Het zonnestelsel bestaat uit 8 verschillende planeten, een asteroïden gordel, manen en een paar dwergplaneten. De vier planeten die het dichts bij de zon staan worden aardse planeten genoemd, dit komt omdat de planeten een vaste bodem hebben. De planeten die verder in het zonnestelsel staan worden de gasreuzen genoemd, omdat ze voor een groot deel uit gassen bestaan. Als laatste komt de dwergplaneet Pluto, die uit een vaste, maar ijzige bodem bestaat. Het zonnestelsel bevat naast planeten en manen ook een heleboel kometen en asteroïden. De meeste asteroïden bevinden zich in de ruimte tussen Mars en Jupiter. De verzamelnaam voor al deze asteroïden is de asteroïdengordel.
De volgorde van de planeten vanaf de zon gaat als volgt:
Dwergplaneten zijn te vinden op verschillende plekken in het zonnestelsel.
Het zonnestelsel heeft 140 bekende manen. Deze manen bewegen allemaal in een baan om een van de planeten. Jupiter is de planeet met de meeste manen in het zonnestelsel. Meer informatie over de planeten, dwergplaneten en asteroïdengordel is op deze pagina te vinden op volgorde vanaf de zon.
Al heel lang geleden is de mensheid begonnen met het ontdekken van het universum, elke keer maakten we grotere stappen. De eerste ontdekkers van planeten hebben ze naar goden uit de Romeinse en Griekse mythologie genoemd. Sinds de uitvinding van de telescoop zijn er twee nieuwe planeten in het zonnestelsel ontdekt, Uranus en Neptunus.
De zon is het middelpunt van het zonnestelsel. Dit komt doordat de zon gigantisch groot is vergeleken met de planeten uit het zonnestelsel, zo groot dat de zon alleen al 99.8 procent van de massa van het zonnestelsel bevat. Een object dat zo groot is als de zon heeft een sterke aantrekkingskracht, de planeten uit het zonnestelsel zitten door deze aantrekkingskracht in een baan om de zon heen. De zon is een ster, net zoals andere sterren bestaat de zon dus ook compleet uit verschillende gassen.
Door kernfusie in de zon ontstaat er warmte en straling dat door het zonnestelsel reist, deze straling zorgt er voor dat er op aarde levensvormen kunnen groeien, door de energie die deze straling brengt. De zon heeft een kern die zo heet is dat we er niet te dicht bij in de buurt kunnen komen, er straalt namelijk een hitte van 15 miljoen graden Celsius vanaf. Aan het oppervlakte van de zon is de temperatuur veel lager, maar nog steeds enorm hoog vergeleken met de temperatuur op aarde. De zon is aan het oppervlakte namelijk meer dan 5000 graden Celcius.
Omdat ze zon zo duidelijk in de hemel staat hadden mensen er lang geleden al verschillende theorieën over. Het werd algemeen aangenomen dat de zon om de Aarde heen draaide in plaats van andersom. Toen de onderzoeker Copernicus de theorie van een zonnestelsel met de zon als middelpunt voorstelde kreeg hij veel kritiek. Later ontdekte een andere onderzoeker, Galileo Galilei, dat niet alle planeten in een baan om de Aarde reizen. Dit zorgde er voor dat de theorie van Copernicus opnieuw werd bekeken, en later algemeen werd geaccepteerd als de waarheid.
Op een afstand van 57.910.000 kilometer van de zon met een diameter van 4.880 kilometer is Mercurius de planeet die het dichtste bij de zon staat. Er zijn 7 planeten die verder weg van de zon staan dan Mercurius.
De temperatuur op Mercurius varieert het meeste van alle planeten in het zonnestelsel. Van 90 graden Kelvin tot 700 graden Kelvin. De temperatuur op Venus is een klein beetje hoger, maar ook een stuk stabieler. Mercurius heeft geen manen of andere satellieten. Mercurius is in veel opzichten vergelijkbaar met onze maan. Er zijn veel kraters te vinden op het oppervlak en heeft geen tektonische platen. Natuurlijk zijn er ook veel verschillen. Binnen in Mercurius is een grote ijzeren kern te vinden met een radius van ongeveer 1850 kilometer. De buitenlaag van Mercurius is slechts 500-600 kilometer dik.
De atmosfeer van Mercurius is vrij dun. Deze bestaat uit atomen die constant worden weggeblazen door zonnewind. Omdat Mercurius zo heet is, ontsnappen de atomen van de planeet en worden ze de ruimte in geschoten. Hierdoor veranderd de atmosfeer van Mercurius constant, in tegenstelling tot Aarde en Venus, waar de atmosfeer stabiel is.
In de Romeinse mythologie is Mercurius de boodschapper van de goden. De planeet heeft waarschijnlijk vernoemd naar Mercurius omdat hij zo snel door de hemel beweegt. De planeet Mercurius is al duizenden jaren herkend door mensen. Griekse astronomen wisten er al van. Heraclitus, een Griekse astronoom, geloofde destijds al dat de planeten die we nu kennen als Mercurius en Venus in een baan rondom de zon maakten. Destijds was dat een revolutionaire gedachten, omdat mensen voor duizenden jaren hebben gedacht dat de aarde het centrum van het universum is.
Tot 1962 werd gedacht dat één dag op Mercurius even lang duurde als één jaar op Mercurius. Dit zou betekenen dat altijd dezelfde kant van de planeet naar de zon staat. In 1965 is dit onjuist bewezen. Het is nu bekend dat Mercurius 3 keer om zijn as draait in 2 jaar.
Mercurius is bezocht door twee ruimtevoertuigen, de Mariner 10 en de Messenger. Mariner 10 heeft 3 maal voorbij de planeet gevlogen in 1974 en 1975. Slechts 45% van het oppervlak is toen in kaart gebracht. De Messenger is door de NASA in 2004 gelanceerd. In 2011 kwam het in de baan van Mercurius. Sinds dien heeft de Messenger meer dan 250.000 foto’s gemaakt van de planeet. De hele planeet is toen in kaart gebracht.
Mercurius is vaak zichtbaar met een simpele verrekijker. Soms kun je de planeet zelfs met het blote oog zien. Meestal zie je Mercurius vlakbij de zon staan, dit is omdat de planeet in een baan dicht rondom de zon gaat. Er zijn verschillende websites die de actuele stand van Mercurius laten zien in de hemel.
Venus is de tweede planeet vanaf de zon. Aarde is de planeet die het dichtst bij Venus in de buurt komt. Venus is na de zon en de maan het meest heldere object in de hemel. In de avond- of ochtendhemel lijkt Venus op een lichte ster. De planeet is een beetje kleiner dan aarde. Vanaf de aarde kunnen we niet kijken naar het oppervlak van Venus, omdat deze bedekt is met wolken. Toch hebben we het oppervlak van Venus kunnen bekijken. In ruimtemissies naar Venus is bekend geworden dat het oppervlak van Venus bedekt is met kraters, vulkanen, bergen en grote meren vol lava.
Het oppervlak van Venus is de laatste plek waar je wilt zijn. De temperaturen kunnen ijzer smelten, de atmosfeer is zo dicht dat je verpletterd zult worden door de druk en er zijn overal wolken die grotendeels uit zwavelzuur bestaan!
De atmosfeer op Venus bestaat grotendeels uit kooldioxide(co2) en dikke wolken van zwavelzuur. De atmosfeer vangt de warmte van de zonnestralen op en houdt deze ‘gevangen’. Door dit broeikaseffect is Venus de heetste planeet in het zonnestelsel.
De planeet Venus is vernoemd naar een godin uit de Romeinse mythologie. Venus was de godin van vegetatie, maar werd later gezien als de godin van de liefde en schoonheid. Deze naam dankt Venus hoogst waarschijnlijk aan de helderheid van de planeet. De planeet is, na de zon en de maan, het helderste object in de hemel. Door deze helderheid denken onderzoekers dat mensen het vroeger zagen als een teken van de godin van schoonheid, Venus.
Venus is een van de helderste objecten in de hemel en is altijd bij de zon in de buurt te zien. Venus heeft zelfs de bijnamen “Ochtendster” en “Avondster”. Wetenschappers hebben ontdekt dat Venus anders dan de aarde roteert. Daarom komt op Venus de zon in het westen op en gaat de zon in het oosten onder.
De aarde is onze thuisplaneet. Wetenschappers denken dat de Aarde biljoenen jaren geleden gevormd is. Er zijn 4 planeten in het zonnestelsel die groter zijn dan aarde, 3 zijn kleiner. Het is de derde planeet van de zon. Alleen Mercurius en Venus zijn dichter bij.
Aarde wordt ook wel de Goldilocks planeet genoemd. In het verhaal van Goldilocks en de Drie Beren is er een klein meisje dat Goldilocks heet. Alles in het leven van Goldilocks was fijn. Haar eten was nooit te warm of te koud en haar bed was ook niet te hard of te zacht. Op aarde is alles perfect voor levende dingen. Het is warm, maar niet te warm. Het heeft water, maar niet te veel water.
De aarde is de enige planeet die we kennen met veel vloeibaar water. Vloeibaar water is belangrijk voor leven. De aarde is de enige planeet waar leven is gevonden.
Vanaf de ruimte ziet de aarde er uit als een blauwe knikker met witte wervelingen en bruine, gele en groene vlekken. Het blauwe deel is water. Water is op het grootste deel van het aardoppervlak te vinden. De bruine, groene en gele gebieden zijn land. De witte wervelingen zijn wolken. Boven- en onderop de aarde zijn nog twee witte vlekken te vinden. Dit zijn geen wolken maar ijslandschappen. Wij kennen deze gebieden als de Noordpool en de Zuidpool.
De evenaar is een door mensen gecreëerde fictieve lijn over het midden van onze planeet. Kaartenmakers gebruiken deze lijn om de aarde in twee delen te verdelen. Het bovenste deel heet het noordelijk halfrond en het deel onder heet het zuidelijke halfrond.
De aarde beweegt rondom de zon. Het pad dat de aarde volgt heet een baan. De planeet aarde heeft 365 dagen nodig om een volledige trip rondom de zon te maken. Zo’n trip heeft een jaar. De aarde beweegt naast zijn baan ook op een andere manier. Aarde draait om haar as. Elke 24 uur wordt er een rondje gedraaid. Dit noemen we een dag.
De aarde staat een beetje scheef in verhouding tot de zon. Het seizoen hangt af of een plek richting de zon staat, of juist niet richting de zon.
In de zomer staat het noordelijke halfrond richting de zon, de zonnestralen raken het noordelijk halfrond in een rechte lijn. De dagen zijn langer en warmer. Het tegenovergestelde gebeurt in de winter. Op dat moment staat het noordelijk halfrond niet richting de zon. De dagen zijn korter en het is kouder. Als het zomer is in het noordelijk halfrond is het winter in het zuidelijk halfrond. In de lente en de herfst schijnt de zon even hard op beide halfronden.
Mars is de vierde planeet vanaf de zon in het zonnestelsel, één plaats verder dan de aarde. Mars staat op 200.000.000 kilometer afstand van de zon. De planeet Mars is ook kleiner van de aarde, ongeveer één zesde ervan. Mars staat bekend als de 'Rode Planeet', dit komt door de kleur die de planeet krijgt van de grote hoeveelheid ijzer die op Mars voorkomt. Er horen twee manen bij Mars, die net zoals bij aarde om de planeet zweven, genaamd Phobos en Deimos.
Mars is een erg koude planeet, de gemiddelde temperatuur van de planeet is -62 graden Celsius. Mars kent een ruwe omgeving, zoals grote rotsen en enorme kraters die gevormd zijn door meteorieten. Er komen zelfs vulkanen voor op Mars. Dit ruige landschap is overal op de planeet Mars te vinden. Net zoals op aarde zijn er ook wind en wolken op Mars, wat er voor kan zorgen dat het rode zand van de planeet in een zandstorm veranderd, soms zelfs met tornado's. Deze grote stormen kunnen de hele planeet bedekken.
Een groot verschil met aarde is dat Mars een andere zwaartekracht heeft. De planeet Mars heeft maar één derde van de zwaartekracht die we op aarde gewend zijn. Dit betekent dat objecten zoals stenen trager vallen op Mars dan op aarde. Een steen die 100 kilo op aarde weegt zal slechts 37 kilo wegen op Mars.
Mars is vernoemd naar een van de Romeinse goden. De god heette Mars en heerste over de vele oorlogen die de Romeinen voerden. Mars was misschien wel de meest populaire god in de Romeinse mythologie. Zijn twee zonen zouden de stichters van Rome zijn.
Tijdens de koude oorlog waren de wereldmachten druk bezig om als eerste de ruimte in te komen. Sinds dien heeft de ruimtevaart grote sprongen vooruit gemaakt, en de planeet Mars is dan ook meerdere keren bezocht. De eerste keer dat dit gebeurde was in 1976, door de NASA ruimtevoertuigen Viking 1 en Viking 2.
De planeet wordt tegenwoordig veel onderzocht door NASA. Deze Amerikaanse organisatie heeft Rovers op de planeet geplaatst. Een Rover is een kleine ruimterobot die rond kan rijden en zo de planeet Mars onderzoekt.
Het grootste deel van de asteroïden in het zonnestelsel zijn te vinden in een gebied tussen Mars en Jupiter. Al deze asteroïden samen heten de asteroïdengordel. Slechts een paar van deze asteroïden veranderen van baan. De vier grootste asteroïden in de gordel zijn Ceres, Vesta, Pallas en Hygiea. Zij zijn samen goed voor de helft van de massa van de asteroïdengordel. Er was ooit zelfs een theorie over de asteroïdengordel waarin gezegd werd dat op de plek van de asteroïdengordel eerst een vijfde steenachtige planeet was. Naast de vier grote asteroïden zijn er ontzettend veel kleinere objecten in de asteroïdengordel. Wetenschappers schatten dat alle objecten in de asteroïdengordel bij elkaar samen brengt, een wereld ontstaat die iets kleiner is dan de maan.
Het zonnestelsel bevat verschillende soorten asteroïden. Ze zijn gemaakt van verschillende mineralen. Een aantal voorbeelden zijn nikkel, ijzer, water en titanium. Asteroïden zijn dus aantrekkelijke doelwitten voor mijn-operaties zodra de mensheid haar bestaan uitbreidt tot internationale ruimtevaart. De asteroïden kunnen eventuele ruimte-kolonies voorzien van mineralen. Sinds 2013 zijn verschillende bedrijven geïnteresseerd geraakt. Er worden nog plannen gemaakt, ook NASA is hiermee aan de slag. Het grootste obstakel is op dit moment dat ruimtevaart te duur is. Wanneer er betaalbare ruimtevaart beschikbaar is kunnen mensen beginnen met het halen van mineralen uit asteroïden.
Jupiter is de grootste planeet. De planeet is zelfs zo groot dat alle andere planeten in het zonnestelsel samen nog niet even groot als Jupiter zouden zijn. De aarde alleen al zou meer dan 1300 keer in de planeet Jupiter passen. Jupiter is de vijfde planeet vanaf de zon. Vanaf de aarde is Jupiter bijna altijd een van de duidelijkste planeten in de hemel, dit komt doordat Jupiter zo enorm groot is. De enige planeet die duidelijker te zien is, is Venus. Jupiter bestaat uit verschillende soorten gassen, net zoals sterren. De planeet Jupiter is echter te klein om als ster gerekend te worden, het zou hiervoor 80 keer zo groot moeten zijn.
De planeet Jupiter is een grote bal gas. Jupiter is een gasplaneet. De planeet Jupiter ziet er kleurrijk uit omdat hij bestaat uit rode, bruine, gele en witte wolken. De wind op Jupiter heeft een snelheid van meer dan 600 kilometer per uur, dit is sneller dan tornado's. De gaswolken worden constant vooruit geduwd door de sterke wind, waardoor het lijkt alsof Jupiter strepen heeft.
Jupiter staat bekend om de grote rode vlek. De plek is ontstaan omdat er daar een grote storm is, die al een lange tijd bezig is. De plek is zo groot dat de aarde er meer dan drie keer in zou passen. De planeet Jupiter heeft ook kringen van materiaal die in een baan om de planeet zweven. Het zijn drie hele dunne ringen die niet zo opvallen.
Jupiter draait enorm snel om haar eigen as, het snelste van alle planeten in het zonnestelsel. Dit zorgt er voor dat een dag op Jupiter maar 10 uur duurt. De planeet draait wel in een grotere baan om de zon dan de aarde, een jaar duurt dus langer. Een enkel jaar op Jupiter duurt 12 aardse jaren. Jupiter heeft een heel erg koude atmosfeer. Daarnaast is de zwaartekracht ook anders dan we op aarde gewend zijn. Dit zorgt ervoor dat een object van 100 kilo op aarde 240 kilo zou wegen op Jupiter.
Jupiter is vernoemd naar een god uit de Romeinse mythologie. Jupiter was de oppergod. Hij was ook de heerser over hemel en onweer.
Jupiter heeft 53 genaamde manen. Onderzoekers hebben er later 14 bij gevonden, maar deze nieuwe manen hebben geen officiële namen ontvangen. De laatste maan is gevonden in 2011. De vier grootste manen van Jupiter zijn Ganymede, Callisto, Io, en Europa. Deze manen zijn al een lange tijd geleden ontdekt, in 1610.
Ganymede is de grootste maan van Jupiter, en daarmee ook meteen de grootste maan van het zonnestelsel. Ganymede is zelfs groter dan Mercurius en Pluto. Callisto is bedekt met verschillende kraters, de maan Io heeft een groot aantal vulkanen en Europa is compleet bedekt met ijs.
Saturnus is de zesde planeet vanaf de zon en de op één na grootste, na Jupiter. Het meest spectaculaire aan deze planeet zijn de ringen. Saturnus heeft naast de indrukwekkende ringen ook nog 62 manen met een naam en 9 niet genaamde manen.
De structuur van Saturnus, is in vergelijking met aarde, een stuk minder solide. Saturnus bestaat grotendeels uit helium(25%) en waterstof(75%). Er zijn ook sporen van water, methaan en ammonia. Net als Jupiter is Saturnus een gasreus. Je zult hier als mens geen moment overleven.
In de Romeinse mythologie is Saturnus de god van de landbouw. De planeet is bekend onder mensen sinds de prehistorie. Galileo heeft de planeet voor het eerst goed geobserveerd met een telescoop in 1610. Hij was in de war van de vreemde vorm van Saturnus omdat hij geen uitleg had voor de ringen. Tot 1659, want toen ontdekte Christiaan Huygens de ringen. De ringen van Saturnus bleven uniek tot 1977. Toen zijn er ook minder heldere ringen ontdekt rondom Uranus, Jupiter en Neptunus. Saturnus is voor het eerst bezocht door de Pioneer 11 in 1979.
In de avond is Saturnus goed te zien met het blote oog. Ook al is Saturnus bij lang en na niet zo helder als Jupiter, kun je de planeet snel vinden. Er zijn verschillende websites die de actuele positie van Saturnus vanaf jouw locatie kunnen weergeven. De ringen en grote manen van Saturnus zijn al te zien met een kleine, eenvoudige telescoop.
De twee meest opvallende ringen zijn ring A en ring B. Deze twee ringen zijn het dichtst bij Saturnus. Daarna komt een kleine tussenruimte, waarna ring C volgt. De ruimte tussen ring B en ring C heet de Cassinischeiding. De ruimte tussen Jupiter en ring A heet de Enckescheiding. Een ruimtevoertuig dat “The Voyager” heet heeft foto’s van Saturnus gemaakt waarop te zien is dat er nog vier extra ringen zijn. Deze zijn minder goed te zien dan de andere ringen.
De ringen zien er vanaf aarde uit alsof ze van één blok zijn gemaakt. Dit is niet waar. De ringen van Saturnus zijn gemaakt van ontelbaar veel kleine deeltjes die in een onafhankelijke baan rondom de reuzeplaneet reizen. De grootte van deze deeltjes varieert van centimeters tot meters. Het is waarschijnlijk dat er ook een aantal brokken van kilometers groot tussen zweven. De deeltjes bestaan voornamelijk uit ijs en stukjes steen bedekt met ijs.
De ringen van Saturnus zijn bijzonder dun. Ze zijn 250.000 kilometer in diameter, maar minder dan een halve kilometer dik.
Uranus is de zevende planeet van de zon in het zonnestelsel. Het is in diameter de op twee na grootste planeet. Uranus heeft een grote diameter, maar een verrassend kleine massa. Hierdoor is de planeet groter in diameter dan Neptune, maar kleiner in massa. De planeet Uranus is de eerste planeet die ontdekt is in de moderne tijd. William Herschel heeft deze ontdekking gemaakt in 1781 met zijn telescoop. Hiervoor is de planeet meerdere keren gezien en zelfs genoemd, maar Uranus werd altijd gezien als een ster en was dus nog niet ontdekt. De enige keer dat Uranus is bezocht was in 1986, door de Amerikaanse Voyager 2.
De planeet Uranus bestaat over het algemeen uit verschillende soorten rots en ijs, met maar 15 procent hydrogeen en een beetje helium. De planeten Jupiter en Saturnus bestaan grotendeels uit gassen, terwijl Uranus een solide ondergrond heeft.
Uranus heeft grote gaswolken die het oppervlak bedekken. Deze gaswolken zijn niet goed zichtbaar, toch absorberen de wolken al het rode licht. Het licht wordt geabsorbeerd omdat de gaswolken rijk zijn aan methaan. Hierdoor ziet Uranus er uit als een volkomen blauwe planeet.
De planeet Uranus is vernoemd naar een god uit de Griekse mythologie. Uranus was de eerste god en daarmee ook een van de machtigste. In 1850 werd de planeet officieel Uranus genoemd.
Uranus heeft ook ringen, 13 welgeteld! Net als bij Jupiter zijn de ringen van de planeet erg donker en niet goed te zien. Ze bevatten meer materiaal dan de ringen van Jupiter, met kleine brokstukjes van stof tot grote rotsen met een diameter van 10 meter. De ring die het best zichtbaar is heet de Epsilon ring. Onderzoekers verwachten dat er nog onontdekte manen in de ringen van Uranus zitten, naast de 27 erkende manen die de planeet al heeft.
Het is de planeet die het verste van de zon af staat. Neptunus is de op drie na grootste planeet in het zonnestelsel. De planeet ziet er blauw uit.
De planeet Neptunus is in 1846 ontdekt door Franse onderzoekers op een plek waar Engelse onderzoekers de planeet hadden voorspelt. Hierdoor brak er een discussie aan over wie het recht had om de planeet een naam te geven. Beidde landen zijn uiteindelijk beloond voor de ontdekking van de planeet. Neptunus is vernoemd naar een god uit de Romeinse mythologie, Neptunus. Dit was de god van de zee.
Neptunus heeft een atmosfeer die erg veel op die van Uranus lijkt. Er zijn verschillende soorten steen en ijs aanwezig met een lage hoeveelheid hydrogeen. Het grootste verschil met Uranus is dat Neptunus een kern heeft. De kern van Neptunus bestaat uit rotsachtig materiaal en heeft ongeveer dezelfde grote als de aarde. Neptunus heeft een zelfde laag gassen als Uranus, met de aanwezigheid van methaan. Hierdoor komt ook op Neptunus geen rood licht door, en lijkt de planeet volkomen blauw.
Net als andere gas planeten heeft Neptunus ook een sterke aanwezigheid van de wind. Er zijn veel grote stormen, deze stormen zijn de snelste in het hele zonnestelsel met een snelheid van 2000 kilometer per uur. Neptunus heeft een interne hitte bron, dit is iets wat de planeten Jupiter en Saturnus niet hebben. Deze interne hitte bron zorgt voor twee keer zo veel hitte dan de hitte die de zon naar Neptunus brengt.
Neptunus heeft twee verschillende ringen. De ringen zijn niet goed te zien, en het is pas ontdekt dat het complete ringen waren toen de Amerikaanse Voyager 2 de planeet van dichterbij kwam onderzoeken. De buitenste ring van Neptunus heet Adams. Deze ring is onderverdeeld in drie verschillende bogen. Deze drie bogen heten Liberty, Equality en Fraternity. De namen staan voor vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Dwergplaneten lijken op veel manieren op normale planeten, toch zijn ze niet hetzelfde. De internationale definitie van een dwergplaneet is:
Het grootste verschil is dat een planeet zijn baan rondom de zon vrijgemaakt heeft de van andere objecten. Er zijn 5 officieel erkende dwergplaneten in het zonnestelsel. Dit zijn Ceres, Pluto, Haumea, Makemake en Eris. Ceres is te vinden in de asteroïdengordel, de andere dwergplaneten bevinden zich in het buitenste deel van ons zonnestelsel.
Pluto is de meest bekende dwergplaneet. Sinds de ontdekking van Pluto in 1930 tot 2006 werd de dwergplaneet zelfs als negende planeet van het zonnestelsel geclassificeerd. Dat Pluto de negende planeet in het zonnestelsel was, is niet helemaal waar. Op sommige momenten was Pluto dichterbij de zon dan Neptunus.
Planeet Pluto veranderde in 2006, toen er verschillende andere ‘planeten’ zoals Pluto werden ontdekt. De Internationale Astronomische Unie (IAU) besloot om Pluto net als de andere objecten niet meer als planeet maar als dwergplaneet te classificeren.
