Een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis is een psychische stoornis waarbij iemand zich extreem afhankelijk opstelt van anderen. Dit geldt voor het maken van beslissingen, maar ook voor de lichamelijke en emotionele behoeften. Meestal komen de eerste verschijnselen van de stoornis op jongvolwassen leeftijd tot uiting. Gemiddeld heeft ongeveer tweeënhalf procent van de bevolking een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis.
De kenmerken van een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis komen ook voor bij andere persoonlijkheidsstoornissen. Daarom kan het voor een therapeut soms lastig zijn om de juiste diagnose te stellen. Personen die deze stoornis hebben komen vaker dan anderen terecht in situaties waarin zij worden misbruikt of mishandeld. Dit lokken zijn niet zelf uit, maar door hun afhankelijkheid zijn ze minder goed in staat om voor zichzelf te zorgen.
Bij het ontstaan van een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis spelen wellicht erfelijke factoren een rol. Dit is echter nog niet helemaal duidelijk. Daarnaast zijn er verschillende risicofactoren die een rol spelen bij het ontwikkelen van deze aandoening. Over het algemeen ontwikkelen vrouwen deze stoornis vaker dan mannen. Daarnaast is ook gebleken dat mensen met een lager opleidingsniveau, een lagere intelligentie of een lager inkomen een grotere kans hebben op het ontwikkelinen van een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis. Verder komt deze stoornis vaker voor bij personen met neuro-psychiatrische aandoeningen. Hierbij kan worden gedacht aan een vertraging in de ontwikkeling of een motorische achterstand.
Het kan zijn dat de manier van opvoeden een rol speelt. Als de ouders een dominant autoritaire opvoedingsstijl hanteerden in combinatie met een overbeschermende en toegeeflijke opvoeding, kan dit in combinatie met andere factoren leiden tot een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis. Het kind leert dan namelijk onderdanig en afhankelijk gedrag aan. Ook kan het zo zijn dat verstoorde relatiepatronen binnen het gezin of de familie in de vroege jeugd invloed uitoefenen.
Uit onderzoek is gebleken dat er een verband is tussen het ontwikkelen van een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis en misbruik of verwaarlozing in de vroege jeugd. Verder blijkt dat personen die alleen wonen of gescheiden zijn tweemaal zoveel kans hebben om een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis te ontwikkelen dan personen die getrouwd zijn of samenwonen.
Personen met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis stellen zich afhankelijk en in sommige gevallen zelfs onderdanig op. Meestal hebben zij weinig zelfvertrouwen en op belangrijke gebieden in hun leven zijn ze aangewezen op anderen. Ze zijn echte twijfelaars en vinden het lastig om een beslissing te nemen. Ze zijn bang om de verantwoordelijkheid op zich te nemen en leggen dit liever bij anderen neer. Als ze toch zelf de beslissing moeten maken, vragen ze anderen om advies en geruststelling. Ook hebben ze vaak weinig zelfvertrouwen en vinden ze het lastig om het te zeggen als ze het ergens niet mee eens zijn. Daarnaast zullen ze niet snel initiatief nemen.
Een ander belangrijk kenmerk van een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis is het ondergeschikt maken aan anderen. Ze vinden het zelf moeilijk om de rol van leider op zich te nemen en laten dit daarom liever aan anderen over. Uit afhankelijkheid kunnen ze een ander steunen, ook al denken ze dat deze persoon ongelijk heeft. Het is voor hen lastig om iets af te maken voor zichzelf, terwijl ze dit voor anderen wel kunnen.
Verder is het zo dat relaties met anderen bij personen met deze stoornis in het teken staat van de veiligheid die ze hierin vinden. Ze zijn daarom ook op zoek naar relaties en kunnen zich wanneer ze alleen zijn snel eenzaam en depressief voelen. In relaties stellen zij zich afhankelijk op en ze kunnen tevens claimend gedrag vertonen. Daardoor kan het voor anderen in hun omgeving soms moeilijk zijn om met hen om te gaan.
Over het algemeen functioneren personen met een afhankelijke persoonlijkheidsstoonis slechter op het gebied van werk en relaties. Daarnaast is er vaak sprake van beperkingen in het algemeen psychisch en sociaal functioneren.en op seksueel vlak. Verder zij personen met deze aandoening vaker gescheiden of gescheiden geweest.
Vaak gaat een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis gepaard met angst en dit kan leiden tot een paniekstoornis. Er is gebleken dat deze laatst genoemde stoornis bij mannen kan leiden tot een hoger risico op het overlijden aan hart- en vaatziektes. Zelfmoord komt bij personen met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis gemiddeld gezien vaker voor dan bij de rest van de bevolking. Deze stoornis komt echter vaak voor in combinatie met een borderline persoonlijkheidsstoornis en het is niet duidelijk of zelfdoding een direct gevolg is van de afhankelijke persoonlijkheidsstoornis of van de borderline persoonlijkheidsstoornis.
Een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis komt vaak voor in combinatie met andere persoonlijkheidsstoornissen. Zo gaat deze stoornis bijvoorbeeld vaak gepaard met een borderline stoornissen, maar het kan ook zijn dat het in combinatie met een antisociale of narcistische stoornis voorkomt. Ook hebben personen met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis eerder last van paniekstoornissen, despressies, een sociale fobie of een obsessief-compulsieve stoornis.
De diagnose van een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis wordt vastgesteld door te kijken naar de symptomen die optreden. Aan de hand van verschillende gesprekken met de cliënt zal de behandelend arts analyseren welke verschijnselen aanwezig zijn en vervolgens de diagnose stellen. Volgens DSM-5 moet er in ieder geval sprake zijn van een pervasieve en excessieve behoefte om verzorgd te worden. Deze behoefte leidt tot verlatingsangst en onderdanig aanklampend gedrag. Deze behoefte en het hieruit volgende gedrag begint op jongvolwassen leeftijd.