Het is belangrijk om zo snel mogelijk met reanimeren te beginnen, maar verlies daarbij nooit je eigen veiligheid uit het oog. Ligt het slachtoffer op een gevaarlijke plek, bijvoorbeeld bij een drukke verkeersweg? Dan is het voor je eigen veiligheid en die van het slachtoffer beter om eerst naar een veilig plaats te gaan met het slachtoffer.
Om te beginnen is het belangrijk om de situatie juist en snel in te schatten. Wat is er gebeurd met het slachtoffer? Is de luchtpijp geblokkeerd omdat het slachtoffer zich heeft verslikt? Dan dien je eerst de luchtweg vrij te maken. Dit kan je bijvoorbeeld met de heimlichmanoeuvre doen. Indien er sprake is van een ongeluk met elektriciteit, dien je de stroom allereerst uit te schakelen, zodat het slachtoffer niet meer onder stroom staat.
Controleer of het slachtoffer reageert. Dit doe je door het slachtoffer aan te spreken en eventueel voorzichtig aan de schouders te schudden.
Het slachtoffer reageert
Als het slachtoffer reageert, laat je hem of haar liggen in dezelfde positie als waarin je het slachtoffer aantrof, tenzij er gevaar dreigt. Vervolgens probeer je te achterhalen wat er gebeurd is en haal je hulp. Blijf het slachtoffer regelmatig controleren.
Het slachtoffer reageert niet
Indien het slachtoffer niet reageert, volg je het onderstaande stappenplan. De verschillende stappen worden in dit artikel verder toegelicht.
• Roep hulp
• Open de luchtweg en controleer de ademhaling
• Bel 112
• Voer dertig hartmassages uit
• Voer twee beademingen uit
• Voer dertig hartmassages uit
• Beademingen en hartmassages blijven herhalen
Leg het slachtoffer op de rug en maak zijn/haar luchtweg vrij door middel van de hoofdkantel-kinlift methode. Plaats hiervoor je ene hand op het voorhoofd van het slachtoffer, duw het hoofd voorzichtig naar achteren en plaats twee vingers van je andere hand onder de kin. Til de kin vervolgens voorzichtig omhoog, waardoor het hoofd naar achteren kantelt en de luchtweg vrij komt. Controleer daarna maximaal tien seconden de ademhaling. Dit doe je door:
• Te kijken of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt
• Met je wang te voelen of je ademhaling voelt
• Te luisteren of je ademhaling hoort bij de neus en de mond
Bij een normale ademhaling
Ademt het slachtoffer normaal? Leg het slachtoffer dan in de stabiele zijligging. Ga vervolgens hulp halen, laat een ander hulp halen of bel 112. Blijf iedere minuut controleren of de ademhaling nog normaal is.
Wanneer er geen normale ademhaling is
Heeft het slachtoffer geen normale ademhaling? Dan dient er direct 112 gebeld te worden. Zijn er omstanders? Vraag een van de omstanders dan om 112 te bellen en vraag hem of haar om je hierover op de hoogte te houden. Als er geen omstanders zijn, bel je zelf 112. Dit doe je voordat je start met reanimeren. Indien nodig laat je het slachtoffer hiervoor tijdelijk alleen.
Hierna begin je met reanimeren. Dit doe je met door middel van uitwendige hartmassage. Hierbij ga je als volgt te werk:
• Ga op je knieën zitten naast de bovenarm van het slachtoffer.
• Plaats de muis van je hand (de overgang van je hand naar je pols) verticaal op het midden van de borstkas.
• Plaats de muis van je andere hand hier bovenop en haak de vingers van je handen in elkaar.
• Let er op dat je niet direct op de ribben, de bovenbuik of het onderste stuk van het borstbeen drukt.
• Duw het borstbeen 5 tot 6 cm in. Dit doe je met gestrekte armen.
• Laat hierna de borstkas weer helemaal terug omhoog komen, terwijl je handen constant in contact blijven met het borstbeen.
• Het induwen en terug omhoog komen van het borstbeen zou even lang moeten duren.
• Blijf het induwen en omhoog laten komen van het borstbeen herhalen. Doe dit met een frequentie van twee maal per seconde.
Na dertig hartmassages, wissel je af met twee beademingen. Dit doe je als volgt:
• Gebruik de hoofdkantel-kinlift om de luchtweg vrij te maken.
• Houdt met twee vingers de neus dicht.
• Neem een zo groot mogelijke hap lucht en plaats je lippen volledig op de mond van het slachtoffer.
• Beadem één seconde en let daarbij op of de borstkas omhoog komt. Pers hierbij niet. Komt de borstkas omhoog? Dan is de beademing gelukt.
• Laat het slachtoffer uitademen.
• Herhaal de beademing nog één keer en ga vervolgens weer verder met dertig hartmassages.
• Blijf telkens dertig hartmassages afwisselen met twee beademingen.
Komt de borstkas niet omhoog? Dan kan het zijn dat de lucht ontsnapt doordat de neus van het slachtoffer niet goed dicht geknepen is of doordat de mond van het slachtoffer niet goed afgesloten is. De beademing kan ook mislukken doordat de hoofdkantel-kinlift niet goed wordt uitgevoerd of doordat er een voorwerp in de mond van het slachtoffer zit.
Is er een tweede hulpverlener aanwezig? Wissel elkaar dan om de twee minuten af. Onderbreek de reanimatie hierbij zo kort mogelijk.
Je stopt met reanimeren:
• Zodra er professionele zorgverleners zijn gearriveerd, zodat zij de reanimatie kunnen overnemen.
• Wanneer het slachtoffer zelf weer een normale ademhaling krijgt.
• Als je zelf te vermoeid bent om de reanimatie voort te zetten.
Reanimeren dient zeer precies te gebeuren. Een kleine fout kan er al voor zorgen dat de reanimatie niet slaagt of dat de reanimatie zelfs letsel veroorzaakt. Probeer daarom de volgende fouten te voorkomen:
• Op de verkeerde plaats masseren. Bijvoorbeeld te laag, te hoog of naast het borstbeen. De hartmassage is hierdoor veel minder effectief en kan bovendien ribbreuken, lekprikken van de longen, afbreken van het zwaardvormige aanhangsel en inwendig letsel tot gevolg hebben.
• Te weinig induwen van het borstbeen, waardoor de hartmassage niet effectief is.
• Te ver induwen van het borstbeen, waardoor ribreuken en ernstige longbeschadigingen kunnen ontstaan.
• Het borstbeen niet goed omhoog laten komen na het induwen. Hierdoor kan het hart niet goed opnieuw met bloed gevuld worden.
• Te veel lucht inblazen of persen bij het beademen. Dit kan ervoor zorgen dat je de maag van het slachtoffer opblaast, waardoor hij/zij kan gaan overgeven.
• Het hoofd van het slachtoffer niet goed naar achteren kantelen door middel van de hoofdkantel-kinlift, waardoor de luchtweg niet goed vrij is.