Je kunt de moedermelk bewaren in verschillende materialen. Het beste is om te kiezen voor flesjes van hard plastic of glas of goed afsluitbare zakjes. Niet elke flesje of zakje is hiervoor geschikt. Je moet erop letten dat het materiaal waarvan het gemaakt is geen BPA bevat. Dit is het controversiële chemische bestanddeel bisfenol A.
Het is het beste om te kiezen voor flesjes, omdat het bewaren van moedermelk in zakjes minder veilig is. Dit komt doordat sommige soorten plastic waarvan deze zakjes gemaakt zijn kunnen reageren met de bestanddelen van de moedermeld. Ook kunnen de zakjes sneller gaan lekken. Als je er toch voor kiest om de moedermelk in een zakje te bewaren, koop dan de stevige zakjes die hier speciaal voor zijn ontworpen. Als je het lekken wilt voorkomen, kun je het beste twee zakjes over elkaar gebruiken.
Verder dien je de materialen voor gebruik goed te reinigen. Je kunt ze afwassen met een warm sopje of reinigen in de vaatwasser. Daarna dien je de materialen goed af te spoelen, zodat je zeker weet dat er geen zeepresten zijn achtergebleven. Vervolgens zet je ze op een plek neer waat ze goed kunnen drogen.
Moedermelk moet je altijd gekoeld bewaren om de vorming van bacteriën en schimmels te voorkomen. Je kunt de moedermelk bewaren in de koelkast of in de vriezer.
De moedermelk kun je het beste direct na het kolven helemaal achterin de koelkast zetten. In dit gedeelte van de koelkast is het namelijk het koudst. Zet de koelkast op 4 graden of iets lager, want dan kun je de melk tot 3 dagen bewaren.
Als je de moedermelk na het kolven in de flesjes of zakjes doet om het in te vriezen, zorg er dan voor dat je de flesjes of zakjes niet helemaal tot de rand vult. De moedermelk kan namelijk iets gaan uitzetten tijdens het invriezen en het is daarom belangrijk dat je hiervoor wat ruimte overlaat.
De moedermelk dien je direct na het kolven in te vriezen, als je het op de juiste manier wilt bewaren. Als je een vriezer hebt met drie of vier sterren blijft de moedermelk dan in ieder geval 6 maanden goed. Probeer niet te grote porties in te vriezen. Dan hoef je namelijk steeds enkel te ontdooien wat je nodig hebt en houd je geen restjes meer over die je niet meer kunt gebruiken.
Als je een flesje of zakje met moedermelk uit de vriezer haalt, kun je het het beste ontdooien in de koelkast. Houd er wel rekening mee dat dit enige tijd kost. Daarom is het het beste om de moedermelk de avond voor het gebruik al in de koelkast te zetten, zodat het de tijd heeft om te ontdooien.
Heb je de moedermelk echt snel nodig? Dan kun je het sneller laten ontdooien door het even onder stromend lauwwarm water te houden. Moedermelk die is ontdooid moet je altijd binnen 24 uur gebruiken, dus zorg ervoor dat je niet teveel moedermelk ontdooid.
Het kan zijn dat de moedermelk er een beetje vreemd uitziet als je het uit de koelkast haalt. Zo kan het bijvoorbeeld iets wateriger zijn en het kan voorkomen dat er vlokjes in drijven. Ook kan de melk een beetje zurig ruiken. Hier hoef je je geen zorgen om te maken, want dit is heel normaal. De vlokjes zijn de vetten die in de melk aanwezig zijn en de zurige geur is afkomstig van de enzymen die zijn begonnen met het verteren van de aanwezige vetzuren. Dit betekent dus niet dat de melk bedorven is.
Wil je de bewaarde moedermelk klaarmaken? Was dan eerst goed je handen en zorg ervoor dat de fles of het zakje goed schoon is (en dat de moedermelk ontdooid is). Daarna kun je de melk verwarmen op een temperatuur van ongeveer 30 tot 35 graden. Zorg er in ieder geval voor dat de moedermelk niet te warm wordt, want de goede stoffen gaan met een temperatuur boven de 50 graden verloren.
Je kunt de juiste temperatuur het beste bereiken door de melk op te warmen in een flessenwarmer. Ook kun je ervoor kiezen om de melk warmer te maken in de magnetron door het te verwarmen op maximal 600 Watt. Een flesje van 100 milliliter verwarm je 30 seconden, een flesje van 150 milliliter 45 seconden enn een flesje van 200 milliliter of 60 seconden. Een andere mogelijkheid is om het flesje moedermelk in een pannetje met warm water te verwarmen. Het is belangrijk dat dit water niet kookt!
Als je de moedermelk in een pannetje of in de magnetron verwarmt, moet je het flesje tussendoor even schudden en ook aan het einde. Op die manier zorg je ervoor dat niet een gedeelte van de melk te warm wordt en dat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld.
Door na het verwarmen van de melk een druppeltje aan de binnenkant van je pols te druppelen, kun je voelen of het niet te warm is. Als het ongeveer dezelfde warmte heeft als je huid, heeft het de juiste temperatuur. Is de moedermelk te heet? Laat het dan nog even afkoelen, zodat het niet te heet is voor de baby.
Als het nodig is om de moedermelk van de ene naar de andere plaats te vervoeren, kun je hiervoor het beste een special koeltas gebruiken. Stop hier bevroren koelelementen in, zodat de melk een tijdje goed blijft. In de auto kun je de moedermelk het beste in een koeltas in de achterbak bewaren, omdat deze plek vaak het koudst blijft.
Na het voeden van de baby is het belangrijk dat je het flesje direct schoonmaakt. Spoel het flesje en de speen eerst goed af met koud water. Daarna kun je het flesje in een heet sopje wassen met een flessenborstel of je kunt het in de vaatwasser reinigen op minimal 55 graden. Nadat je het flesje hebt schoongemaakt, spoel je het nog even om met warm water om eventuele zeepresten te verwijderen. Daarna kun je het flesje en de speen op een droge doek laten uitlekken.
