Diabetes mellitus type 2, wat is het?

Diabetes mellitus, algemeen

Diabetes mellitus is een heel oud woord, het stamt uit de Oudheid. Het betekent 'suikerzoete doorloop'. Als je weet wat er in je lichaam gebeurt, zul je de naam beter begrijpen.

• Voor de duidelijkheid glucose is de suiker die zich van nature in het lichaam bevindt. Veel glucose in het bloed zorgt ervoor dat je vaak moet plassen. Tijdens het plassen verlaten de suiker en veel water het lichaam, vandaar de naam 'suikerzoete doorloop'.
• Signalen voor diabetes mellitus zijn: veel dorst, vaak moeten plassen, moeheid, niet aankomen in gewicht ondanks veel eten zelfs afvallen. In de volksmond praat men over suikerziekte als men diabetes mellitus bedoelt.
• Dat de alvleesklier de oorzaak is van het probleem, wist men al lang geleden. In bepaalde cellen die in de alvleesklier aanwezig zijn, wordt het hormoon insuline gemaakt.
• Insuline zorgt voor een goede verwerking van de glucose en zorgt ervoor dat de glucose in de bloedbaan op het juiste peil blijft.
• Als je diabetes hebt dan heb je een tekort, namelijk een tekort aan insuline. Het gevolg van dat tekort is, dat het suikergehalte in het bloed te hoog wordt.
• Men ontdekte dat insuline toedienen het suikergehalte onder controle, op peil, kon brengen. Een ontdekking die mensenlevens redt.

Diabetes mellitus type 2

Diabetes mellitus type 2 is beter bekend onder de naam ouderdomssuiker. Deze naam klopt heel vaak, maar niet altijd, want er zijn ook jonge mensen de lijden aan diabetes mellitus type 2. Je lichaam laat je in de steek wat betreft het regelen van de bloedsuikerspiegel en daardoor ontstaan er problemen. Je lichaam reageert niet of niet voldoende op het hormoon insuline, daardoor komt er teveel suiker in het bloed.

• Mogelijke oorzaken zijn: erfelijkheid, leeftijd, roken, slecht eten (ongezond eten), te weinig bewegen. Niet bij iedereen echter met diabetes mellitus type 2 is er een duidelijke oorzaak vast te stellen. Toch wordt nagenoeg bij elke diagnose het advies gegeven een gezonde levensstijl te volgen.
• Er zijn mensen die zichzelf moeten inspuiten met insuline. Soms weet je lange tijd niet dat je lijdt aan diabetes mellitus type 2.
• Type 2 ontstaat namelijk heel geleidelijk aan.
• Type 1 wordt eerder ontdekt, je hebt klachten en gaat naar de huisarts. Bij type 2 gebeurt dat meestal later. De signalen zijn: veel plassen, dorst, moe en slap voelen, wazig en dubbel zien, afvallen zonder dat je daar mee bezig bent, jeuk rondom penis of vagina, wondjes die erg langzaam genezen, vaak blaasontsteking.
• Type 2 komt veel vaker voor dan type 1, en zoals gezegd maakt bij type 2 het lichaam nog wel insuline aan maar het lichaam reageert er niet of niet voldoende op.
• Het lichaam is ongevoelig geworden en reageert niet zoals het zou moeten reageren. De behandeling bestaat uit medicatie (tabletten) soms ook door het inspuiten van insuline, voedingsadvies en bewegingsadvies.
  
  

De diagnose suikerziekte

De diagnose suikerziekte, diabetes, verandert je leven ingrijpend. Je moet er elke dag rekening mee houden. Je moet telkens weer wikken en wegen of je iets wel of niet mag eten of drinken, hoeveel je al hebt gegeten enz.

• Er wordt regelmatig gecontroleerd hoeveel glucose in je bloed aanwezig is. Dit gebeurt bij de huisarts door een druppeltje bloed uit je vinger te halen.
• Mensen met suikerziekte kunnen ook zelf met behulp van een speciaal apparaatje hun bloedsuikerspiegel controleren. Zij weten dan hoeveel meer of minder insuline ze moeten inspuiten. Dit is nodig als de bloedsuikerspiegel nogal schommelt. Het is mogelijk dat je wordt bijgestaan door een diabetesteam.
• Een team is nodig, omdat diabetes overal in je lichaam voor problemen kan zorgen. Het team geeft je advies en controleert onder andere de bloedsuikerspiegel. Bij diabetes type 1 maakt je lichaam geen insuline aan. Het eerste wat een arts in dat geval voorschrijft is insuline toedienen.
• Er zal een behandelplan worden opgesteld. Wat je eet en hoeveel je weegt wordt genoteerd en regelmatig gecontroleerd. Je leert om jezelf insuline toe te dienen. Vaak heeft de diabetesverpleegkundige deze taak. Je gebruikt daarvoor een insuline pen of een insuline pompje.
• De insuline moet in de vetlaag onder de huid worden gespoten, bijvoorbeeld in je buik.
• Hiervoor is wel wat oefening nodig. Er wordt vaak een sinaasappel gebruikt om te leren prikken.
• Sommige mensen kunnen moeilijk omgaan met de diagnose suikerziekte en krijgen mentale problemen. Zij worden, als zij dat willen, doorverwezen naar een psycholoog.

Hypo

Een hypo is een te lage bloedsuikerspiegel. Deze kan ontstaan door te laat of het verkeerd inspuiten van insuline, door anders of te laat te hebben gegeten, door extra veel inspanning zonder extra te eten of te drinken. De meesten voelen een hypo aankomen en nemen dan snel wat te eten en/of te drinken. Denk bijvoorbeeld aan het nemen van druivensuiker. Deze wordt namelijk snel in het lichaam opgenomen. Mensen die lijden aan suikerziekte dragen meestal wat te eten of te drinken bij zich. Signalen voor een hypo zijn: trillen, honger, duizelig, zweten, hartkloppingen. Mensen die insuline inspuiten hebben eerder last van een hypo dan mensen die tabletten tegen hun suikerziekte slikken.

Voorkomen van diabetes mellitus, type 2

Diabetes mellitus type 2 kan in veel gevallen voorkomen dan wel uitgesteld worden als je er een gezonde levensstijl op nahoudt.

• Weet jij dat er in je familie vaak suikerziekte voorkomt, neem dan alvast op tijd maatregelen en leef gezond. Diabetes mellitus, type 2 komt meestal pas voor na het 40e levensjaar. Tegenwoordig echter wordt er steeds vaker bij (jonge) kinderen al de diagnose suikerziekte gesteld. Dat is een slechte ontwikkeling.
• Er wordt daarom ook veel gedaan aan het voorkomen van suikerziekte, campagnes, voorlichting op scholen. Het belang van een goed ontbijt, gezonder eten en vooral ook meer bewegen. Iedereen is zich ervan bewust dat het in veel gevallen anders moet. Maar wie houdt zich er ook aan?
• Ouders hebben hierin een belangrijke taak en de verantwoording voor hun kinderen om ervoor te zorgen dat zij geen diabetes mellitus type 2 ontwikkelen op jonge leeftijd. Zelf het goede voorbeeld geven is het allerbelangrijkste.
• Door als ouders en opvoeders de juiste producten te eten en te drinken, door voldoende te bewegen en daarin je kinderen mee te nemen, letterlijk en figuurlijk, kun je in elk geval proberen je kinderen te beschermen tegen diabetes mellitus type 2.