Het Guillain-Barré syndroom is een aandoening van de zenuwen die buiten het centrale zenuwstelsel liggen. Het gaat hierbij om de gevoelszenuwen die van de huid, de gewrichten en de spieren naar het ruggenmerg lopen en de motorische zenuwen die vanuit het ruggenmerg naar de spieren lopen. Er kunnen lichte symptomen opteden (tintelingen, gevoelloosheid), maar er kan ook sprake zijn van volledige verlamming.
Het Guillain-Barré syndroom komt voor op alle leeftijden en kan ook bij kinderen ontstaan. Zowel mannen als vrouwen kunnen te maken krijgen met deze aandoening. In Nederland komt het syndroom jaarlijks bij ongeveer tweeduizend tot drieduizend mensen voor. We spreken hier dus van een zeldzame aandoening.
Het Guillain-Barré syndroom ontstaat als gevolg van een infectieziekte. Meestal treden de eerste symptomen ongeveer drie weken na een infectieziekte op. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een maagdarminfectie of een infectie aan de luchtwegen. Het kan zowel om een bacteriële als een virale infectie gaan. Als gevolg van de infectie maakt het lichaam antistroffen aan. Sommige van deze antistoffen zijn niet alleen schadelijk voor de bacterie of het virus, maar kunnen ook schadelijk zijn voor delen van het eigen lichaam. Bij iemand met het Guillain-Barré syndroom keren deze vrijgekomen antistoffen zich tegen delen van de zenuwen. We noemen dit ook wel een auto-immuunziekte.
De antistoffen beschadigen de zenuwen, waardoor deze hun taak (het overbrengen van signalen) niet meer goed kunnen uitvoeren. Normaal gesproken worden er signalen vanuit het ruggenmerg door deze zenuwen doorgegeven aan de spieren. Dit zorgt ervoor dat je kunt bewegen. Aangezien deze signalen bij het Guillain-Barré syndroom niet meer goed worden doorgegeven aan de spieren, kun je last krijgen van spierzwakte en verlammingen. Ook worden de gevoelssignalen van de huid en de spieren naar het ruggenmerg niet meer goed doorgegeven. Dit kan leiden tot gevoelsstoornissen. Het is ook mogelijk dat de beschadigingen van de zenuwen ervoor zorgen dat de organen niet of minder goed bestuurd kunnen worden.
Bij het Guillain-Barré syndroom ontstaan de symptomen spontaan en ze worden snel erger. Een patiënt krijgt eerst last van spierzwakte, waardoor er verlammingsverschijnselen optreden. Meestal doet dit zich in eerste instantie voor in de benen en het gaat gepaard met pijn in de benen of de rug. Daarnaast heeft een persoon met dit syndroom vaak ook last van gevoelsstoornissen. Hierbij kan worden gedacht aan tintelingen, gevoelloosheid of een 'slapend' gevoel. Als gevolg van de verlammingsverschijnselen heeft gemiddeld een kwart van de personen met deze aanodening tijdelijk kunstmatige voeding en beademing nodig.
Na ongeveer één tot vier weken bereikt de ziekte het dieptepunt. Op dat moment zijn de symptomen het heftigst. Daarna begint de periode van het herstel. Aangezien de aandoening zo plotseling is ontstaan en zo snel is verergerd, brengt dit voor de patiënt en de betrokkenen vaak veel angst met zich mee. Het kan heftige emoties oproepen.
Na het Guillain-Barré syndroom is volledig herstel in de meeste gevallen mogelijk. Dit zal ongeveer een aantal weken tot maanden duren (ruim tachtig procent zal binnen twaalf maanden herstellen), maar in sommige gevallen kan het om enkele jaren gaan. Ook zal een klein deel van de patiënten niet geheel herstellen. We hebben het hier over ongeveer tien procent. Zij blijven last hebben van restverschijnselen. Hierbij kunnen we denken aan vermoeidheid, pijnklachten, een verminderde conditie en krachtverlies. Ongeveer vijf procent van de patiënten zal komen te overlijden als gevolg van de aandoening. In de meeste gevallen komt dit door problemen met de ademhaling, problemen met het hartritme of infecties.
Een goede en snelle behandeling is van groot belang om overlijden te voorkomen en restverschijnselen tegen te gaan. Zodra je de symptomen van deze aandoening bij iemand in je omgeving herkent, is het belangrijk om zo snel mogelijk bij een arts langs te gaan. Indien je er bij het Guillain-Barré syndroom op tijd bij bent, kan iemand snel worden beahndelend. Hiermee kunnen ernstige gevolgen worden voorkomen.
De ernst van de symptomen van het Guillain-Barré syndroom kan per individu erg verschillen en het verloop van de ziekte kan voor elke patiënt ook anders zijn. Deze twee factoren zorgen ervoor dat het voor een behandelend arts vaak niet gemakkelijk is om de diagnose te stellen. Daarom zal de huisarts de patiënt ook altijd doorverwijzen naar een neuroloog en deze arts zal vervolgens verschillende onderzoeken uitvoeren om te zien of het inderdaad om het Guillain-Barré syndroom gaat of dat er een andere oorzaak voor de klachten aan te wijzen is.
De neuroloog zal bijvoorbeeld de peesreflexen van de patiënt testen, aangezien deze bij het Guillain-Barré syndroom vaak verminderd zijn. Ook zal deze arts met behulp van een elektromyografisch onderzoek (EMG) de snelheid van de elektrische geleiding naar de spieren en de reactiesnelheid van de spieren testen. Daarnaast zal het eiwitgehalte in het lumbaalvocht worden onderzocht. Als iemand inderdaad het Guillain-Barré syndroom heeft, zal dit rond de tiende dag meestal verhoofd zijn. Als laatste zal de behandelend arts ook een bloedonderzoek uitvoeren. Hiermee kunnen eventuele andere aandoeningen die de symptomen zouden kunnen veroorzaken uitgesloten, zoals een schildklieraandoening, diabetes of een ander aandoening.
Zodra de behandelend arts de diagnose Guillain-Barré syndroom heeft gesteld, wordt de patiënt in de meeste gevallen direct in het ziekenhuis opgenomen. Dit is omdat de klachten bij dit syndroom binnen korte tijd veel erger kunnen worden. Het kan zo zijn dat de patiënt al binnen korte tijd kunstmatige beademing en kunstmatige voeding nodig heeft. Snel handelen is daarom van groot belang. De patiënt zal in het ziekenhuis direct immuunglobulines krijgen toegediend via een infuus. Dit zijn medicijnen die de ontstekingen in de zenuwen remmen. Wel kan dit gepaard gaan met hevige pijn en daarom zal de patiënt ook vrijwel altijd pijnstillers krijgen toegediend.
Op het moment dat de patiënt herstellende is van de ziekte, zal er meestal worden gekozen voor fysiotherapie. Dit kan helpen bij de revalidatie. Daarnaast is psychische begeleiding vaan ook aan te raden, zodat de patiënt de ziekte kan verwerken. Het plotselinge en ernstige verloop van het Guillain-Barré syndroom kan namelijk veel angst en heftige emoties met zich meebrengen.