Het snoeien van rozen wordt verdeeld in drie snoeimomenten. Allereerst het voorjaar, in deze periode ga je de rozen fors terugsnoeien. Hierdoor wordt de plant geactiveerd tot een uitbundige groei en bloei (begin of half maart snoeien is het beste). Dan kun je in de zomer de rozen nogmaals snoeien, je gaat hiermee de bloeiperiode verlengen. In het najaar is de derde snoeiperiode en dan ga je de tuin netjes maken. Het is een snoeiperiode die niet verplicht is voor de plant.
Er zijn verschillende soorten rozen, hoe je de rozen gaat snoeien hangt af van welke soort rozen je hebt. Als je de polyantha- en theehybride-rozen hebt, dan gaat het er om dat de plant nieuwe scheuten aan gaat maken. Het beste is het wanneer de scheuten zo laag mogelijk ontstaan (aan de voet van de plant). Daarbij geldt hoe sterker de snoei, hoe forser de groei is. De snoei is gericht op 3-5 gezonde basistakken. Vanuit deze takken kan de plant zich opnieuw ontwikkelen. Het dode hout dien je te verwijderen. De rest van de snoei hangt ook af van hoe de rozen zijn gekweekt. Sommige rozen worden geënt.
Je kunt ook kruisend hout hebben, het gaat over takken die van buiten naar binnen groeien. De takken van de rozen moeten naar buiten zijn gericht en zij mogen niet het hart van de rozenstruik dicht laten groeien. Als de takken niet naar buiten zijn gericht dien je deze te verwijderen.
Het basishout is van belang als je gaat snoeien. Je gaat hierbij vanuit de voet van de struik drie tot vijf geplaatste basistakken behouden. Je snoeit hierbij de oudste takken als eerste weg. Dan snoei je deze drie tot vijf takken eerst terug, dit doe je tot drie/vijf ogen vanaf de voet van de plant. Wanneer je vier of vijf basistakken hebt, dan snoei je een basistak helemaal weg. Hierdoor zorg je voor de bevordering van de ontwikkeling van nieuwe basistakken vanuit het hart van de roos. Je kunt het beste snoeien op een buitenoog, hierdoor zorg je er voor dat nieuwe groei naar buiten is gericht.
In de zomer ga je de uitgebloeide bloemen wegknippen. Deze dien je op tijd te verwijderen, dus met regelmaat, zodat er nieuwe bloemknoppen worden aangemaakt. Je kunt zover terugsnoeien tot op het eerste vijftallige blad. In het najaar ga je ook snoeien, dan knip je tot kniehoogte. Hierdoor gaan de rozen goed de winter in. Let goed op dat je ze niet te kort gaat knippen, want rozen zijn gevoelig voor vorst. Daarbij moet je er ook voor zorgen dat de entknobbel voldoende diep onder de grond zit. Je kunt daarbij de plantvoet extra aanaarden als bescherming.
Als je rozen gaat snoeien is het belangrijk dat je daarvoor de juiste materialen gebruikt. Let ook op je kleding, want de doorns dienen niet aan je kleding te blijven haken. Goede handschoenen (waar geen doorns doorheen prikken) zijn ook van belang net als een scherpe snoeischaar. De scherpe snoeischaar is van belang, zodat de snijwonden van de roos mooi glad worden. Daardoor kunnen er moeilijker ziektes binnendringen.
Als je struikrozen in de tuin hebt, dan kan het gaat over grootbloemige rozen, lage heesterrozen, trosrozen en miniatuurrozen. Deze mogen namelijk een stuk korter gesnoeid worden dan veel mensen denken. Je gaat de takken terugsnoeien tot een lengte van vijf tot tien centimeter. Als je takken hebt die naar het midden toe groeien, dan knip je deze terug tot een lengte van één centimeter, hierdoor blijft het hart open. Dan zijn er nog een aantal hoge heesterrozen en deze moet je op kniehoogte snoeien dus ongeveer 50 cm boven de grond.
Als je een stamroos in de tuin hebt, dan kun je deze het beste terugsnoeien tot ongeveer 10 cm boven de stam. Je knipt één centimeter boven een ‘buitenoog’. Het gaat hierbij over een nog niet uitgelopen bladknop (dit is niet meer dan een streepje) welke naar buiten toe wijst. Als je dit doet dan gaat de tak mooi naar buiten groeien. Let goed op dat het centrum van een stamroos open blijft, want er moeten lucht en licht bij kunnen. De takken die in het hart zitten en te veel naar binnen groeien, dien je ook weg te knippen. Op het moment dat de laatste tak is gesnoeid, zorg je ervoor dat je een compact ‘bolletje’ van ongeveer even lange takjes overhoudt. Na het snoeien kun je ook een beetje compost en mest door de grond mengen, zodat ze weer voldoende voedingsstoffen hebben.
Wanneer je een klimroos in je tuin hebt, dan snoei je daarvan de zijtakjes op de dikke takken (gestel- of hoofdtakken). Dit doe je ieder jaar op een lengte van één tot twee centimeter. Let goed op dat je de hoofdtakken laat zitten. Het kan zijn dat een zijtak verouderd is, deze kan dan een wat grijze kleur hebben. Dan dien je de hoofdtak met een takkenschaar helemaal onderin af te knippen. Als je net een nieuwe klimroos hebt, dan hoef je deze de eerste twee tot drie jaar niet te snoeien. Dit komt omdat de dikke hoofdtakken pas gaan groeien als de plant twee tot drie jaar de kans heeft gehad om een goed wortelgestel te vormen.
Je hoeft ramblerrozen niet te snoeien dus laat ze maar lekker groeien!
Het snoeien van een treurroos is niet nodig. Het is alleen belangrijk dat je de oude grijze takken er af gaat knippen.
Je kunt de bodembedekkende rozen snoeien door de lange takken te sparen. Dan ga je wel de korte takken afknippen. Rozen bemesten is in ieder geval altijd aan te raden! Ruim de snoeiresten zorgvuldig op, de doorns zijn erg gemeen als ze terecht komen in de handen en benen van spelende kinderen, maar ook in de poten van katten en honden zijn deze doorns moeilijk te verwijderen en slechts één doorn kan een ontsteking tot gevolg hebben. Dit opruimen van snoeiafval geldt uiteraard niet alleen voor bodembedekkende rozen, maar voor alle rozen. Het kan veel last veroorzaken als het blijft liggen.