Gerbils zijn huisdieren die niet moeilijk te houden zijn. Toch moet er wel rekening gehouden worden met een aantal dingen. In de natuur leeft de gerbil onder andere in de half-woestijn. Daar is niet altijd water beschikbaar, gerbils hebben daarom niet veel water nodig. Een groot voordeel voor ons: ze plassen ook minder, dat betekent minder stank. Muizen gaan bijvoorbeeld veel sneller stinken dan woestijnratjes.
Gerbils kunnen soms schuw overkomen, maar dat zijn ze niet echt. Het is een nieuwsgierig dier.
Er worden een aantal soorten gerbils gehouden als huisdier. De Mongoolse gerbil is het populairste omdat ze ook overdag veel wakker zijn. Ze slapen niet, zoals mensen, 's nachts of, zoals hamsters, 's nachts. Ze slapen telkens een paar uur om vervolgens weer een paar uur wakker te zijn. Bij de Mongoolse gerbil helpt het mannetje het vrouwtje het nest warm te houden.
Andere gerbilsoorten die als huisdier gehouden worden zijn de Negev gerbil, de Sundevall gerbil en de Perzische gerbil. De Negev gerbil is een grotere gerbil die niet veel gehouden wordt. In de natuur komt dit soort niet op veel plaatsen voor. De Negev gerbil werd in 1991 voor het eerst in Nederland gehouden. Omdat het soort groter is, moet het aquarium ook groter zijn. Helaas kunnen de gerbils ruzie met elkaar maken. Jonge mannetjes kunnen hun vader aanvallen en wanneer een vrouwtje een nest heeft, moet het mannetje uit de buurt blijven. Dit alles maakt de Negev gerbil minder geschikt als huisdier dan de Mongoolse gerbil. Ook de Perzische gerbil is groter dan de Mongoolse gerbil. Deze soort is voornamelijk 's nachts actief. In de natuur komt de Perzische gerbil voor in gebieden met veel steen. Deze soort kan goed springen en heeft een lange staart die zorgt voor een goed balans. De Perzische gerbil heeft meer ruimte nodig dan de Mongoolse gerbil. Als laatste wordt ook de Sundevall gerbil in Nederland gehouden. De Sundevall gerbils die nu in Nederland gehouden worden zijn afkomstig uit 4 gerbils die ooit vanuit Pakistan naar Nederland zijn gebracht. Het soort heeft een groot verspreidingsgebied, dat heeft tot gevolg dat er ondersoorten bestaan. Van nature is deze soort behoorlijk tam.
Gerbils leven het liefste bij een temperatuur tussen de 20 en 24 graden, als je hieronder gaat zitten kan het misgaan. Er zijn verschillende soorten aquaria en terraria op de markt die geschikt zijn voor gerbils, je kunt hiervan je eigen gerbilarium maken. Het minimum is een aquarium of terrarium van 40 x 80 cm. Bedenk wel: hoe groter hoe beter. Als je dus meer ruimte over hebt is het verstandig om een groter gerbilarium aan te schaffen. Gerbils zijn sociale dieren, houdt ze dus vanaf 2 dieren. Als je meer gerbils wilt gaan houden, moet het gerbilarium ook groter worden. Wanneer je een ander soort dan de Mongoolse gerbil wilt gaan houden, moet je rekening houden met specifieke eisen van het soort. Helaas is daar vaak nog weinig over bekend.
Bakken van plastic zijn minder geschikt, gerbils kunnen hier zo doorheen knagen. Aquaria zijn meer geschikt. Op tweedehands websites zijn deze vaak voor een zacht prijsje te koop. Je kunt natuurlijk ook een lek aquarium kopen, die worden regelmatig gratis aangeboden. Gerbils zijn redelijk gevoelig voor tocht, een aquarium beschermt ze daartegen. Omdat er wel iets van ventilatie nodig is, moet je een deksel maken of kopen dat niet afsluitend is. Het beste is zelfs een deksel van gaas. Ook zijn er terraria te koop die geschikt zijn voor gerbils. Vaak zijn deze wel duurder dan oude aquaria. Bovendien kan er in een terrarium vaak minder bodembedekking terwijl gerbils erg van graven houden. Om dezelfde reden zijn kooien vaak minder geschikt.
Als je een gerbilarium hebt, is het tijd om na te gaan denken over de inrichting. Het belangrijkste is de bodembedekking. Gerbils graven graag, een dikke laag bodembedekking geeft ze daartoe de mogelijkheid. De ontlasting wordt daarnaast goed opgevangen door de bodembedekking. Voor gerbils kun je het beste zaagsel gebruiken, hierin kunnen ze goed graven en wordt de urine goed opgenomen. Daarnaast is zaagsel goedkoop. Gerbils houden erg van kartonnen doosjes en rolletjes. Deze kun je ook gemakkelijk weer verschonen. In het gerbilarium kun je een heleboel neerleggen: stukken hout, potten en huisjes.
Gerbils houd je met minsten twee dieren, maar het liefste drie of meer. Gerbils die op oudere leeftijd bij elkaar worden gebracht kunnen problemen met zich meebrengen als ze van hetzelfde geslacht zijn.
Gerbils graven ontzettend graag tunnels, het beste kun je ze daarom een dikke laag zaagsel aanbieden. Ze zullen echte tunnels graven en de hele tijd bezig zijn. In de natuur knaagt de gerbil veel, zo ook in gevangenschap. Dit is niet alleen iets wat gerbils leuk vinden om te doen, het is nog belangrijk ook! Als ze niet genoeg knagen zullen hun tanden niet afslijten met alle gevolgen. Plaats hout en karton in je gerbilarium en je zult zien dat ze er gretig gebruik van zullen maken. Om schoon te blijven baden gerbils veel in zand. Door het zand worden de haren ontvet, wanneer dit niet gebeurd zullen de gerbils het eerder te koud of te warm krijgen. Om de natuurlijke behoefte ook te vervullen in de kooi kun je chinchillazand gebruiken. Ook schelpenzand is goed geschikt, ze eten bovendien stukjes schelp hieruit waardoor ze weer extra kalk binnenkrijgen. Als laatste stampen gerbils ook regelmatig als ze bang zijn voor iets. Ze waarschuwen hiermee soortgenoten.
Gerbils eten voornamelijk zaden, pitjes, stengels en kleine insecten. Ze zijn dus omnivoren. Vroeger was er geen voer te koop dat specifiek voor gerbils was. Nu gelukkig wel. Het voer wat je hier koopt is de basis, je kunt het met een heleboel verse voedingsmiddelen aanvullen. Je kunt gerbils ook kattenbrokken of (ongezoete) muesli geven.
Als je jouw gerbils wilt verwennen, kun je ze bijvoorbeeld meelwormen, pompoenpitten en rozijnen geven. Gerbils kunnen niet tegen koemelk, daar moet je op letten.
Gerbils houden van bewegen, als je ze wilt tam maken moet je goed opletten. Gerbils houden niet van onrust en snelle bewegingen. Gerbils kunnen goed springen, daar moet je altijd op letten. Het oppakken zal aan het begin wat moeilijk gaan maar als ze eenmaal gewend zijn kun je ze over je heen laten lopen. Omdat gerbils prooidieren zijn zullen ze van je schrikken als je ze van boven probeert te pakken. Doe dat dus niet.
Het echte tam maken van gerbils vereist behoorlijk wat geduld. Eerst moet je de gerbils laten wennen aan je hand. Dit doe je door je hand in het gerbilarium te plaatsen, op de bodem. Ze zullen over je hand heen gaan lopen. Daarnaast kunnen ze heel goed je hand ruiken, ze wennen dus aan je geur. Na een tijdje kun je proberen je hand op te tillen als de gerbil erop zit. Til je gerbils niet meteen uit de kooi: ze kunnen zo van je hand springen en zichzelf verwonden.
Zoals je al hebt kunnen lezen is de Mongoolse gerbil een groepsdier. Je houdt deze dieren dus altijd met minimaal twee maar liever drie. Als je opzoek bent naar dieren om echt mee te knuffelen, is de gerbil minder geschikt. Ze houden van bewegen en zullen niet snel stilzitten.
Koop je gerbils liever niet in een dierenwinkel. Het beste koop je gerbils in een knaagdierenopvang, die zijn overal in Nederland te vinden. Het komt regelmatig voor dat er ook in deze opvangen nestjes zijn, je kunt daar dus ook een jonge gerbil krijgen. Er zijn erg veel gerbils die een nieuw huisjes zoeken, als jij een mooi verblijf kunt bieden help je de diertjes heel erg.
Bij de aanschaf van een gerbil moet je goed opletten of het dier gezond is. Een gezonde gerbil heeft een schone, droge neus, heldere ogen, snijtanden die niet te lang zijn en langs elkaar lopen, oren die rechtop staan, een vacht die dik en glanzend is en een staart.