Niet voor niets dat veel ouders pas in groep 6 merken dat hun kind achter begint te raken. Cito-toetsen in groep 6 worden ineens slechter gemaakt en ook het leren lijkt te stagneren.
Hoe zit dat nu precies en hoe kun je als ouder achterstanden in groep 6 voorkomen?
In groep 6 krijgen kinderen geen nieuwe vakken waardoor het leren anders of moeilijker zou kunnen gaan. Er wordt echter wel meer een beroep gedaan op de basis. Als die basis niet vanzelfsprekend is, kan er niet verder gebouwd worden. We hebben het hier over de basisvakken rekenen, begrijpend lezen en spelling (tevens de vakken die het zwaarst wegen op het advies voor de gang naar de middelbare school).
Hieronder lichten we per vak toe hoe het er in groep 6 anders uitziet dat in de jaren ervoor.
Stel dat kinderen met rekenen op zich goed mee kunnen komen met de tafels en vermenigvuldigen, delen of rekenen met breuken, maar in groep 6 achter beginnen te raken. Dat kan verklaard worden doordat tafels, vermenigvuldigingen en breuken in groep 5 nog het doel waren van de lesstof en in groep 6 een instrument zijn om verder te rekenen. Dag in, dag uit werden kinderen voorbereid op het oplossen van simpele sommen. Dit waren veelal kale sommen, oftewel sommen waarbij geen context (verhaaltje) werd gegeven. Een kale som is bijvoorbeeld 7 x 7, terwijl een redactiesom ongeveer zou zijn als:
Er zijn zeven zakken met in iedere zak zeven cadeaus. Hoeveel cadeaus zijn dat in totaal?
Met name de redactiesommen en de ‘sommen in sommen’ bemoeilijken het proces van rekenen. Kinderen halen ofwel niet de juiste som uit het verhaal, ofwel passen de verkeerde strategie toe bij het oplossen ervan. Niet verrassend speelt ook begrijpend lezen een belangrijke rol.
Het technisch lezen is intussen zo goed als onder de knie. Kinderen hebben AVI-niveaus gelezen, aanvankelijk en technisch lezen achter de rug. Dat betekent dat - vaak in groep 5 al - de focus zich kan verplaatsen naar iets anders. In de leerlijn lezen is dat het begrijpend (en soms ook studerend) lezen.
Kinderen moeten boodschappen uit teksten kunnen halen, doelen kunnen bepalen, verwijs- en signaalwoorden aan kunnen wijzen, conclusies kunnen trekken, teksten (of delen ervan) samen kunnen vatten enzovoorts. Maar de vaardigheid van tekstbegrip is misschien nog wel het belangrijkste. Deze vaardigheid moeten kinderen dan ook los kunnen laten op rekenen. Uit redactiesommen moeten de kale sommen door de kinderen zelf geplukt worden!
Wat spelling betreft komt er in groep 6 een hele berg nieuwe regels bij. Het gaat om regels die vrij vanzelfsprekend zijn, maar die wel allemaal ergens moeten worden opgeslagen. Ook grammatica, werkwoordspelling en zinsontleding krijgen in groep 6 een behoorlijke verdieping. Persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde zijn aan de orde van de dag, maar worden ook in moeilijkere vormen aangegeven. Daarna zal spelling in groep 6 zich ook meer en meer gaan toeleggen op woordsoorten en leestekens. Kinderen moeten dus van alle markten thuis zijn, willen ze succesvol worden en blijven in spelling (en grammatica).
Je hebt het al kunnen lezen: er komt in groep 6 heel veel nieuwe lesstof op de kinderen af. Groep 6 is dan ook een kantelpunt voor veel kinderen. Als de basis niet goed onderhouden wordt, gaan kinderen vroeg of laat onderuit. Ze kunnen immers geen beroep meer doen op hun eerder verworven vaardigheden, die nu een voorwaarde zijn om opdrachten tot een goed einde te brengen.
De eerste resultaten dienen zich aan met de methodetoetsen, maar die kunnen nog redelijk goed gemaakt worden. Immers volgen die direct op de lesstof en is alles nog helder. Pas in januari merken leerkrachten de grootste achteruitgang, als de Cito-toetsen worden afgenomen. Hoewel leerkrachten zelf professionals zijn, worden kinderen steeds vaker de dupe van uitval en invalleerkrachten. Waar een vaste leerkracht de resultaten na de januari Cito (M6) kan proberen te verbeteren door effectief en doelgericht op lesstof te gaan zitten, zal een invalleerkracht dat veel minder hebben en vooral de dag proberen door te komen.
Wanneer de leerkracht wel vast voor een groep zal staan, zal het vanzelfsprekend zijn dat de achteruitgang wordt opgemerkt en verholpen. Dit kan betekenen dat kinderen extra huiswerk mee naar school krijgen.
Natuurlijk wil je niet dat je kind een achterstand oploopt op school. En voorkomen is beter dan genezen. Een achterstand die eenmaal is opgedaan, laat zich moeilijk wegpoetsen. En zo aan het einde van de bovenbouw beginnen die scores toch wel belangrijk te worden.
Wat kun je nu doen om een achterstand te voorkomen? Het is heel belangrijk om de ontwikkeling van je kind in groep 6 goed te volgen. Op die manier vang je vanzelf wel de signalen op wat moeizaam gaat en kun je daar op reageren.
Wat je nog meer kunt doen om verdere achterstand te voorkomen:
Blijf de basis trainen. Herhaal tafels en spellingregels uit groep 5 en beschouw een tafeldiploma niet als een bewijs dat je kind het nu voor altijd zal kunnen. Je kind heeft laten zien het te weten, maar moet ze zeker ook onderhouden.
Ga oefenen op groep 6-niveau. Er zijn genoeg oefenboeken voor groep 6 te vinden die kunnen helpen om parallel aan de lesstof met je kind te oefenen. Op die manier blijf je een kind goed volgen en kun je hiaten tijdig wegnemen.
Vraag regelmatig om een gesprek met de leerkracht, zodat je goed bij blijft en samen met de leerkracht kan overleggen hoe je ondersteuning kunt bieden.
Twijfel je over de resultaten van je kind in groep 6? Dan is het raadzaam om altijd in gesprek te gaan met de leerkracht. Die weet immers waar de achterstanden vandaan komen en kan adviseren wat je als ouder kunt doen om je kind te helpen. Bijles kun je dan altijd nog inschakelen. Ook is het raadzaam om zelf aan de slag te gaan, bijvoorbeeld met behulp van oefenboeken, omdat je op die manier als ouder zelf de controle houdt en precies kunt zien waar je kind op uitvalt.
Let wel dat niet alle kinderen uit zullen stromen op het vwo. Het is soms ook heel normaal dat een kind minder presteert, gewoonweg omdat er een plafond bereikt is. Hier proberen meer van te maken kan dan ook de nodige frustratie bij kinderen opwekken, waardoor het tegenovergestelde bereikt wordt.