Bijna alle mensen zien de pony dan als een ‘dwergpaard’. Zelfs de naam ‘pony’ heeft te maken met hun lengte. Het zou afstammen van het Franse woord ‘poulenet’. Dit is een oude vorm van het woord ‘poulain’, in het Nederlands vertaald als ‘veulen’. Toch is een pony anders dan een paard. In dit artikel leggen we je eerst uit wat een pony precies is en vertellen we je daarna wat het verschil is tussen een pony en een shetland pony.
Pony’s staan bekend om hun kleine stokmaat van 85 tot 100 cm hoog. Dit betreft het hoogste punt gemeten van de schouder gemeten vanaf de grond. Een pony is ook nooit groter dan 1.48 meter. Als het beest langer is dan deze hoogte, noemen we het een paard. Overal ter wereld wordt deze maat gehanteerd voor de definitie van een pony. Er bestaan zelfs zeer kleine pony’s met een stokmaat van beneden de 1.09 meter.
Naast hun geringe lengte kenmerken pony’s zich door hun dichte vacht en dichte staart en manen. In de wei zijn ze dan ook duidelijk te onderscheiden van een paard. Het is echter onjuist om de pony een ‘klein paard’ te noemen. Niet alleen lichamelijk, maar ook qua karakter verschillen pony’s namelijk sterk van paarden. Een pony is namelijk een stuk drukker. Dit is duidelijk te merken wanneer je een stal of manege binnenstapt. Terwijl er bij de paarden een serene rust heerst, hoor je bij de pony’s constant gehinnik en hoefgetrappel.
Een overeenkomst tussen pony’s en paarden is wel dat de dieren beiden beschikken over enorm veel werklust. Vanwege hun kracht worden ze om die reden vaak gebruikt op het platteland. In het Westen gebeurde dit voornamelijk jaren geleden, maar in de rest van de wereld zijn paarden en pony’s nog steeds veelvoorkomende werkdieren. Pony’s kunnen bijzonder goed tegen de kou en hebben maar weinig voedsel nodig. Over het algemeen overleven ze daarom ook gemakkelijker dan paarden.
Pony’s zijn over het algemeen druk en energiek. Zoals eerder gesteld hebben ze een heel ander temperament dan paarden. Het gedrag kan echter verschillen per pony. Er bestaan namelijk veel verschillende ponyrassen. Koudbloedrassen gedragen zich doorgaans rustiger dan warmbloedrassen.
Een bekend en tegelijkertijd bijzonder sterk ponyras is de shetland pony. Deze zeer kleine pony is bijzonder populair, omdat kinderen er gemakkelijk op kunnen rijden. Een fijne kennismaking voor als wellicht ooit de stap naar paardrijden wordt gezet. Houd er wel rekening mee dat er niet op elke shetland pony kan worden gereden. Sommige soorten shetland pony’s hebben namelijk een te brede rug.
Het verschil tussen een pony en een shetland pony is de lengte. Sterker nog, shetlanders zijn de kleinste pony’s ter wereld. De kleinste exemplaren in Nederland hebben doorgaans een stokmaat tot en met 86 centimeter. Daarnaast zijn er kleine shetland pony’s met een stokmaat van 87 tot en met 92 cm, middelgrote shetland pony’s met een stokmaat van 93 tot 98 centimeter.
De grootste exemplaren shetland pony’s hebben een stokmaat van 99 tot en met 107 centimeter. De verschillende lengtes worden in een speciaal schema van A tot E geplaatst. A betreft in dat geval een hele kleine pony, zoals een Shetlander. Een iets grotere pony, van 1,17 tot 1,27 meter, wordt in groep B geplaatst. Een E-pony is met een lengte van 1,48 tot 1,57 meter in feite al een ‘klein paard’.
Het verschil tussen de gewone pony en de shetland pony is onder andere te danken aan de plek waar het dier ooit is ontstaan. Zo ligt het oorsprongsgebied van de shetland pony op een eilandengroep 200 kilometer ten noorden van Schotland. Op de zogeheten ‘Shetlandeilanden’, midden in de ijskoude Atlantische Oceaan, konden de dieren dankzij hun uithoudingsvermogen overleven.
Het feit dat shetland pony’s nog steeds bijzonder goed tegen kou kunnen is hier een overblijfsel van. De dikke manen van de pony helpen zeker in de strijd tegen kou. Shetland pony’s hebben een uitzonderlijk goed aanpassingsvermogen. Een extreem koud klimaat is voor deze pony dan ook geen probleem. Het blijkt ook dat de shetland pony eigenlijk al oeroud is. Wetenschappers hebben op de eilanden resten gevonden van oer-shetlanders uit de zesde eeuw.
Om te overleven op de ruige Shetlandeilanden maakten de dieren eeuwen geleden gebruik van hun gedrongen bouw. Ze hebben een korte rug met een sterke hals en benen. Daarmee onderscheiden de shetland pony’s zich sterk van andere ponysoorten. Neem bijvoorbeeld de Welsh pony. Alleen al het feit deze ponysoort oorspronkelijk uit het Verenigd Koninkrijk komt, heeft voor een andere bouw en karakter gezorgd. Welsh pony merries hebben een gemiddelde stoklengte van 138 cm, en hengsten tot 155 cm m. Hoewel de lengte dus totaal anders is, kenmerkt ook de Welsh pony zich door kracht en intelligentie.
Door de verschillen die er zijn tussen een pony en shetland pony is de verzorging van beide soorten dan ook anders. In principe kunnen shetland pony’s het hele jaar door buiten staan. Ze zijn immers gebouwd om kou te weerstaan. Ook vinden ze het prima om op een klein stuk land te leven en hebben ze minder eten nodig. Dit laatste zorgt ervoor dat je minder geld kwijt bent aan voedsel.
Aan de andere kant zijn shetland pony’s wel minder sterk dan gewone pony’s. Ze zijn zodoende niet geschikt om deel te nemen aan wedstrijden. Mocht je ervan dromen om de nieuwe Anky van Grunsven te worden, dan is het aanschaffen van een paard wellicht een beter idee.
Een shetland pony is bij de aanschaf doorgaans iets goedkoper dan een gewone pony. Ze zijn immers kleiner en hebben daarnaast ook minder verzorging nodig. Een precieze prijs is echter moeilijk vast te stellen. Dit is afhankelijk van het ras, de bouw en de maat. Bovendien kunnen de maandelijkse kosten voor een shetland pony best hoog oplopen. Denk bijvoorbeeld aan de huur van de stalling, en een bezoekje aan de dierenarts.
Uiteraard wil je de shetland pony ook goed verzorgen. De lange manen van het dier moeten regelmatig worden geborsteld. Ook de borstels en andere verzorgingsproducten kosten geld. De investering is de moeite echter meer dan waard. Met een shetland pony word je de trotse eigenaar van een bijzonder intelligent, sterk en nieuwsgierig dier.
