Melonaam komt voor in verschillende soorten. Allereerst is er de zogenaamde melanoma in situ. Hierbij bevinden de melanoomcellen zich nog enkel in de opperhuid (de bovenste laag van de huis). Dit is een vroege vorm van melanoom en hierbij is er nog geen kans op uitzaaiing. Het kan voorkomen dat melanoma in situ langzaam groter wordt. We spreken dan van een lentigo maligna vlek. Het is een donkerbruine pigmentvlek met zwarte gedeelten erin die vaak bij ouderen op de wang ontstaat. Zodra deze vlek overgaat tot een echt melanoom, spreken we van een lentigo maligna melanoom. Dit gebeurt in ongeveer vijf procent van de gevallen. Om die reden wordt vrijwel altijd geadviseerd om een lentigo maligna vlek weg te laten halen.
De meeste melanomen zijn echter oppervlakkig spreidende melanomen. Deze vormen van kanker groeien naar alle kanker uit, maar in de meeste gevallen niet dieper in de huid. Verder is er ook nog het nodulair melanoom. Hierbij is er in een vroeg stadium al sprake van een opeenhoping van veel melanoomcellen. Op de huid is er dan een donkerblauwe, donkergrijze of zwarte vlek te zien. Een zeldzame vorm van melanoom is het acrolentiginieus melanoom. Deze vorm van huidkanker bevindt zich op de handen of de voeten (meestal op de vingers of tenen).
Verder zijn er nog andere vormen van melanoom die zeldzaam zijn. Zo kan er bijvoorbeeld sprake zijn van een ongepigmenteerd melanoom. Dit type bevat geen pigment, waardoor het geen kleur heeft. Aangezien dit melanoom hierdoor vaak niet wordt opgemerkt, wordt het in de meeste gevallen ook te laat verwijderd. Daarom is dit een gevaarlijk soort melanoom. Het is daarnaast ook nog mogelijk dat een melanoom in het oog ontstaat of op de slijmvliezen (keel-, neus- of mondholte, vagina en de anus).
Het is mogelijk dat melanoom ontstaat als gevolg van een erfelijke aanleg. Dit is in ongeveer tien procent van de gevallen zo.Als meerdere personen in je familie een melanoom hebben of hebben gehad, is het daarom verstandig om moedervlekken op je huid goed in de gaten te houden. Er is vaak sprake van een erfelijke aanleg als tenminste drie personen aan één kant van de familie een melanoom hebben of hebben gehad of minstens twee personen in de familie een melanoom hebben of hebben gehad, waarvan één persoon dit heeft gekregen voor het veertigste levensjaar. Verder kan er sprake zijn van een erfelijke aanleg indien iemand in de familie drie keer of meer een melanoom krijgt of wanneer twee personen in de familie dit hebben of hebben gehad en er tevens alvleesklierkanker in de familie voorkomt.
In ongeveer veertig procent van de gevallen waarbij er sprake is van een erfelijke aanleg is er sprake van een afwijking in het CDKN2A gen. Indien je drager bent van dit gen, loop je een sterk verhoogd risico om melanoom te krijgen. Daarbij verhoogt dit gen eveneens de kans op alvleesklierkanker.
Naast een erfelijke aanleg zijn er ook andere factoren die een rol spelen bij het ontstaan van een melanoom. In de meeste gevallen ontstaat een melanoom als gevolg van blootstelling aan UV-straling. Indien je als kind voordat je vijf jaar oud was regelmatig bent verbrand in de zon, loop je een hoger risico om melanoom te ontwikkelen als je ouder bent. Personen met een zeer licht huidtype hebben eveneens hogere kans om deze vorm van huidkanker te krijgen. Zij verbranden namelijk gemakkelijker in de zon.
Melanocuten bevinden zich over het gehele lichaam en dan met name in de opperhuid. Als je een moedervlek hebt, is dit eigenlijk een opeenhoping van melanocyten. In veel gevallen ontstaat een melanoom vanuit een moedervlek. Een of meerdere van de melanocyten in de moedervlek gaan zich ongeremd delen, waardoor de moedervlek van uiterlijk zal veranderen. De moedervlek kan donkerder of lichter, meer gevlekt of dikker worden. Ook is het mogelijk dat de moedervlek een grillige grens krijgt, gaat jeuken of pijn gaat doen of gaat bloeden. Indien je opmerkt dat dit bij jou het geval is, is het sterk aan te raden om een arts te raadplegen.
Hoe kun je nu echt een melanoom herkennen? Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde ABCD-methode. In eerste instantie kun je kijken of er sprake is van asymmetrie. De moedervlek heeft dan niet dezelfde vorm aan beide kanten. Daarnaast kun je controleren hoe de borders (randen) eruit zien. Als het gaat om een melanoom, heeft de moedervlek vaak een vage, soms aflopende rand. Verder kun je kijken naar de colour (kleur) van de moedervlek. Bestaat de moedervlek uit verschillende kleuren (bruin, zwart, blauw, rood, wit)? In dat geval zou het om een melanoom kunnen gaan. Als laatste kun je de diameter van de moedervlek meten. Is de vlek een stuk groter dan een normale moedervlek (meer dan 6 millimeter)? Dan is dit wellicht een teken van huidkanker.
Naast deze methode kun je ook melanoom herkennen door te controleren of je last hebt van andere symptomen die met dit type kanker gepaard gaan. Verschijnen er bijvoorbeeld nieuwe moedervlekken of ontstaat er een bruin-zwart of zwart bultje? Ontstaan er bultjes of uitstulpingen in een bestaande moedervlek? Deze tekenen kunnen erop wijzen dat het om melanoom gaat. Verder kun je melanoom herkennen aan een jeuk of pijn aan een moedervlek, kleurveranderingen (bijvoorbeeld donkerder worden) en de moedervlek kan gaan bloeden of er kunnen zich zweertjes of korstjes op gaan vormen.
De huisarts zal je waarschijnlijk doorverwijzen naar de dermatoloog voor het stellen van de diagnose. Deze arts zal de moedervlek bekijken en op basis van de bovengenoemde symptomen controleren of het om een melanoom gaat. Aangezien dermatologen hier veel ervaring mee hebben, is het voor hun vaak gemakkelijk om met het blote oog te zien of het om een goedaardige moedervlek of een melanoom gaat. Vaak maakt de dermatoloog de bovenste huidlaag ook een beetje doorzichtig met behulp van een sterk vergrotende lens met verlichting en een druppel water of olie. Hierdoor kan hij of zij door de huid heen kijken en zien wat zich vlak onder de huid bevindt.