren de wervelkolom actief stabiel houden door zich op de juiste momenten aan te spannen. Passieve instabiliteit kan het gevolg zijn van beschadiging aan de kapsels en banden of het dunner worden van een tussenwervelschijf als gevolg van overbelasting of slijtage. Actieve instabiliteit ontstaat als er sprake is van dysfunctie van de spieren.



Wat zijn de symptomen?

Als er bij jou sprake is van lumbale instabiliteit, zul je in ieder geval last krijgen van pijn in de lage rug. Dit kan door verschillende bewegingen worden opgewekt, bijvoorbeeld door lang te lopen of te staan of juist door lang te zitten of te liggen. Verder zal de spierspanning verhoogd zijn en zal je beweeglijkheid waarschijnlijk verminderd zijn.

Hoe wordt lumbale instabiliteit behandeld?

De behandelend arts zal je bij lumbale instabiliteit naar alle waarschijnlijkheid doorverwijzen naar een fysiotherapeut. De arts zal je bepaalde oefeningen aanleren, waarbij je de spieren op de juiste manier dient aan te spannen. Op het begin zul je dit bewust moeten doen, maar het is de bedoeling dat je dit na enige tijd automatisch en onbewust zult doen in het dagelijks leven. Als je deze spieren op de juiste manier kunt aanspannen en het een soort korset om de wervelkolom heen vormt, zal instabiliteit van de lumbale wervelkolom in ieder geval gedeeltelijk en soms ook helemaal worden verholpen.

Lumbale kanaalstenose

Lumbale kanaalstenose is een afwijking aan de lumbale wervelkolom, waarbij je last krijgt van een pijnlijk of moe gevoel in rug en/of de benen bij het staan en lopen. Deze aandoening komt voornamelijk voor bij oudere mensen.

Hoe wordt lumbale kanaalstenose veroorzaakt?

Als gevolg van jarenlange belasting kan de lumbale wervelkolom bij ouderen slijtage gaan vertonen. Dit komt bij iedereen voor, maar de mate waarin dit gebeurt is per persoon verschillend. Het wervelbot gaat door de slijtage woekeren en wordt een stuk dikker (met name bij de gewrichten). Dit zorgt ervoor dat het wervelkanaal nauwer wordt. De gele ligamenten worden eveneens dikker, waardoor het wervelkolom nog meer vernauwd en er minder ruimte overblijft voor de zenuwwortels. De ernst van lumbale kanaalstenose hangt af van de wijdte van het kanaal en de mate van slijtage. Sommige personen hebben bijvoorbeeld vanaf de geboorte al een zeer nauw wervelkanaal en lopen daarom een groter risico om last te krijgen van lumbale kanaalstenose. Het kan dan zelfs al op jonge leeftijd ontstaan.

In veel gevallen zul je alleen last hebben van lumbale kanaalstenose in het gebied tussen de vierde en vijfde wervel (L4 en L5), aangezien het kanaal in dit gedeelte vaak het nauwst is. Het is echter ook mogelijk dat de stenose eveneens tussen andere wervels optreedt. Daarbij kan het zo zijn dat één of meerdere tussenwervelschijven tevens zijn aangetast en gaan uitpuilen, waardoor het wervelkanaal nog nauwer wordt.

Wat zijn de symptomen?

Door de vernauwing van het wervelkanaal kun je last krijgen van pijn of vermoeidheid in de rug en/of een of beide benen. Het kan daarnaast ook voorkomen dat er druk op het zenuwweefsel ontstaat. De symptomen van lumbale kanaalstenose kunnen verergeren door te staan en te lopen met een holle rug. Dit is vaak onze normale houding, maar het zorgt ervoor dat er na enige tijd een beknelling en stuwing optreedt van de zenuwwortels. Hierdoor worden de klachten van deze afwijking aan de lumbale wervelkolom verergerd. De lundale wervelkolom wordt weer recht of zelfs bol als we gaan zitten of vooroverbuigen. Dan zal het kanaal ook het wijdst zijn en zullen de stuwing en de beknelling in ieder geval tijdelijk verdwijnen. De zenuwwortels krijgen dan even meer ruimte, waardoor de pijn zal afnemen.

Zodra de klachten erger worden, zul je minder lang achter elkaar kunnen lopen. Tijdens het wandelen kun je wel even op een bankje gaan zitten of naar voren bukken om de klachten af te laten nemen. Het kan ook helpen om op de zij te gaan liggen of te gaan liggen met opgetrokken benen. Opvallend is dat de meeste patiënten wel kunnen fietsen zonder klachten te ervaren. Dit komt doordat de rug dan gebogen is en het wervelkanaal meer ruimte krijgt. Aangezien de klachten iets minder worden als je wat voorovergebogen loopt, nemen veel mensen met lumbale kanaalstenose deze houding aan. Aangezien staan en lopen steeds moeilijker wordt, zul je er steeds meer tegenop zien om naar buiten te gaan voor boodschappen of sociale activiteiten. Het is mogelijk dat je hierdoor in een sociaal isolement raakt.

Hoe wordt lumbale kanaalstenose behandeld?

Als het mogelijk is, wordt lumbale kanaalstenose enkel behandeld met oefentherapie of fysiotherapie. Dit is gerecht op het versterken van de spieren in de rug en het aannemen van een goede houding. Verdere slijtage van de tussenwervelschijf kan op deze manier worden tegen gegaan en de klachten kunnen afnemen. In sommige gevallen is het mogelijk dat je zelf geneest van lumbale kanaalstenose. Indien er druk op het zenuwweefsel is ontstaan, wordt er vaak wel gekozen voor een operatie om de druk weg te nemen.

Lumbale hernia

Een lumbale hernie nuclei pulposi (HNP) wordt veroorzaakt door een uitpuilende tussenwervelschijf. Het is een aandoening die veel voorkomt en in ongeveer 25 tot 30 procent van de gevallen is er sprake van een uitstralende pijn in de lage rug het been.

Hoe wordt een lumbale hernia veroorzaakt?

Bij mensen die ouder zijn dan vijftig jaar en lumbale hernia hebben wordt dit vaak veroorzaakt door slijtage van de rug. Dit hoort bij het ouder worden. Lang niet alle personen met deze vorm van hernia hebben last van klachten. Een lumbale hernia kan echter ook ontstaan als je tussen de 25 en 50 jaar oud bent. Vaak ontstaat dit dan als gevolg van een zware belasting van de rug, maar het kan ook worden veroorzaakt door langdurig zitten, een slechte conditie van de rugspieren of een verkeerde houding. Verder kunnen een gebrek aan beweging en overgewicht een rol spelen bij het ontstaan van een hernia. Daarbij is gebleken dat mensen die roken een grotere kans hebben om een lumbale hernia te krijgen.

Wat zijn de symptomen?

Rugpijn in de onderrug is het meest voorkomende symptoom bij een lumpale hernia. Dit gaat vaak gepaard met uitstralende pijn naar een van benen. Het is tevens mogelijk dat je alleen last hebt van de pijn in het been, maar dan heb je meestal voor die tijd al last gehad van pijn in de onderrug. Je kunt last krijgen van pijn doordat de uitpuilende werverschijf op de zenuwwortel drukt. Op de plaats in de huid waar de zenuw verantwoordelijk is ontstaat deze pijn. Op momenten waarop de druk op de zenuwwortel wordt verhoogd, wordt de pijn erger. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je niest, hoest of perst. Verder kun je meer last krijgen van klachten als je een beweging maakt waarbij de zenuwwortel nog meer uitgerekt of belast wordt.

Aangezien sympathische vezels vaak ook worden geprikkeld, kun je naast pijn in de lage rug en een been ook last krijgen van pijn in de heupen, de dijen, de liezen en/of de bilstreek. De uitstralende pijn is scherp, heftig en stekend van karakter, maar de pijn in de heupen, de dijen, de liezen en/of de bilstreek voelt vaak minder scherp aan. Als de hernia in het midden zit, heb je meestal enkel last van pijn in de onderrug die erger wordt wanneer je naar voren buigt. Het kan echter ook voorkomen dat je in beide benen pijn hebt, als deze hernia groot is.

Hoe wordt een lumbale hernia behandeld?

Het belangrijkste onderdeel van de behandeling van een lumbale hernia is pijnbestrijding. Vaak raadt de huisarts je in eerste instantie paracetamol aan. Indien dit niet (meer) voldoende is, kan de behandelend arts je naproxen, codeïne, tramadol of morfine voorschrijven. De klachten wil je uiteraard het liefst zoveel mogelijk laten verdwijnen. Hiervoor is het belangrijk dat je de rug een aantal weken lang zo min mogelijk belast. Bedrust is meestal niet nodig, als je goede pijnstillers hebt. Oefentherapie kan in veel gevallen ook helpen bij het verminderen van de klachten.

Binnen ongeveer twee weken geneest ongeveer de helft van de personen met deze afwijking aan de lumbale wervelkolom vanzelf. Een kwart van de patiënten geneest na ongeveer een tot twee maanden en het laatste kwart houdt langdurig last van de klachten. In sommige gevallen zal de behandelend arts kiezen voor een operatie om de lumbale hernia te behandelen. Dit wordt gedaan als de uitvalsverschijnselen snel toenemen, er sprake is van een caudasyndroom (gevoelsstoornis aan de binnenzijde van de benen) of wanneer de andere behandelingsmethoden onvoldoende effect hebben en de klachten het dagelijks leven beïnvloeden.






                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   

Auteur: Rowanblom
Aantal keer gelezen: 3611x
Toegevoegd: 31-12-2016 14:26
Gewijzigd: 05-05-2017 17:37

Relevante links

Categorieën

Er zijn reeds 3740 artikelen toegevoegd op deze website.
De copyrights van infobron.nl zijn van toepassing!