Officieel heet deze plant Chlorophytum. Er zijn vele soorten Chlorophytum, maar de meest bekende is de Chlorophytum Comosum Variegatum. Deze heeft een witte streep over het blad. Veel beginnende planten liefhebbers starten met een Graslelie. De plant staat bekend als een echte “hard to kill”. Je kunt hem rustig even verwaarlozen. Hij zal dan slap gaan hangen, maar zodra je weer water geeft leeft hij weer helemaal op. Daarbij is de plant ook niet veeleisend aan de standplaats: schaduw of zon is prima. Tot slot is een leuk voordeel aan deze plant dat hij makkelijk is te stekken. Zet een uitloper van de Graslelie op water en binnen no time heb je een nieuwe plant. Lukt altijd!
Wil je liever een wat grotere kamerplant dan kun je gaan voor de Rhapis. De Rhapis is een palmsoort die ook wel eens “Stokpalm” of “Bamboepalm” wordt genoemd. Deze komt oorspronkelijk uit Azie, maar doet het prima in onze woningen. Het is een enorm sterke kamerplant die weinig aandacht nodig heeft (mag wel natuurlijk!). Een groot voordeel aan de Rhapis is dat hij een standplaats in de schaduw ook prima vindt. De meeste kamerplanten hebben overdag flink wat uren licht nodig, maar een Rhapis kan prima wat verder van een raam af staan. Dat is een van de redenen dat je hem vaak in kantoren ziet staat.
Een andere makkelijke kamerplant van een flink formaat is de Yucca. Dit is een stoere kamerplant met bladeren op dikke stammen. Een Yucca heeft vrij weinig verzorging nodig: 1x per week een beetje water is voldoende. Een ander voordeel is dat deze plant vrij resistent is voor ziektes en beestjes. Je hebt dus lang plezier van een Yucca. In totaal zijn er meer dan 40 soorten te koop. Ze variëren in blad, hoogte en breedte. Zo is er voor iedere kamer wel een geschikte Yucca te vinden!
De vorige twee planten waren vrij groot en zetten mensen doorgaans op de grond. Heb je een plekje over op een kast of een hoge plank? Dat is een mooie gelegenheid voor een hangplant! Ook binnen de hangplanten zijn er zat keuzes die weinig verzorging nodig hebben. Denk bijvoorbeeld aan het Chinees Lantaarnplantje, officieel Ceropegia woodii. Dit is een hangplantje met leuke blaadjes in de vorm van een hartje. Een van de bijnamen van deze plant is dan ook “String of Hearts”. De andere bijnaam is "Chinees Lantaarnplantje". De bloemen van deze plant vormen een soort kelkjes, in de vorm van de traditionele Chinese lantaarns. Het Chinees Lantaarnplantje heeft maar 1x per week een klein beetje water nodig. Vergeet je het? Geen probleem! De plant komt oorspronkelijk uit droge gebieden van Afrika. Daar krijgt hij soms weken geen water. Voor deze plant geen enkel probleem!
Kamerplanten
We blijven nog even bij de hangplanten. De Tradescantia Zebrina heb je vast wel eens zien hangen. Het is een leuke kamerplant met kleine, paarse blaadjes. Over deze blaadjes loopt een zilvere streep. Vandaar de naam “Zebrina”. Deze hangplant is vooral bekend als makkelijke plant omdat hij zeer snel groeit. In het Engels heeft hij de bijnaam “Inch plant” omdat hij tot wel een inch per dag kan groeien (zo’n 2,5 centimeter). Ook kun je deze plant zeer makkelijk stekken. Knip gewoon een stengel af, zet deze op water en je hebt binnen een paar weken alweer een nieuw plantje.
Deze Pilea Glauca, of voluit Pilea Glaucophylla is familie van de Pannekoekplant. Het verschil is dat de blaadjes van deze Pilea een stuk kleiner zijn. Deze kleine, grijze blaadjes groeien op lange rode stelen. Zeker als je al wat meer planten in je kamer hebt staan is de Glauca een leuke variatie. Deze plant groeit oorspronkelijk op rotsachtige gebieden of op omgevallen bomen in de schaduw. Dat betekent dat hij af kan met zeer weinig verzorging. Gewoon af en toe een beetje water, deze Pilea klaagt niet. En wordt ie te groot? Dan snoei je hem gewoon wat terug. Veel planten moeten op een hele specifieke manier worden gesnoeid, deze niet.
Als we het hebben over “makkelijke kamerplanten” is de Aloe Vera familie de eerste die bij veel mensen opkomt. Aloe Vera planten staan bekend als echte “hard to kill”. Hij valt onder de vetplanten. Dit heeft een aantal voordelen. Ten eerste omdat hij water kan opslaan in de dikke bladeren. Zo kan Aloe Vera best een tijdje zonder water. Een ander voordeel van vetplanten is de standplaats. Van oorsprong staan deze planten vaak in de brandende zon, maar doen ze het ook goed op meer schaduwrijke gebieden. Dit maakt dat je het niet snel fout kunt doen met jouw Aloe Vera. Tot slot is een voordeel de behoefte aan voeding. In de natuur groeit deze plant in rotsachtige gebieden waar weinig voeding in de bodem zit. Heb je een Aloe in huis, dan hoef je dus niet wekelijks aan de slag met allerlei speciale soorten kamerplanten voeding. Een paar keer per jaar een beetje kunstmest is ruim voldoende.
In Nederland heeft deze plant de bijnaam “Vrouwentongen”. Deze lijkt een beetje op de Aloe Vera, maar gaat nog een stapje verder. In 2009 is hij namelijk uitgeroepen tot Studentenplant van het jaar. Van alle deelnemende planten doorstond de Sansevieria de allerergste verwaarlozing. En er zit altijd wel een Sansevieria tussen die je aan staat. Ze zijn er met hele dikke en hele dunne bladeren. Ook zijn er uitvoeringen met egale kleuren en strepen. De plant groeit niet snel en heeft dan ook weinig voeding nodig. Een ander voordeel van het langzame groeitempo is dat je hem niet snel hoeft te verpotten.
Van de Zamioculcas zou je niet zeggen dat het een makkelijke kamerplant is. Hij geeft mooie, donkergroene bladeren op lange stelen. De plant glimt zelfs een beetje. Een welkome aanvulling dus! De Zamioculcas stelt zeer weinig aandacht aan de verzorging. Hij zal het prima doen in de schaduw, maar ook een standplaats met wat meer licht is prima. Ook fijn aan deze plant is dat hij vrij weinig water en voeding nodig heeft. Gewoon maar lekker met rust laten is eigenlijk het beste advies voor de Zamioculcas.
