Zwarte vlaggen, geheime schatkisten en zeegevechten je kent het wel de piraten. Dit zijn één van de eerste dingen waaraan je denkt bij Piraten. Rond 1500 begon een 300 jaar lange periode van de piraterij, genaamd de gouden eeuw van de piraterij. In de tijd van de gouden eeuw van piraterij waren er drukbevaren handelsroutes in de Wereld. Deze schepen ook koopvaardijschepen genoemd, hadden voornamelijk tabak, koffie, suiker, edelmetalen en slaven bij zich. Dit zorgde voor grote opbrengsten voor Nederland, Portugal, Frankrijk, Spanje en Engeland. In deze tijd groeide de handel via zee alleen maar, tegelijkertijd groeide de piraterij ook.
Tussen Europese grootmachten werd een einde aan de oorlogen gemaakt in 1713. Dit zorgde ervoor dat ze hun oorlogsvloten moesten vernietigen. Onder matrozen zorgde dit voor erge werkeloosheid en moesten ze opzoek naar een nieuwe werkplek. Dit leidde dat veel van deze matrozen begonnen als piraat als hun nieuwe baan. Ook waren er mensen die slecht betaald werden op handelsschepen en zich in slechte omstandigheden bevonden. Een leven op zee onder piraten klonk daarom zo slecht nog niet met geld en bekendheid. De bemanning van de piraten groeide door het kapen van schepen, hierna werden de bemanning verplicht om zich aan te sluiten.
Piraten op zee waren meestal mannen, er zijn in de geschiedenis wel een paar uitzonderingen die vrouwelijke piraten kent. Op de schepen bevonden verschillende bemanningsleden uit verschillende continenten. De mensen die in slavernij leefde zagen piraterij als een ontsnapping van de slavernij. Ze zagen vele redenen om zich aan te sluiten bij de piraten.
Het leven op zee was niet makkelijk, je moest hard, sterk en in een goede staat zijn. In het leven van een piraat was je jeugd een belangrijk onderdeel. De kapiteins gaven voorkeur aan bemanningsleden die niet getrouwd waren. Hierdoor zouden ze niet zomaar voor familie problemen ervandoor gaan. Tussen 1716 en 1726 was maar vier procent van alle piraten getrouwd.Het aantal leden op een schip waren meestal rond de 80 man. Op een normaal handelsschip waren dit er maar 20. Hierdoor waren piraten angstaanjagend als ze op je af kwamen door de grote aantallen. Een piraat was je niet voor heel je leven. Je deed het meestal maar een paar jaar tot je genoeg verdiend had en deed het daarna rustig aan. De meeste haalde dit al niet, ze werden geëxecuteerd of gevangengenomen.
Zwartbaard ook wel Edward Thatch genoemd, was een piraat in de periode van 1716 tot 1718. In een korte tijd wist Thatch maar liefst 20 schepen te veroveren. Veel mensen vonden Thatch een angstaanjagende man. Met zijn zwarte baard en de vele wapens om zijn lichaam, kregen de vijanden de rillingen van hem. In zijn baard deed die brandende lonten zodat zijn vijanden nog meer angst kregen. Hierdoor volgde een rookwolk hem. Edward Thatch kreeg de bijnaam Black Beard door deze manieren van handel. Het einde van Edward Thatch was in 1718 hier werd hij gedood tijdens een vuurgevecht.
Piet Hein was een Nederlandse piraat, die bekend staat voor zijn verovering op de Spaanse zilvervloot. Hein deed dit in de naam van de WIC. Na 1623 mocht Piet Hein schepen in beslag nemen die iemand in gedachte had. De focus lag vooral op Spaanse en Portugese schepen. Op deze schepen waren ze opzoek naar goederen. Piet maakte tijdens zijn 3e tocht ongeveer 12 miljoen guldens op. Het meeste hiervan ging richting de stadhouders, Piet Hein hield maar 6.000 guldens over. Hij heeft hiervoor wel bekendheid gekregen.
Rond het einde van de achttiende eeuw kwamen er meer oorlogsschepen en werden er beloningen gegeven aan mensen die piraten aan de staat leverde. Strenge wetten werden genomen tegen de piraterij. Dit betekende het einde van de gouden eeuw van de piraten. Groot-Brittannië bood kaperkapiteins een pardon aan in 1717. Als ze het niet accepteerde en over te geven, werden ze opgepakt en volgde er grove straffen. Tussen de jaren heen viel de ene na de andere piraat ten onder. In een storm stierf Black Sam in 1717. In 1718 stierf Blackbeard tijdens een gevecht tegen de Britse Navy. De piraat Calico Jack is in 1720 opgehangen in Jamaica. Een andere piraat genaamd Black Bart werd getroffen door een hagelschot in 1722 waardoor die overleed. Hier eindigde de gouden eeuw van de piraterij.
Piraten hebben daadwerkelijk bestaan en er zijn zelfs nog piraten deze tijd. Deze piraten die nu nog bestaan komen voor in het Zuidoosten van Azië. Rond de kust van Somalië, Zuid-Amerika en West-Afrika komen ze ook nog voor. Sommige verhalen die rond zijn gegaan en personages die verzonnen zijn kloppen niet helemaal. Maar er zijn zeker echte piraten die hebben bestaan.