Bij binge eating disorder is er sprake van regelmatig terugkerende periodes van onbeheersbare eetbuien. Je eet dan grote hoeveelheden en sneller dan normaal, terwijl je niet echt honger hebt. Tijdens de eetbuien krijg je het gevoel dat je de controle helemaal kwijt bent. Meestal zijn deze eetbuien een manier om met gevoelens van stress of vervelende emoties om te gaan. Ze kunnen ook ontstaan omdat je het gevoel hebt dat je niets waard bent. De eetbuien bieden hier echter slechts een tijdelijke oplossing voor.
Er is niet één mogelijke oorzaak aan te wijzen voor het ontstaan van binge eating disorder. Het gaat namelijk om een combinatie van meerdere factoren. Het is mogelijk dat er een erfelijke factor is, maar daarnaast zijn er ook altijd psychologische factoren die een rol spelen. Hierbij kan worden gedacht aan onzekerheid, perfectionisme, een verstoorde gezinssituatie en de neiging tot het onderdrukken van gevoelens. Daarbij kunnen ook trauma's - zoals een sterfgeval of seksueel misbruik - een risicofactor zijn. In de meeste gevallen ontstaat de aandoening in de puberteit of de adolescentie, in de periode dat jongeren te maken krijgen met lichamelijke, hormonale en emotionele veranderingen.
De onbeheersbare eetbuien zijn het belangrijkste kenmerk van binge eating disorder. Tijdens zo'n eetbui eet iemand grote hoeveelheden voedsel, snacks of snoep in korte tijd. Alle kastjes worden leeggehaald of de persoon gaat speciaal hiervoor naar de winkel. Meestal wordt er doorgegeten totdat het voelt alsof de maag bijna op barsten staat en iemand is tijdens een eetbui de controle over zichzelf kwijt. De eetbuien kunnen wekelijks, dagelijks of zelfs meerdere malen per dag voorkomen. Meestal eet een persoon met deze stoornis uit schaamte alleen of in het geheim en na de eetbui heeft hij of zij vaak een walgelijk, schuldig of somber gevoel.
Iemand met binge eating disorder denkt vaak aan eten, zijn of haar lichaamsgewicht en hoe hij of zij eruit ziet. De persoon voelt zich zwak omdat het hem of haar niet lukt om de eetbuien te stoppen en hij of zij schaamt zich voor de eetbuien. Verder heeft iemand met deze eetstoornis het gevoel dat iedereen naar hem of haar kijkt en durft hij of zij niet goed meer over straat. Ook walgen personen met binge eating disorder van zichzelf, omdat hun gewicht toeneemt. Daarnaast lijden ze onder de eetbuien en het gepieker over hun lichaam en eten beheersen hun leven.
Personen met deze aandoening eten grote hoeveelheden ongezond voedsel en geven veel geld uit aan eten. Ze staan vaak op de weegschaal en houden hun eetgedrag verborgen voor hun omgeving. Er is alleen sprake van binge eating disorder als het al meer dan drie maanden aanhoudt en als de eetbuien niet worden gecompenseerd door bijvoorbeeld braken of het gebruik van laxeermiddelen.
Binge eating disorder kan na verloop van tijd ernstige gevolgen met zich meebrengen. Vaak voelen personen met deze eetstoornis niet meer goed aan wanneer ze nu wel of niet honger hebben. Ook krijgen ze te maken met overgewicht, lusteloosheid, chronische vermoeidheid en een hoge bloeddruk. Daarnaast gaat deze aandoening vaak gepaard met buikpijn, darmkrampen en vochtophopingen in de benen. Iemand kan ook problemen krijgen met het gebit en last krijgen van de gewrichten.
De complicaties kunnen echter nog een stap verder gaat. Door het dichtslibben van de aders kan iemand bijvoorbeeld een hartstilstand of een hersenbeschadiging krijgen. De kans op suikerziekte is ook hoger. Verder kan de eetstoornis leiden tot nieruitval, luchtweginfecties of blindheid.
In de DSM-5 wordt binge eating disorder slechts als een 'voorlopige diagnose' geïntroduceerd en valt het onder de eetstoornis NAO (niet anderszins omschreven), maar in de praktijk is deze eetstoornis wel geaccepteerd als aandoening. Meestal komt iemand met deze eetstoornis naar de huisarts voor een behandeling voor overgewicht. De huisarts stelt dan meerdere vragen en ontdekt dan of deze persoon ook last heeft van eetbuien. Bij ongeveer een derde van de personen die zich melden voor professionele hulp bij het afvallen is er ook sprake van een eetstoornis.
De huisarts zal voornamelijk kijken of er sprake is van eetbuien waarbij men het gevoel heeft de controle kwijt te zijn. Ook zal hij vragen of deze eetbuien gepaard gaan met een somber of schuldig gevoel en walging over zichzelf. Daarnaast wordt er gekeken of deze persoon veel met zijn of haar gewicht, lichaamsvormen en eetgedrag bezig is. Als laatste zal de huisarts ook onderzoeken of de cliënt een lage zelfwaardering heeft en of zijn of haar gevoel van zelfwaardering is gekoppeld aan het gewicht en de lichaamsvormen.
Er zijn verschillende behandelingsmogelijkheden voor binge eating disorder en vaak wordt ervoor gekozen om meerdere behandelingen te combineren. Het doel van de behandeling is om de controle over eten weer terug te krijgen. In de meeste gevallen is het volgen van cognitieve gedragstherapie het meest effectief. Deze vorm van therapie is erop gericht om de eetgewoontes te veranderen en andere manier aan te leren om met moeilijke situaties om te gaan. Dit zorgt ervoor dat iemand negatieve gevoelens niet meer hoeft weg te eten.
Verder kan er worden gekozen voor Cue Exposure Therapy. Hierbij wordt een eetbui uitgelokt met als doel om niet meer toe te geven aan de behoefte om te eten. Op die manier kan de koppeling tussen de uitlokker (de oorzaak) en de eetbui (het gevolg) worden verbroken. Verder kan de arts medicijnen voorschrijven voor binge eating disorder. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om middelen tegen epilepsie.
Iemand is volgens de officiële DSM-5 richtlijnen hersteld van binge eating disorder wanneer deze persoon ruim drie maanden lang geen eetbuien meer heeft gehad. Het kan tevens zo zijn dat iemand minder dan één keer per week last heeft van een eetbui en dit is dan niet meer onbeheersbaar. In dat geval is deze persoon ook hersteld van de eetstoornis. De persoon ervaart dan geen druk meer en lijdt niet meer onder de stoornis. Verder is het belangrijk dat deze persoon goed voor zichzelf en zijn of haar lichaam zorgt, zijn of haar energie richt op andere belangrijke zaken in het leven en de lichaamsbeleving niet meer allesbepalend is voor hoe deze persoon zich voelt over zichzelf.