De kwaliteit van onderwijs moet steeds verbeteren en uiteraard kost dit veel geld. Minister Bussemaker vindt het redelijk dat hoger opgeleiden meebetalen aan de opleiding waar ze straks profijt van hebben. De minister vindt het schappelijk om hen mee te laten betalen doordat er straks uitzicht is op een hoger salaris dan de rest. Het extra geld dat op deze manier vrijkomt wordt gestoken in het verbeteren van hoger onderwijs. Studenten beslissen vanaf nu mee aan de begroting van onderwijsinstellingen en beslissen op deze manier wat er met het geld gebeurt. Studenten weten op deze manier zeker dat het geld in het verbeteren van onderwijs wordt geïnvesteerd.
Studenten krijgen een basisbeurs om de studie te bekostigen. De basisbeurs is ieder jaar anders en via de website van het DUO kun je zien welk bedrag voor jou van toepassing is. Wanneer je de basisbeurs niet genoeg vindt is het mogelijk om geld te lenen bij het DUO in de vorm van een basislening. De basislening en basisbeurs worden binnen het nieuwe stelsel samengenomen en omgezet tot studievoorschot. Het studievoorschot betekent dat de basisbeurs verdwijnt. Studenten mogen binnen het nieuwe stelsel wel een hoger bedrag lenen. Een aanvulling op het studievoorschot is de aanvullende beurs en blijft nog steeds bestaan. Op deze manier is het ook voor gezinnen met een laag inkomen mogelijk om te studeren. De aanvullende beurs wordt met meer dan €100,- verhoogd. Wanneer je als student een diploma binnen 10 jaar behaalt wordt de aanvullende beurs veranderd in een gift. De basislening moet uiteraard wel worden betaald.
Binnen het nieuwe stelsel is de kans groot dat je na het studeren met een studieschuld zit. Wanneer je niet leent is het de bedoeling om je studie zelf te betalen of kun je bijvoorbeeld aan je ouders vragen om de studie te betalen. Eerder moest deze studieschuld worden afgelost binnen 15 jaar, maar binnen het nieuwe stelsel mag dit binnen 35 jaar worden betaald. Aflossen hoeft alleen wanneer je meer dan het minimumloon verdient en wanneer de maandelijkse aflossing niet meer is dan 4% van je inkomen. Wanneer je meer wilt aflossen kun je behoorlijk op de rente besparen. In mindere jaren kun je het aflossen van de studieschuld tijdelijk stoppen. Je kunt het aflossen in totaal 5 jaar stopzetten.
Vanaf 1 september 2015 is er nog meer veranderende regelgeving. Studenten mogen in het oude stelsel niet teveel bijverdienen om het recht op een basisbeurs te bewaren. Vanaf 1 september 2015 mag een student zoveel bijverdienen als hij of zij wenst wanneer het studievoorschot gebruikt wordt. Studenten die op dit moment beginnen met studeren krijgen daarnaast €2.000,- om vijf tot tien jaar na het studeren te gebruiken voor extra scholing. Wanneer gehandicapten of chronisch zieken binnen tien jaar een diploma behalen wordt €1.200 van de totale schuld kwijtgescholden.
Wanneer je al bent begonnen onder de oude regelgeving blijft dit zo en ook wanneer je na 1 september 2015 op een andere studie overstapt. Wanneer je op dit moment een bachelor doet en een master wilt dit doen is dit niet van toepassing en stap je over van het oude naar het nieuwe stelsel.
Wanneer je voor 1 september 2015 bent gaan studeren is het oude stelsel nog van toepassing. Via een eenvoudig stappenplan kun je achterhalen hoe de studiefinanciering precies werkt. Je krijgt onder het oude stelsel studiefinanciering indien je:
Als je thuiswonend bent krijg je een basisbeurs van €100,25 en wanneer je uitwonend bent is dit €279,14. Wanneer het inkomen van je ouders laag is krijg je een aanvullende beurs tot €239,30 wanneer je thuiswonend bent en tot €260,19 als je uitwonend bent. Je kunt aanvullend nog tot €293,89 lenen. Tot slot kun je krediet aanvragen voor collegegeld om schoolgeld te betalen.
Zowel in het oude als het nieuwe stelsel is het mogelijk om een OV-chipkaart te gebruiken. Je kunt op deze manier gratis reizen in het weekend of doordeweeks. Binnen het nieuwe stelsel is het ook voor minderjarige MBO-studenten mogelijk om gratis te reizen, terwijl dit in het oude stelsel nog niet van toepassing was.
Financiële steun van de ouders wordt binnen het nieuwe stelsel iets belangrijker. Studenten sluiten liever geen lening af en betalen de studie dan ook met financiële steun van de ouders. Meestal wordt er niet gekozen voor één manier om de studie te financieren en lijkt een mengvorm in de praktijk het meest gewenst. Zo kun je tegelijk lenen bij het DUO, financiële steun van je ouders vragen en zelf een bijdrage leveren aan het financieren van de studie.
Het is voor de overheid duidelijk de bedoeling om zoveel mogelijk studenten toegang te geven tot het hoger onderwijs. Geld mag in principe geen issue zijn om voor een hogeschool of universiteit te kiezen. Win advies in via de hogeschool of universiteit wanneer je er zelf niet uitkomt of neem contact op met het DUO.
Ben je er klaar voor om een studievoorschot, aanvullende beurs, studielening, studiefinanciering of bijvoorbeeld een OV-chipkaart aan te vragen? Vraag dan een DigiD aan om in te loggen bij DUO en een OV-chipkaart te regelen. Gebruik hiervoor de onderstaande links:
Heb je nog steeds vragen en weet je niet welke regelgeving op jou van toepassing is? Dan kun je het best contact opnemen met het DUO. De klantenservice van DUO beantwoordt al je vragen en stuurt je de juiste kant op.