Het spaargeld bestaat voor de Belastingdienst uit twee delen, namelijk het heffingsvrije vermogen en het gedeelte waar je vermogensbelasting over moet betalen. Het heffingsvrije vermogen houdt in dat een gedeelte van je spaargeld is vrijgesteld van belasting. Iedereen in Nederland betaalt dan tot een bepaald bedrag geen belasting over zijn spaargeld. Dat bedrag wordt elk jaar opnieuw door de Belastingdienst bepaald. Het is wel zo dat de Belastingdienst je vermogensbelasting niet alleen over je spaargeld berekent, maar over je totale vermogen. Het spaargeld maakt daar dus deel van uit. Wij gaan nu uitsluitend in op het spaargeld en laten de rest van het vermogen (bijvoorbeeld een tweede huis of aandelen) achterwege.
Spaargeld maakt dus deel uit van je eigen vermogen, zoals al eerder aangegeven. In 'Belastingdienst termen' valt dit vermogen in box 3 , hierin worden bijvoorbeeld ook beleggingen en een tweede huis belast. De Belastingsdienst heeft drie zogenaamde boxen, waarin je inkomstenbelasting betaalt. In box 1 betaal je belasting over inkomen uit werk en over je woning en in box 2 betaal je belasting over je zo geheten 'aanmerkelijk belang' in bedrijven. We laten dit verder voor wat het is, want nogmaals, we behandelen hier alleen belasting over spaargeld, dus box 3.
De Belastingdienst heeft bepaald dat je 1,2 procent belasting betaalt over je vermogen boven de heffingsvrije grens. Hoe komt de Belastingdienst aan dit percentage? De Belastingdienst gaat er vanuit dat je per jaar een rendement van 4 procent over je spaargeld behaalt. Vervolgens wordt er door de fiscus 30 procent belasting opgeheven, zo krijg je die 1,2 procent.
Tegenwoordig vind je bijna nergens spaarrekeningen meer waar je een rente krijgt van 4 procent. Toch blijft de Belastingdienst de 4% hanteren. Er wordt dus niet een percentage geheven over je werkelijke rendenment maar over een fictief voor iedereen gelijk gesteld rendement van 4%. Het zou ook te veel tijd kosten om voor iedereen apart uit te rekennen hoeveel rente, dus hoeveel winst, je uit het sparen hebt verkregen. Of je nu 3 of 5 procent hebt gekregen als rente op je spaargeld, voor de Belastingdienst maakt dat dus niets uit.
Heffingsvrij vermogen houdt in dat een vast bedrag van je vermogen is vrijgesteld van belasting. De Belastingdienst ziet als je vermogen al je bezittingen minus je schulden. Voor het jaar 2016 mag je een een bedrag van 24.437 sparen, zonder dat daar belasting voor betaald dient te worden. Dit bedrag verdubbelt, dus 48.874, bij fiscale partners. Er is sprake van fiscale partnerschap als je samenwoont, meerderjarig bent en daarnaast bijvoorbeeld getrouwd bent, een geregistreerd partnerschap of een notarieel samenlevingscontract hebt. Ook kan je spreken van fiscaal partnerschap als je samen een kind hebt, je samen een huis hebt en er in het voorafgaande jaar ook een fiscaal partnerschap bestond.
Vrijstellingen zorgen ervoor dat je heffingsvrije vermogen toeneemt. Hieronder worden verschillende vrijstellingen beschreven.
Dit jaar, in 2016, mag je 6.956 euro belastingvrij reserveren voor je uitvaart. Het is wel zo dat je hiervoor een speciale bankrekening moet openen. Ook moet deze bankrekening geblokkeerd zijn, je mag het geld dus niet voor andere doeleinden gebruiken. Als je geen extra bankrekening wil openen, kan je dit geld ook besteden aan een uitvaartverzekering.
Wat veel mensen niet weten, is dat je over contant geld ook belasting moet betalen. Als je in 2016 meer dan 520 euro in huis hebt, zal je dat moeten aangeven op je belastingaangifte.
Je kan je spaargeld ook aanwenden om je pensioen aan te vullen. Je kan elk jaar een bepaald bedrag sparen voor je pensioen door middel van een lijfrente of het sparen op een speciale bankrekening. Bij banksparen voor een aanvullend persoon profiteer je van de volgende fiscale vrijstelling. Je betaalt geen vermogensrendement op het saldo op deze speciale bankrekening, omdat de Belastingdienst dit saldo niet rekent tot je eigen vermogen in box 3.
Als je wilt gaan sparen of beleggen, kan je besluiten om dat 'groen' te doen . Groen sparen is hetzelfde als gewoon sparen. Met groen sparen wordt bedoeld dat je kiest voor een product waarbij de bank investeert in bedrijven en instellingen die met duurzame en milieuvriendelijke projecten bezig zijn.
Dit levert voor jou vervolgens een fiscaal voordeel op. Je krijgt een extra vrijstelling voor vermogensrendement in box 3 als je een groene spaarrekening hebt met een groencertificaat. Dit zijn spaarrekeningen waarmee projecten worden gefinancierd die zijn goedgekeurd door de overheid. Zo'n spaarproduct met een groencertificaat kan ervoor zorgen dat de vrijstelling van belasting over je spaargeld kan verdubbelen.
Tot 2016 gold ook een oudertoeslag. Als je recht had op AOW, dus in het jaar dat je 65 jaar werd en aangifte moest doen, kon je ook recht hebben op een hogere vrijstelling op het spaargeld. Dit kwam door de verhoging van de regel ' heffingsvrij vermogen ouderen'. Voor 2016 is deze regel afgeschaft. Wel wordt in 2017 de algemene vrijstelling voor iedereen verhoogd naar 25.000 euro. In 2016 is er ook al sprake van een lichte verhoging van de vrijstelling op het spaargeld.
Ook bestaat er nog een extra vrijstelling van 123.428 euro voor kapitaalverzekeringen. Voorwaarden die hierbij gelden, zijn dat deze kapitaalverzekeringen wel voor 14 september 1999 afgesloten zijn en dat deze verzekeringen in de tussentijd niet in jouw voordeel gewijzigd zijn. In het geval van fiscaal partnerschap verdubbelt het bedrag tot 246.856 euro.
Om één en ander duidelijk te maken, volgt nu een voorbeeld over hoeveel belasting je zou moeten betalen als je bijvoorbeeld een bedrag van 30.000 euro hebt aan spaargeld, ervanuitgaande dat je alleenstaande bent en recht hebt op vrijstellingen zoals eerder omschreven. Met het bedrag van 30.000 euro ga je dus over de grens van 24.437 euro heen En wel met het volgende bedrag: 30.000 – 24.437 is 5.563 euro. Eerder kon je lezen dat je van de Belastingdienst 1,2 procent belasting moet betalen over het 'teveel' aan spaargeld. In dit geval zal je 1,2 procent van 5.563 euro, dus een bedrag van 66 euro van je spaargeld aan de Belastingdienst moeten betalen.