Binnen Nederland wordt op het gros van de scholen hetzelfde onderwijs gegeven. Toch zijn er kleine verschillen op te merken! Scholen verschillen van elkaar in het geloof wat wordt aangehangen. Zo zijn er christelijke scholen, openbare scholen zonder een rol van het geloof en islamitische scholen. In het geval van een christelijke basisschool wordt soms nog onderscheid gemaakt tussen de protestantse- en katholieke leer van het geloof. Bij het kiezen van een basisschool voor je kind is het belangrijk om hier rekening mee te houden. Op een school waar een bepaald geloof wordt aangehangen, zal bijvoorbeeld aan het begin van de dag en tegen het eind van de dag worden gebeden. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan de normen en waarden van het geloof. Dit betekent logischerwijs niet, dat lessen op het gebied van taal en rekenen minder goed zijn. De kennis die een kind hier opdoet is gelijk aan die van een kind op een openbare school.
Wanneer je als ouder een geloof aanhangt, kan het goed zijn om je kind naar een school met een geloof te sturen. Je kind leert zo bijvoorbeeld heel duidelijk water in de Bijbel of Koran geschreven wordt. Evenals dat onderwijs gegeven wordt over de manier waarop met het geloof kan worden omgegaan. Kinderen zullen hierbij vanzelfsprekend niets worden opgedragen. Ieder kind kan hier later zijn eigen interpretatie aan geven. Mocht je zelf geen geloof aanhangen, dan kan het onderwijs op een school met geloof minder bij je passen.
Sommige kinderen zijn voor hun tijd op de basisschool al naar een peuterspeelzaal geweest. Hier hebben zij wellicht hun eerste vriendjes en vriendinnetjes gemaakt. Het is de periode voordat het eerste leren op de basisschool begint. Andere kinderen hebben niet op een peuterspeelzaal gezeten, omdat hun ouders bijvoorbeeld grotendeels vanuit huis kunnen werken. Daarbij kan ook een gastouder een goed alternatief zijn voor een peuterspeelzaal. Voor deze kinderen is groep 1 op de basisschool de eerste echte kennismaking met een juf en andere kinderen. Dit betekent dat zij om moeten leren gaan met het gezag van iemand anders dan hun eigen ouders; de juf of meester. Ook leren zij hun plek binnen een groep in te nemen. Het ene kind zal erg druk zijn, terwijl het andere kind zich eerst op de achtergrond houdt.
De sociale vaardigheden die een kind opdoet op de basisschool zullen onmisbaar zijn in de rest van het leven van je kind. Het toont aan hoe belangrijk het is om op de basisschool te hebben gezeten. Buiten het feit, dat dit een verplichting is om op termijn naar het voortgezet onderwijs te kunnen gaan.
De eerste jaren op de basisschool zullen voornamelijk gericht zijn op de ontwikkeling van de motoriek van kinderen. Pas wanneer zij in een hogere groep komen, wordt de focus gelegd op andere zaken. Denk bijvoorbeeld aan het leren rekenen, taal en begrijpend lezen. Ook aardrijkskunde en geschiedenis zijn belangrijke onderdelen van de jaren die volgen na groep 1 en 2. Dit betekent niet dat kinderen naast hun sociale vaardigheden niets ontwikkelen tijdens deze eerste jaren. Zo leren de kinderen bijvoorbeeld met hun handen te werken tijdens het knutselen, wordt er gebouwd in de bouwhoek, enzovoorts. Door op deze manier ontdekkend te leren, wordt het in latere jaren makkelijker om mee te doen met de knutsellessen. Daarbij prikkelt deze manier van lesgeven de interesses en nieuwsgierigheid van een kind.
Tijdens het leren rekenen en schrijven wordt heel geleidelijk gewerkt aan de intelligentie van het kind. Zeker in het begin zullen verschillen tussen kinderen niet direct zichtbaar zijn. Na groep 3 worden die verschillen duidelijker. Het is in die fase gebruikelijk, dat er in niveau gedifferentieerd wordt. Dit betekent dat het ene kind sneller zal werken en extra werk mag doen, dan andere kinderen. Op deze manier kunnen kinderen op hun eigen niveau en snelheid leren, waarbij verveling tegengegaan wordt. Het zou voor kinderen immers niet goed zijn, als zij steeds al halverwege de dag klaar zijn met hun werk.
Op het moment dat kinderen richting groep 5 gaan, zullen zij naast taal en rekenen ook les krijgen in bijvoorbeeld geschiedenis en aardrijkskunde. Dit is belangrijk, om de algemene kennis van kinderen te verbeteren. Zij krijgen zo een beter beeld van de manier waarop de wereld in elkaar zit. Evenals dat zij meer leren over de geschiedenis van de mensheid en Nederland als land. Als ouders kun je op deze lessen inspelen door bijvoorbeeld samen naar journaal voor kinderen te kijken, door tijdens een vakantie mooie wandelingen te maken en op onderzoek uit te gaan, enzovoorts. Het is een allereerste stap naar volwassenheid, waarvan er in de jaren die volgen nog veel van moeten worden gezet. Echt volwassen worden kinderen vaak immers pas na het voortgezet onderwijs.
Na acht jaar zullen de meeste kinderen de basisschool verlaten. Ze zijn nu goed voorbereid op een volgende stap in hun leven: het voortgezet onderwijs. De basisschool speelt een grote rol in de ontwikkeling van het kind, zoals reeds beschreven is. Deze ontwikkeling zal in een stroomversnelling komen, wanneer kinderen naar het voortgezet onderwijs aan. Kennis die is opgedaan op de basisschool vormt een degelijke basis voor de rest van hun schoolcarrière. Op een middelbare school zal de te bestuderen stof echter al snel anders zijn dan op een basisschool.
Op de basisschool wordt geadviseerd over een passend niveau van een het vervolgonderwijs. De ene leerling gaat naar het VMBO, de ander naar de HAVO en weer iemand anders naar het VWO. Afhankelijk van de prestaties van het kind op een basisschool wordt gekeken naar het meest geschikte type vervolgonderwijs. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar cijfers, maar ook naar het karakter van een kind. Hoe leergierig is iemand? Heeft een leerling uitdaging nodig? Enzovoorts. Aangezien docenten van een basisschool hier na acht jaar een goed beeld van hebben, is hun advies erg belangrijk. Op veel scholen wordt een CITO-toets gemaakt, waarvan de uitslag vaak in lijn zal zijn met het advies van een leraar.