Het klinkt als een open deur maar als je er voor kiest om de trap zelf te verven, is een goede voorbereiding essentieel. Anders loopt de klus gegarandeerd uit op een fiasco. Voordat je trap gaat verven, moet je een trap eerst schuren. Als je een trap wilt verven die voorheen bedekt was met vloerbedekking, moet je eerst alle oude lijmresten verwijderen.
Als je een trap hebt waarvan het oude schilderwerk nog in goede staat is, volstaat het om het houtwerk eerst te ontvetten en dan lichtjes op te schuren. Is de oude verflaag echter afgebladerd en lelijk, dan is het zaak dat eerst alle oude verfresten eerst volledig te verwijderen. Pas daarna kun je beginnen met schuren. Voor metalen trappen geldt in principe het zelfde. Eerst de basis bewerken en oude verflagen verwijderen of opschuren.
Zodra je klaar bent met het schuren van de houten trap, kun je de grondlaag aanbrengen. Deze laag zorgt ervoor dat de verf en de lak zich beter hecht aan de trap. De grondlaag is echt noodzakelijk, zelfs voor een metalen trap. Het zijn dan wel extra kosten, maar je krijgt dan ook een veel mooier resultaat. Nadat je de grondlaag hebt aangebracht, kun je eventuele oneffenheden, gaatjes, putjes en andere kleine beschadigingen opvullen met plamuur. Het is beter om dit pas te doen na het aanbrengen van de grondlaag, omdat de plamuur dan beter hecht en je de oneffenheden en gaatjes beter kunt zien.
Het uiteindelijke verven van een trap is niet moeilijk, maar kost wel veel tijd. Je moet namelijk wel twee of drie lagen aanbrengen voordat de kleur helemaal strak en dekkend is. En vergeet niet dat je voorlopig geen gebruik kunt maken van de trap. Want de lagen moeten wel goed kunnen drogen. Dus zijn er boven spullen die je later nodig hebt, beng ze dan alvast naar beneden. Is dat voor jou geen goede oplossing, verf de treden dan om en om. Dus de eerste wel, de tweede niet, de derde wel, de vierde niet enzovoorts. Op die manier kun je de trap wel blijven gebruiken, alleen kost het extra veel tijd voordat de trap helemaal af is.
Het is ook niet verstandig om te bezuinigen op de juiste soort verf. Als je voor een goede kwaliteit lak kiest, betaalt zich dat vanzelf weer terug. Want de trap blijft dan langer mooi. Omdat een trap over het algemeen zeer intensief wordt gebruikt, kun je het beste kiezen voor een verfsoort die een extra harde laag geeft. Gebruik dus een zogeheten slijtvaste verf zoals een vloercoating die uit twee componenten bestaat: een basis laag en een verharder. Op die manier wordt je trap veel beter beschermd tegen slijtage.
Maar misschien geef je wel de voorkeur aan een watergedragen verf en wil je liever hiermee je trap verven. Dat kan natuurlijk ook, maar zet er dan wel een laag transparante parketlak als extra beschermingslaag bovenop. Een zijdeglans lak is het beste, dat verkleint de kans op uitglijden. En houd ook in gedachten dat een dure lak in een kleinere pot netto misschien toch goedkoper is dan een aantrekkelijk geprijsde verfsoort in een grote pot. Het kan wel eens zo zijn dat je met die dure lak beduidend meer vierkante meters kunt maken. Tel uit je winst.
Verder is het belangrijk om ook de goede rollers of kwasten te kiezen. Bij het verven van een trap behaal je het beste resultaat met een combinatie van kwast en roller. Met een roller alleen kun je de hoeken van de traptreden niet goed kunt bereiken. Daar heb je echt een kwast voor nodig. Als je gaat afschilderen, probeer dan altijd zoveel mogelijk met de naden mee te verven. Dus in de breedte. De allereerste laag dekt meestal niet meteen. Raak niet in paniek, dan is helemaal niet erg.
Bij de tweede laag, en mogelijk zelfs een derde, zie je de kleur en diepte vanzelf toenemen. Geef de verschillende lagen wel de tijd om te drogen. Als er weer een verflaag droog is, moet je die voorzichtig opschuren en reinigen met een mengsel van ammoniak en water. Als je absoluut geen ervaring hebt met het verven van een trap, kan het zijn dat er zakkers in de verf ontstaan. Dan heb je een te dikke verflaag gebruikt. Je moet de streken verf goed uitsmeren. Zakkers of druipers kun je pas wegwerken als de verf helemaal droog is. Je moet ze afschuren of afsteken en vervolgens weer een nieuwe verflaag aan brengen.
Wat ook nog wel eens voorkomt tijdens het trap verven, is blaarvorming. Dat betekent dat de ondergrond niet goed droog is. Dus als je een trap gaat verven die recent nat is geweest, bijvoorbeeld doordat er een leiding is gesprongen of de wasmachine voor wateroverlast heeft gezorgd, moet je wel zorgen dat het hout echt weer helemaal droog is voor je aan de slag gaat. Want daar waar kleine vochtblaasje ontstaan, laat de verf gewoon weer los.
Blaasvorming komt vooral veel voor bij grofporig hout. Als het ontstaat, moet je alle verflagen weer verwijderen. Vervolgens heb je een watergedragen porievuller nodig om van het probleem af te komen. Dit zijn de minder leuke kanten van het verven. Maar als je goed voorbereid aan de slag gaat, zal het jou niet overkomen. Dan is het alleen maar leuk om in je eigen huis te klussen en te zien wat kleur kan doen. Als je je trap in een lichte kleur verft, kun je met een donkere kleur leuke contrasten en accenten aanbrengen.
Experimenteren met donkere en felle kleuren kunnen heel verrassend uitpakken. Zo kun je van je trap een echte blikvanger maken. Een donkere trap in een lichte hal staat fantastisch. Als je durft, zou je ook iedere trede een ander kleur kunnen geven. Nog creatiever is het werken met tekstregels of cijfers op de trap. Uiteindelijk toch geen zin of tijd om zelf de trap te verven? Dan kun je er ook voor kiezen om nieuwe treden over de oude te plaatsen.Op die manier krijgt jouw trap ook een frisse uitstraling.
En als je dit alles echt niet ziet zitten, kun je altijd nog een huisschilder inhuren die de klus voor je klaart. Dat gaat ongetwijfeld een stuk sneller en je hebt er totaal geen omkijken naar. Daar is natuurlijk ook wel iets voor te zeggen. Maar als je trap echt zo oud, gammel en lelijk is dat er nog maar weinig eer aan valt te behalen, dan kun je misschien maar beter een compleet nieuwe trap laten plaatsen. Aan jou de keuze.