Kinderen hebben vanaf een bepaalde leeftijd pas het besef van tijd. Kleine kinderen leven echt in het hier en nu. Dit kan fijn zijn maar als je kinderen wat ouder worden is het ook fijn dat ze op tijd kunnen komen. Je wilt dan aan hen vragen hoe laat het is en als dat goed gaat kunnen ze een vaste tijd thuis komen en moeten zij dus zelf de tijd in de gaten houden. Daarom is het belangrijk om kinderen op tijd te leren klokkijken. Het komt de zelfstandigheid ten goede.
Kinderen vanaf ongeveer vier jaar krijgen tijdsbesef. Ze weten dan al goed waar ze iemand een keer gezien hebben en op welk deel van de dag. De klok begrijpen ze nog niet zo goed. Vanaf vijf jaar snappen kinderen vaak de vier seizoenen en kunnen ze tijdsbegrippen gebruiken zoals morgen, gisteren, nu en binnenkort. Vanaf zes jaar kan er dan ongeveer begonnen worden met leren klokkijken. Het ligt er ook een beetje aan hoe snel kinderen leren, sommige kinderen zullen er met vijf jaar al om vragen en anderen pas wanneer ze zeven jaar zijn. Tijdsbesef is niet alleen klokkijken er komt veel meer bij kijken. Verwacht niet dat jonge kinderen dat allemaal al snappen. Let eens op hoeveel jonge kinderen morgen zeggen als ze gisteren bedoelen.
Voor veel kinderen is de digitale klok vaak herkenbaar. Deze zien ze namelijk ook op de tv en op de computer. Kinderen leren hierdoor digitaal klokkijken. Als kinderen ongeveer tien jaar zijn moeten ze kunnen klokkijken. Ook op school wordt er veel aandacht aan besteed. In de puberteit hebben kinderen vaak wat moeite met tijdsbesef. Dan hebben ze moeite met plannen en veel kinderen komen dan te laat thuis. Leer hen in deze periode waarom de tijd belangrijk is en wijs hen er op.
Kinderen kunnen snel leren klokkijken met een sprekende klok. Hierdoor is het leuk om de klok te leren en het gebeurt spelenderwijs voor de kinderen. Er kan ook met de digitale klok een start worden gemaakt, sommige kinderen pakken dat beter op. Je zult daarom zelf even moeten kijken wat het beste bij je kinderen aansluit bij het leren klokkijken.
Voor kinderen geldt dat eerst het tijdsbesef er moet zijn en dat er dan pas begonnen kan worden met het leren klokkijken. Hoe gaat dat op school in zijn werk?
Voor veel kinderen is de analoge klok in het begin erg ingewikkeld, er zijn twee wijzers. De ene wijzer gaat sneller dan de andere. Maar wat doen de wijzers? Kinderen leren de wijzerklok en dan wordt er begonnen met uitleg wat de wijzers doen en de hele en halve uren. De grote wijzer is voor veel kinderen het belangrijkste, omdat deze continu verandert en een sneller tempo heeft dan de kleine wijzer.
De digitale klok telt door na de twaalf uur. Kinderen moeten dus wanneer het na twaalf uur is leren rekenen en hoe zit het dan bij de minuten? Dit is voor hen nog ingewikkelder. Rekenen tot zestig en dan structuur aanbrengen van 15 minuten is een kwartier en 30 minuten is een half uur en 45 minuten is drie kwartier. Er wordt veel gevraagd van kinderen bij het leren klokkijken, maar ze kunnen het stapsgewijs leren.
Er zijn hulpmiddelen die je in kunt zetten om kinderen klok te leren kijken.
Je kunt je kinderen op een leuke manier het klokkijken leren. Kinderen kunnen er al heel jong om vragen, hoe laat is het? Speel er dan meteen op in, hier leert een kind van. Je zult merken dat kinderen de klok dan goed in de gaten houden en er ook later op de dag of over een paar dagen op terug komen. Kinderen leren vaak het meeste en het snelste als zij zelf handelingen kunnen verrichten. Dus laat je kind spelend leren met een houten klok. Zet later de computer in om daar het klokkijken te leren.
Enkele minuten per dag oefenen is voldoende, want ook op school wordt aandacht aan het klokkijken besteed. Het is handig om daarbij aan te sluiten. Het is ook handig om wat werkbladen te hebben, die je in kunt zetten als je kind het klokkijken wil oefenen. Overdrijf het oefenen van het klokkijken niet, ook als je kind er moeite mee heeft. Teveel oefenen zal averechts werken. En lukt het je kind even niet, geen paniek, straks valt het kwartje heus wel.