Hersentumoren kunnen worden onderverdeeld in verschillende soorten. Allereerst kunnen we een onderscheid maken tussen intracerebrale tumoren die in het hersenweefsel zelf ontstaan en extracerebrale tumoren die in een ander weefsel binnen de schedel ontstaan. Aangezien een extracerebrale tumor op de hersenen drukt, kan het hersenweefsel beschadigd raken. Een vorm van een extracerebrale tumor is een meningioom. Deze hersentumor ontstaat in de hersenvliezen.
Intracerebrale hersentumoren komen vaker voor dat extracerebrale tumoren. Bij dit soort tumoren kunnen we een onderscheid maken tussen primaire en secundaire tumoren. Als het gaat om een primaire tumor, is deze tumor direct in het hersenweefsel zelf ontstaan. Bij een secundaire hersentumor is de kanker eerst ergens anders in het lichaam begonnen (bijvoorbeeld in de longen of de borst) en uitgezaaid naar de hersenen. We noemen een secundaire hersentumor ook wel een hersenmetastase. Een glioom is een voorbeeld van een primaire, intracerebrale tumor en komt ook het vaakst voor. Deze hersentumor ontstaat in de steuncellen in het hersenweefsel (gliacellen). Het ependymoom en medulloblastoom zijn andere vormen van hersentumoren die slechts zelden voorkomen.
Het is vaak niet helemaal duidelijk wat nu precies de oorzaak is van een hersentumor. Wel weten we dat een hersentumor zou kunnen worden veroorzaakt door röntgenstraling. De tumor ontstaat dan meestal vijftien tot twintig jaar na de bestraling. Bij ongeveer één op de honderd mensen die ooit is bestraald ontstaat een hersentumor, dus het risico is niet heel groot.
Bij een hersentumor verstoort een verandering in de genen van de tumorcellen het celdelingsmechamisme. Hierdoor gaan de tumorcellen zich ongeremd delen en vormen zich ten slotte tot een gezwel. Ook al ontstaat een tumor als gevolg van veranderingen in de genen, toch is er bij een hersentumor slechts in zeldzame gevallen sprake van een erfelijke aanleg.
Als je een hersentumor hebt opgelopen, kan het om een goedaardige of een kwaadaardige tumor gaan. Een kwaadaardige hersentumor kan uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Dit is bij een goedaardige tumor niet het geval. Wel is het zo dat een goedaardige tumor net als een kwaadaardige tumor ruimte inneemt in de schedel. Hierdoor raak gezond hersenweefsel in de verdrukking, waardoor het kan beschadigingen. Ook bij een goedaardige tumor kun je dus last krijgen van symptomen hersentumor.
Hersentumoren worden onderverdeeld in vier verschillende gradaties. Bij graad 1 is er sprake van een goedaardige tumor en bij de andere drie gradaties is er in toenemende mate sprake van een kwaadaardig karakter.
De symptomen hersentumor die kunnen optreden zijn afhankelijk van de grootte, de locatie en de groeisnelheid van de tumor. Het meest voorkomende symptoom is aanhoudende hoofdpijn. Dit is het gevolg van de drukverhoging in de hersenen. De verhoging van de druk kan worden veroorzaakt doordat de tumor extra ruimte inneemt, doordat de tumor de doorstroming van hersenvocht blokkeert en/of doordat vocht zich in het hersenweefsel rondom te tumor ophoopt (oedeem).. De hoofdpijn kan toenemen op momenten dat de druk ook toeneemt, bijvoorbeeld bij het niezen, bukken of persen. Het is mogelijk dat de hoofdpijn gepaard gaat met misselijkheid en braken, met name in de vroege ochtend.
Als de druk in de hersenen sterk toeneemt, kun je hierdoor suf worden. Verder kun je problemen krijgen met zien als de druk in de hersenen gedurende langere tijd verhoogd is. Als gevolg hiervan ontstaat er namelijk ook druk op de oogzenuwen, waardoor je last kunt krijgen van wazig of dubbel zien.
Verder kunnen er bij een hersentumor veranderingen optreden in het verstandelijk vermogen en het gedrag. Vaak groeit de hersentumor een tijdlang onopgemerkt. Dit kan voorkomen als de tumor zich in een deel van de hersenen bevindt waar uitval niet snel opvalt. Na verloop van tijd kun je echter wel last krijgen van veranderingen in de verstanelijke vermogens. Zo kun je bijvoorbeeld trager gaan denken of te maken krijgen met geheugenproblemen. Een hersentumor kan ook leiden tot veranderingen in het gedrag, bijvoorbeeld minder geremd zijn.
Indien een hersentumor op het hersenweefsel drukt of het beschadigt, zal dit weefsel minder goed kunnen functioneren. Hierdoor kun je last krijgen van uitvalsverschijnselen. Zo kan een hersentumor bijvoorbeeld samen gaan met verlamming. Dit komt voor als de tumor is gelegen in de buurt van zenuwcellen die de bewegingen sturen. Als gevolg van de druk of beschadigingen van de tumor, kan er zwakte van de spieren optreden. Dit is in het begin niet altijd direct op te merken als verlamming. Je kunt bijvoorbeeld enkel minder goed de veters strikken of een vork vasthouden. Deze symptomen hersentumor kunnen echter verergeren en uiteindelijk kunnen meer delen van het lichaam verlamd raken. Zo kan bijvoorbeeld een been gaan slepen en door krachtverlies kun je dingen laten vallen.
Taalproblemen behoren ook tot de uitvalsverschijnselen die kunnen optreden bij een hersentumor. De centra voor taal en spraak liggen meestal in de grote hersenhelft aan de linkerzijde. Als hier een tumor ontstaat kan dit problemen met taal geven, zoals woorden verkeerd uitspreken, niet meer op bepaalde woorden kunnen komen of anderen niet goed meer begrijpen. Verder kun je te maken krijgen met problemen met zien of horen. Als een tumor achter in de hersenen ligt, kun je bijvoorbeeld bepaalde obstakels in hetzelfde deel van het gezichtsveld niet zien. Dubbelzien of wazig zien kan ook voorkomen bij een hersentumor. Indien de hersentumor tegen de hersentumor drukt of is ontstaan in de kleine hersenen, kun je last krijgen van slechter horen of duizeligheid.
Het is daarnaast mogelijk dat er gedragsveranderingen ontstaan. Dit komt vaak voor bij personen met een tumor in het voorste gedeelte van de hersenen, maar veranderingen in het gedrag kunnen ook voorkomen als de hersentumor op een andere plaats in de hersenen is ontstaan. Je kunt hierdoor bijvoorbeeld passiever worden, minder emoties vertonen en minder spontaan of trager reageren. Het is ook mogelijk dat je sneller geïrriteerd, rusteloos of chaotisch bent. Het gedrag en de emoties kunnen soms ook van het ene op het andere moment veranderen. Personen met een hersentumor merken deze gedragsveranderingen niet altijd zelf op. Meestal signaleren mensen uit hun directe omgeving dit eerder.
Een tumor in de hersenen kan daarnaast ook gepaard gaan met epileptische aanvallen. Als gevolg van een soort kortsluiting door irritatie van het hersenweefsel, kan een epileptische aanval ontstaan. Indien je op volwassen leeftijd bent en nog nooit eerder een epileptische aanval hebt gehad, kan het voordoen van een epileptische aanval wijzen op een hersentumor. Soms gaat het om een lichte epileptische aanval, waarbij je enkel last krijgt van schokjes in een hand. Het is echter ook mogelijk dat je een ernstige aanval krijg, waarbij je plotseling valt en bewusteloos raakt. Daarna zullen de armen en benen zich gaan strekken en heftig schokken. Bij dit soort aanvallen laat iemand vaak ook de urine lopen en het is ook mogelijk dat iemand door het aanspannen van de kaakspieren harrt op de tong bijt.
Om de diagnose hersentumor te stellen zal de behandelend arts eerst een aantal onderzoeken willen uitvoeren. Eerst zal er worden gevraagd van welke symptomen hersentumor je last hebt, waardoor de arts kan vermoeden of het om een hersentumor gaat. Indien dit het geval is of als blijkt dat klachten verder moeten worden onderzocht, zul je in aanmerking komen voor aanvullend onderzoek. Met behulp van een CT-scan of een MRI-scan kan de behandelend arts een hersentumor in beeld brengen en aan de hand hiervan kan hij of zij ook de grootte, de locatie en de aard van de tummor bepalemn.
Met behulp van een weefselonderzoek kan definitief de diagnose worden gesteld. Een deel van de hersentumor wordt voor het weefselonderzoek weggenomen en dit wordt vervolgens onderzocht door een (neuro)patholoog.
Aan de hand van de ernst, de grootte en de locatie van de hersentumor zal de behandelend arts kiezen voor een bepaalde behandelingsmethode. Ook zal de arts hierbij rekening houden met de symptomen hersentumor die optreden en de algehele toestand van de patiënt. Vaak is een operatie de eerste stap. Deze ingreep kan soms ook al nodig zijn voor het stellen van de definitieve diagnose. Met behulp van een grotere operatie kan de hersentumor zoveel mogelijk worden verwijderd en acute klachten worden bestreden. De tumor zlef kan daarnaast ook worden behandeld met chemotherapie en/of bestraling (radiotherapie). Deze behandelingsmethoden zijn gericht op genezing en bestrijden daarnaast ook de symptomen hersentumor.
Verder zijn er nog andere mogelijkheden om de symptomen hersentumor te verminderen. Dit wordt gedaan met behulp van medicatie. De behandelend arts kan bijvoorbeeld middelen voorschrijven die epileptische aanvallen onderdrukken en medicijnen die de ontwikkeling van vocht in de hersenen remmen. Daarnaast kunnen de symptomen hersentumor worden bestreden met pijnstillers en medicatie tegen misselijkheid.