Maagkanker wordt jaarlijks ongeveer bij 1500 Nederland vastgesteld, meestal bij personen die ouder zijn dan zestig. Bij mannnen komt de aandoening gemiddeld twee keer vaker voor dan bij vrouwen. Tegenwoordig komt de aandoening minder vaak voor in de westerse wereld als gevolg van de ontdekking en mogelijke behandeling van de bacterie Helicobacter pylori.
Het is nog niet duidelijk wat de precieze oorzaak is van maagkanker, maar wel weten we dat er een aantal risicofactoren zijn. In ongeveer drie tot vijf procent van de gevallen lijkt erfelijkheid een rol te spelen. Het is ook mogelijk dat de tumor ontstaat vanuit een poliep. In de meeste gevallen zijn poliepen goedaardig, maar de kunnen ook uitgroeien tot een kwaadaardige tumor. Verder is het mogelijk dat maagkanker een gevolg is van een maagzweer (een chronische ontsteking van het maagslijmvlies door de Helicobacter Pylori bacterie). Doordat een maagzweer het maagslijmvlies blijvend kan veranderen, is het mogelijk dat er een tumor ontstaat.
Daarnaast zijn er nog een aantal risicofactoren die de kans op maagkanker vergroten, zoals roken en alcohol. Ook een ongezonde en/of eenzijdige voeding over overmatig gerookt en gezout voedsel eten kan een rol spelen bij het ontwikkelen van de tumor. Personen die maagoperaties hebben ondergaan of zijn besmet met de Heicobacter Pylori bacterie lopen eveneens een groter risico om maagkanker te krijgen. Twee andere risicofactoren zijn overgewciht en een bepaald type bloedarmoede.
Een van de meest kenmerkende symptomen maagkanker is een pijnlijk gevoel in de maagstreek, ook al komt dit vaak ook voor bij andere maagklachten. De bovenbuik voelt vol aan en je kunt last hebben van misselijkheid. Je eetlust kan minder worden en je kunt een afkeer krijgen voor bepaald voedsel dat sterk ruikt. Hierdoor kun je gewicht verliezen. Het is ook mogelijk dat je last hebt van het opboeren van lucht. Sommige personen krijgen daarnaast ook te maken met zuurbranden. Dit is een drukkend, branderig of krampachtig gevoel achter het borstbeen dat wordt veroorzaakt doordat maagzuur terugvloeit in de slokdarm. Bloed braken kan tevens een symptoom zijn van maagkanker.
Het is mogelijk dat je het gevoel hebt dat het eten niet wilt zakken of achter het borstbeen blijft steken. We noemen dit ook wel 'passageklachten'. Als de tumor gelegen is bij de maagingang of bij de maaguitgang, kunnen deze klachten ontstaan. Soms ontstaat er bloedverlies in de maag. Je merkt van het bloedverlies zelf vaak niets, maar je kunt hierdoor wel bloedarmoede krijgen. Dit kan ervoor zorgen dat je last krijgt van duizeligheid, vermoeidheid en een licht gevoel in het hoofd. Als je veel bloed verliest, kan je ontlasting gitzwart gaan zien. De maag en de darmen zetten de kleurstof van bloed namelijk om in een zwarte kleurstof.
De behandelend arts kan onderzoeken of het inderdaad om maagkankeer gaat via een gastroscopie. De arts kijkt dan in de maag via een camera aan een slang die door de slokdarm wordt ingebracht. Het is ook mogelijk dat een arts ervoor kiest om het weefsel te onderzoeken en hiervoor een biopt afneemt. Indien maagkanker is vastgesteld, is het belangrijk om te weten in welk stadium de tumor zich bevindt. Hiervoor kan een bloedonderzoek worden gedaan om bloedarmoede vast te stellen en CT scans om te onderzoeken of er eventuele uitzaaiingen zijn. De grootte van de tumor kan worden bepaald middels endo-echografie.
De behandelend arts zal aan de hand van de uitslagen van het diagnostisch onderzoeken bepalen welke behandelingsmogelijkheden het beste aansluiten. Hierbij wordt eveneens gelet op je leeftijd en conditie. Er kan worden gekozen voor een curatieve behandeling die gericht is op genezig. De chirurg zal de tumor en een aantal lymfeklieren verwijderen. Indien de tumor is doorgegroeid naar andere organen, wordt soms ook een deel hiervan weggenomen.
Er kunnen drie verschillende soorten operaties gedaan. Afhankelijk van de plaats en de grootte van de tumor zal de chirurg kiezen welke operatie het beste is. Er kan worden gekozen voor een cardiaresectie waarbijj het bovenste deel van de maag en het onderste deel van de slokdarm worden verwijderd. Van het onderste deel van de maag maakt de chirurg een soort buis en dit sluit hij aan op de slokdarm, zodat de slokdarm en de maag weer verbonden zijn.
Daarnaast kan de chirurg kiezen voor een distale maagresectie waarbij het onderste deel van de maag en het eerste deel van de twaalfvingerige darm worden verwijderd. De dunne darm wordt vervolgens op het bovenste gedeelte van de maag aangesloten om de verbinding te herstellen. Als laatste kan er een totale maagresectie worden gedaan, waarbij de gehele maag en het eerste deel van de twaalfvingerige darm worden weggenomen. De slokdarm en de dunne darm worden door de chirurg weer met elkaar verbonden.
Van tevoren is niet altijd te zeggen of een operatie curatief zal zijn. Soms wordt bij een curatieve behandeling naast de operatie ook gekozen voor aanvullende behandelingen.
Als de maagkanker al in een verder gevorderd stadium is en er vrijwel geen kans meer is op genezing, kan er worden gekozen voor een palliatieve behandeling. Deze behandeling is gericht op het afremmen van de ziekte en het verminderen van de klachten. Hierbij kan tevens worden gekozen voor een operatie, maar ook voor chemotherapie, bestraling, een doelgerichte behandeling of een combinatie van deze behandelingen.
Chemotherapie bestaat uit het gebruik van kankerremmende medicijnen via een infuus of via tabletten. De celdeling van de kankercellen wordt hierdoor geremd, waardoor de groei van de tumor ook wordt afgeremd. De behandeling is gericht op kankercellen in het gehele lichaam en wordt daarom vaak enkel aangeraden indien er sprake is van uitzaaiingen. Bij bestraling wordt de tumor bestraald met radioactieve stralen, waardoor de cellen beschadigd raken en doorgaan. Gezonde cellen worden hiermee gespaard, aangezien de bestraling zoveel mogelijk op de tumor wordt gericht.
Een doelgerichte behandeling bestaat uit medicijnen die zich richten op een bepaald type eiwit. Dit eiwit is bij bepaalde soorten maagkanker in de tumorcel aanwezig en een doelgerichte behandeling kan de groei van de kankercellen dan afremmen.
Iniden een operatie niet mogelijk is en de tumor in het bovenste gedeelte van de maag of bij de maaguitgang gelegen is, kan ervoor worden gekozen om een stent te plaatsen. Dit is een buisje dat in de maag wordt aangebracht en zich ter hoogte van de tumor ontplooit. Hierdoor kan voedsel weer beter passeren door de maag.
Maagkanker is helaas niet helemaal te voorkomen, maar er zijn wel enkele dingen die je kunt doen om het risico te verlagen. Indien je een roker bent, is het belangrijk dat je stopt met roken. Drink niet meer dan één glas alcohol per dag en het liefst niet elke dag. Eet minder vlees en vervang dit door bijvoorbeeld ei, gevogelte, vis of plantaardige producten. Probeer ook zo gevarieerd mogelijk te eten en zorg ervoor dat je dagelijks voldoende groenten en fruit binnenkrijgt.