Normaal gesproken ligt de baarmoeder achter het schaambeen laag in het bekken. De baarmoeder ligt aan de voorzijde van het lichaam tegen de blaas aan en aan de achterzijde tegen de endeldarmrectum. De plaats van de baarmoeder is een beetje flexibel (er is wat extra ruimte) en de positie kan iets variëren als de blaas of het rectum gevuld is en uitzet.
Op het moment dat de blaas en het rectum niet helemaal zijn uitgezet, ligt de baarmoeder bij ongeveer negentig procent van de vrouwen in anteversie en anteflexie. Anteversie betekent dat de baarmoeder in zijn geheel iets naar voren is gekanteld en anteflexie betekent dat het baarmoederlichaam ten opzichte van de baarmoederhals naar voren is gebogen. Dit laatste zorgt voor een kleine knik tussen het baarmoederlichaam en de baarmoedermond.
Als er sprake is van een gekantelde baarmoedeer met retroversie, betekent dit dat de baarmoeder naar de achterzijde van het lichaam is gekanteld. Dit kan in sommige gevallen gepaard gaan met retroflexie, maar dit hoeft niet zo te zijn.
Als de baarmoeder in retroversie ligt, hoeft er niet direct sprake te zijn van een afwijking. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de baarmoeder bij een volle blaas iets naar achteren wordt geduwd. Na het legen van de blaas zal de baarmoeder dan weer terug gaan naar anteversie. Daarnaast komt het bij zwangere vrouwen regelmatig voor dat de baarmoeder in de eerste weken van de zwangerschap iets naar achteren ligt. Verder kan de baarmoeder tijdens de menopauze iets naar achteren zakken, omdat de bindweefsels rondom de baarmoeder dan zwakker worden.
Het kan echter ook zo zijn dat de retroversie van de baarmoeder het gevolg is van een onderliggende afwijking of aandoening. In dat geval ligt de baarmoeder meestal continu in retroversie, oftewel gefixeerde retroversie. Een langdurige ontsteking in het bekken, endometriose of het ontstaan van cysten en tumoren in de baarmoeder, de eileiders of omliggende organen kunnen mogelijke oorzaken zijn van gefixeerde retroversie. Hierdoor kunnen namelijk verklevingen van littekenweefsel ontstaan, waardoor de baarmoeder naar achteren komt te liggen.
Een enkele keer is het mogelijk dat de retroversie ontstaat na een zeer zware bevalling, waarbij de banden waarmee de baarmoeder vastzit hun steunfunctie (deels) hebben verloren. Dit heeft als gevolg dat de baarmoeder naar achteren kantelt en zeer beweeglijk is. In dit geval spreken we ook wel van het Allen-Masters-syndroom.
Indien de retroversie van de baarmoeder spontaan optreedt, krijgt de patiënte over het algemeen geen klachten. Er treden echter wel symptomen op als de retroversie het gevolg is van een afwijking of aandoening. Afhankelijk van het soort afwijking of aandoening kunnen er verschillende klachten optreden. Zo kan men last krijgen van pijn in het bekken of de rug, een drukkend, vol gevoel in he tbekken en menstruatiestoornissen. Ook is het mogelijk dat de patiënte tijdens de geslachtsgemeenschap te maken krijgt met pijn in de vagina, onderbuik of rug. Niet goed kunnen uitplassen, obstipatie en problemen met zwanger worden zijn andere voorkomende klachten.
Aan de hand van een lichamelijk onderzoek kan de behandelend arts onderzoeken of er sprake is van retroflexie van de baarmoeder. Hiervoor brengt hij zijn wijs- en middelvinger in de vagina en met de andere hand voelt hij de baarmoeder via de buikwand. De arts beweegt beide handen naar elkaar toe om een indruk te krijgen van de ligging van de baarmoeder. De behandelend arts kan verder door middel van een echoscopisch onderzoek onderzoeken of er sprake is van een afwijking of een aandoening aan de baarmoeder.
Indien het de patiënte niet lukt om zwanger te worden en het erop lijkt dat de retroversie van de baarmoeder hiervan de oorzaak is, kan de arts een Hühner-test uitvoeren. Dit wordt gedaan nadat het stel geslachtsgemeenschap heeft gehad. De behandelend arts onderzoekt dan of er actief sperma wordt aangetroffen in de vagina in plaats van in de baarmoederhals. Als dit het geval is, betekent dit dat het sperma door de retroversie de baarmoederhals niet kan bereiken.
De meeste patiënten ervaren geen klachten als gevolg van de retroversie en er hoeft dan ook niets aan gedaan te worden. Indien de patiënte wel klachten ervaart, kan de arts de baarmoeder in de normale positie duwen en een pessarium (een plastic ring) aanbrengen om de baarmoeder op zijn plaats te houden. Een operatie is meestal nodig als er sprake is van een gefixeerde retroversie. In sommige gevallen zal de baarmoeder in zijn geheel worden verwijderd, bijvoorbeeld als de patiënte bijna in de menopauze is of geen kinderwens meer heeft.
Bij een gekantelde baarmoeder kan er ook sprake zijn van retroflexie. In dat geval ligt de baarmoeder niet in zijn geheel naar achteren, maar het baarmoederlichaam maakt een naar achteren gerichte hoek met de baarmoederhals. Het kan zo zijn dat dit gepaard gaat met retroversie, maar dit is niet altijd het geval. Bij ongeveer tien procent van de vrouwen ligt de baarmoeder spontaan in retroflexie.
Retroflexie van de baarmoeder wordt niet altijd als een liggingsafwijkings beschouwd. Bij ongeveer tien procent van de vrouwen ligt de baarmoeder spontaan in deze positie en bij Indonesische vrouwen is dit zelfs negentig procent. Daarnaast kan het ook voorkomen dat de retroflexie tijdelijk optreedt bij een volle blaas, aan het begin van de zwangerschap, na de bevalling of in de puberteit.
Retroflexie van de baarmoeder kan echter net als retroversie ook ontstaat als gevolg van een afwijking of aandoening. Zo kunnen tumoren of cysten in de baarmoeder of littekenweefsel verkleding na endometriose of een ontsteking ervoor zorgen dat de baarmoeder gedwongen in retroflexie ligt. Dit kan ook het gevolg zijn van een verzakking van de baarmoeder. In het geval van gedwongen retroflexie spreken we wel van een liggingsafwijking.
Als er sprake is van een spontane vorm van retroflexie, zal dit over het algemeen zelden gepaard gaan met klachten. Bij de gedwongen vormen van retroflexie treden er meestal ook geen symptomen op. Het kan echter wel voorkomen dat de patiënte last krijgt van pijn in de vagina, de onderbuik of rug tijdens de geslachtsgemeenschap. Verder kan het voor zwangere vrouwen met retroflexie moeilijker zijn om te plassen, doordat de baarmoeder op de blaas drukt. Ook kan de patiënte de urine lange tijd vasthouden. Retroflexie van de baarmoeder kan er net als retroversie in sommige gevallen voor zorgen dat het niet lukt om zwanger te worden.
Net als wanneer er sprake is van retroversie van de baarmoeder zal de behandeld arts de diagnose van retroflexie stellen aan de hand van een lichamelijk onderzoek. Verder kan hij ervoor kiezen om een echoscopisch onderzoek uit te voeren om te onderzoeken of er sprake is van een afwijking of aandoening aan de baarmoeder.
Retroflexie van de baarmoeder hoeft niet behandeld te worden als de patiënte geen last heeft van klachten. Indien de patiënte echter wel te maken heeft met klachten als gevolg van de retroflexie, kan de arts een pessarium inbrengen om de baarmoeder in de normale positie te brengen. Indien de retroflexie is ontstaan als gevolg van een afwijking of aandoening, kan er worden overgegaan tot een operatie. Hiermee kan de ligging van de baarmoeder worden veranderd en eventueel kan de baarmoeder in zijn geheel worden verwijderd.