In totaal zijn er 41 katachtigen die wij kennen, hieronder valt ook een dood normale huiskat. Het maakt niet uit over wat voor soort kat je het hebt je herkend ze meteen. Het uiterlijk van een katachtige kan misschien allemaal anders van elkaar zijn, zie je wel meteen dat ze allemaal behoren bij de katachtigen.
Het darmgestel is kort daarom zijn katachtigen vleeseters. De darm is alleen bestemt voor het verwerken van dierlijk voedsel. Als een katachtigen een prooi heeft word de hele prooi opgegeten. Alleen de botten worden niet opgegeten. Het enige wat niet vlees is wat een katachtige binnen zou kunnen krijgen, is eten dat al verteerd is in de darm van hun prooi. Dit komt doordat de prooien die ze vangen meestal planteneters zijn.
Taxonomie is ook wel de indeling van het dierenrijk. Je kan een levend wezen indelen in het dierenrijk. Elk dier word ingedeeld in een rijk, stam, klasse, orde en familie.
Voor katachtigen hoort dit bij elk kopje:
De katachtigen zijn verdeeld in 14 geslachten. En deze geslachten zijn daarna weer verdeeld in soorten. Deze namen word in de wetenschappelijke termen ook wel eerst de geslachtnaam en dan de soortnaam genoemd. Ondersoorten zijn er ook nog onderdeel van, een soort kan weer verdeeld zijn in ondersoorten. De wetenschappelijk term hiervoor is eerst geslachtnaam daarna volgt de soortnaam en als laatst de ondersoortnaam. Een belangrijk ding om te weten is dat de geslachtnaam het enigste is waarmee je begint met een hoofdletter.
Bij de tenen van een katachtige zitten kromme klauwen, deze klauwen kunnen ze weer intrekken. Dit is voor een jachtluipaard niet het geval al hoewel die wel onder katachtige valt. Je hebt 5 klauwen die aan de voorpoten zitten, hierbij bevind 1 klauw zich aan de achterkant. De achterpoten tellen in totaal 4 klauwen. Bij een katachtige zijn de tanden erg belangrijk, deze zijn namelijk ook erg groot en is de scheurkies goed ontwikkeld. Om het makkelijker te zeggen zijn dit ook wel knipkiezen, deze zitten aan beide kanten. Met de kiezen knippen ze het vlees zo gezegd af. Bij de pupil kan je herkennen dat het spleetvormig is en samentrekt. Een katachtige is een echt nachtdier, ze kunnen bij weinig licht nog erg goed zien. Het zicht is niet het enigste wat erg goed is, het gehoor van katachtige zijn ook erg goed ontwikkeld.
De omgeving waar katachtigen zijn vooral bossen, ze zijn namelijk goede klimmers. Met hun scherpe nagels hebben ze goede grip op bomen. Katachtigen leven meestal afgezonderd van andere. Een katachtige die in groepen leeft en uitzondering is, is namelijk de leeuw. Antarctica en Australië zijn de enige continenten waar katachtigen niet voorkomen. Op eilanden zul je ze ook bijna niet zien. Als je ze wel op een eiland zou zien, zijn ze hoogstwaarschijnlijk door mensen er heen gebracht.
Ze blijven voornamelijk alleen maar in hun eigen territorium. De mannetjes zijn de enige die weggaan om een partner te zoeken om te paren. Katachtige hebben meestal maar 1 kans om te paren in een jaar. Sommige hebben nog minder geluk en doen het maar 1 of 2 in de drie jaar. Als je het over de opvoeding hebt van de jongen geven de mannetjes daar niet veel om.
De vrouwtjes brengen meestal een tot zes welpen ter wereld. Hun voedsel krijgen ze via hun moeder. Als de welpen net geboren zijn, zijn ze blind en kunnen niet veel doen. Als de welpen opgegroeid zijn en eindelijk kunnen jagen gaan ze bij hun moeder weg. De meeste katten overleven het niet langer dan 15 jaar, je hebt ook er een paar tussen zitten die het dubbele bereiken.
Grote en kleine katachtige
Eerst werden alle katachtigen ingedeeld tussen de categorieën grote katten en kleine katten. De grootte van een katachtige is niet bepalend genoeg. Er zijn wel uitzonderingen die dat bevestigen. Je hebt namelijk de poema die in de categorie kleine kat staat maar is groter dan de nevelpanter die onder de categorie grote kat valt.
Voorbeelden van grote katten kunnen zijn:
Voorbeelden van kleine katten kunnen zijn:
Het grootste verschil en die het belangrijkste is heeft te maken met brullen en snorren. Grote katten kunnen namelijk niet snorren maar wel brullen. Bij kleine katten is dit net andersom. Je hebt ook nog een ding bij het uiterlijk waaraan je het kan zien. Namelijk de bovenlip bij grote katten is behaard en bij kleine katten is dit niet het geval.
In gedrag zijn er ook overduidelijk verschillen. Als ze gaan eten gaan de grote katten meestal liggen en de kleine katten gaan in een gehurkte houding zitten. Tijdens het rusten is ook een verschil, kleine katten trekken hun voorpoten op en doen hun staart om zich heen. Grote katten gaan liggen met gestrekte voorpoten en een gestrekte staart. Met verzorging besteden grote katten niet zoveel tijd aan het verzorgen dan kleine katten.
Leeuwen zijn eigenlijk de enige van de katachtige die in een groep jaagt. De rest van de katachtige jaagt alleen. Als een dier alleen jaagt is de kans bij het besluipen van hun prooi groter. Als je alleen jaagt is de kans groter dat je overleeft in een gebied met weinig prooien, je hoeft namelijk niet te delen met andere. De meeste katachtigen tonen meer kracht dan je zou denken aangezien hun grootte. Bijvoorbeeld lynxen jagen meestal op rendieren en reeën. Voor een tijger staat een kleine olifant of neushoorn niet in de weg. Een luipaard neemt zijn prooi mee in de bomen, zo kan die in rust ervan eten zonder dat andere dieren mee willen eten. Dit waren allemaal grote katten, kleine katten daarentegen zijn alsnog best krachtig alleen jagen ze op dieren die kleiner zijn. Dit is een reden waarom ze vaker op pad gaan om te jagen dan grote katten. Grote katten jagen meestal namelijk maar zo 1 keer of 2 keer per week.
Vachtkleuren hebben ook verschil tussen de katachtige. De vachtkleur moet passen bij de omgeving waar de katachtige zich in bevindt. Dit dient dan als een schutkleur. Hiermee kunnen ze beter jagen, zodat de prooi hun niet opvallend ziet aankomen. De kleuren kunnen variëren van een zandkleur tot een vacht van de ocelot die gevlekt is.
