KISS-syndroom

KISS-syndroom: oorzaken en symptomen

KISS-syndroomHet KISS-syndroom (Kopfgelenk-Induzierte Symmetrie-Storüng) is een aandoening die bij ongeveer tien procent van alle pasgeboren baby's voorkomt. Hierbij staan de hoge nekgewrichten scheef en dit heeft een pijnlijke spanning en stoornissen in de ontwikkeling van de motoriek tot gevolg. In dit artikel leggen we je uit wat de oorzaken en symptomen zijn van het KISS-syndroom en hoe het kan worden behandeld.

Wat zijn de oorzaken?

De scheefstand van de bovenste nekgewrichten wordt veroorzaakt doordat de wervelkolom tijdens de bevalling in de verdrukking komt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een vacuüm- of tangverlossing of bij een keizersnede. In sommige gevallen ontstaat de aandoening al in de baarmoeder, omdat de baby in een verkeerde houding ligt. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij meerlingen of wanneer de baby erg groot is. Soms kan het KISS syndroom ook het gevolg zijn van een heel langzame of heel snelle bevalling.

Symptomen KISS-syndroom baby’s

Het KISS-syndroom kan worden onderverdeeld in twee verschillende categorieën. Bij KISS I is het belangrijkste kenmerk een gefixeerde gedraaide stand van het hoofdje van de baby. Het hoofdje staat hierbij ook scheef. Als gevolg hiervan handhaaft de baby een voorkeurshouding, waardoor de borstvoeding wordt bemoeilijkt. Verder krijgt de houding van het lichaam de vorm van een banaan en raakt het hoofdje afgeplat aan de zijkant en/of achterkant. De ontwikkeling van de motorische vaardigheden blijft eenzijdig achter en hierdoor zal de baby voornamelijk naar één kant omrollen. De kruipfase wordt niet of nauwelijks doorlopen.
 
Ook zal de baby niet op de buik willen of kunnen liggen en er kan een enkelzijdige beperking van het heupgewricht ontstaan. Verder is het mogelijk dat het kind een asymmetrische bilplooi heeft en last krijgt van slik- en buikklachten. Overmatig huilen (meer dan drie uur per dag) en slaapstoornissen zijn tevens kenmerkende symptomen van deze vorm van het KISS-syndroom.
 
Bij KISS II wordt het hoofdje juist achterover gefixeerd in een extreme strekstand. Daarnaast kan het kind last krijgen van een afgeplat hoofdje middenachter en het overstrekken van de hele romp. KISS || wordt ook gekenmerkt door problemen met de borstvoeding aan beide zijde en geen oprichtreactie van het hoofdje. Het kind rolt vaak om via druk op het achterhoofd en kruipt niet of slechts voor een korte periode. Daarentegen staat het kind vaak wel al binnen tien maanden. Ook kan er sprake zijn van een slechte, houterige motoriek over het algemeen, maar ook specifiek voor de spieren. Overmatig huilen (meer dan 3 uur per dag) en slaapstoornissen komen eveneens bij KISS II voor.

Reflux

Veel baby's met het KISS-syndroom hebben last van een matige zuig- en slikreflex. Als gevolg hiervan kunnen verschillende complicaties optreden. Zo komt het regelmatig voor dat de baby te maken krijgt met reflux. Hiermee wordt bedoeld dat het eten vanuit de maag terugloopt naar de mond. Per individu verschilt het in welke mate dit gebeurt. Het kan zijn dat het eten tot in de keel loopt, maar soms kan het ook tot in de mond komen. De baby moet in sommige gevallen overgeven en in andere gevallen slikt het de maaginhoud weer in. In het laatste geval spreken we ook wel over een verborgen reflux die moeilijk te herkennen is.


Ook bij baby's zonder het KISS-syndroom komt reflux vaak voor. Het is voor het kind heel vervelend, maar het is gelukkig niet direct schadelijk. Na verloop van tijd kan de slokdarm echter wel beschadigen als gevolg van het maagzuur dat mee omhoog komt. Dit kan irritaties en ontstekingen tot gevolg hebben. In de meeste gevallen wordt reflux echter wel op tijd ontdekt en vervolgens ook behandeld. Merk je dat je baby hier vaak last van heeft? Neem dan contact op met je huisarts.

Symptomen KISS-syndroom kinderen

Ook in de kindertijd kunnen er symptomen van het KISS-syndroom blijven optreden. We spreken dan van het KIDD-syndroom. De klachten die in deze periode optreden zijn anders dan de verschijnselen van het KISS-syndroom. Het kind kan een slechte houding aannemen en last hebben van evenwichtsproblemen. Verder kan het veel op de tenen lopen en veel vallen en struikelen. Hoofdpijn, nekpijn- en stijfheid en groeipijnen zijn andere symptomen die regelmatig voorkomen.


Daarnaast kunnen er slaapstoornissen en concentratiestoornissen optreden. Het kind heeft vaak ook veel aandacht nodig en vertoont prikkelbaar en onrustig gedrag. De ontwikkeling van de grove en fijne motoriek is trager en er kan sprake zijn van een achterstand in de spraakontwikkeling. Het kind kan daarnaast nog platvoeten, X- & O-benen en een kromme rug krijgen en last hebben van tandenknarsen en tics.

Diagnose

Het KISS-syndroom wordt in eerste instantie vaak herkend aan een achterstand in de lichaamsgroei. Vervolgens wordt onderzocht welke symptomen het kind precies ondervindt. De behandelend arts zal ook direct kijken hoe ernstig de symptomen zijn en welke gevolgen dit kan hebben voor zowel het hanteren van het welbevinden als de ontwikkeling van het kind.

Nadat de diagnose KISS-syndroom is gesteld en de arts heeft onderzocht hoe ernstig de aandoening is, wordt er gekeken welke behandeling(en) het beste aansluiten. In de meeste gevallen wordt er gekozen voor een aantal behandelingen bij verschillende specialisten.

Hoe wordt het behandeld?

Het KISS-syndroom kan worden behandeld door een kinderfysiotherapeut, een manueel therapeut en/of een osteopaat. Indien er wordt gekozen voor een behandeling bij twee of meer van deze specialisten, dan zullen zij met elkaar contact houden over de behandeling.


Over het algemeen zal de behandeling bestaan uit impulsen op de nek en het bekken van de baby die lichte bewegingen bevorderen. Vaak is er direct al een lichte reactie van het kind zichtbaar en de beweeglijkheid verbetert hierdoor onmiddellijk. Als gevolg hiervan zal ook het gedrag van de baby veranderen. Vaak is het nodig om deze behandeling nog vier tot vijf maal te herhalen om tot volledig herstel te komen. Het resultaat zal beter zijn en sneller worden behandeld, als het kindje op jongere leeftijd wordt behandeld.

Na de laatste behandeling

De meeste kinderen reageren goed op de therapie, maar na verloop van tijd kunnen zij weer opnieuw last krijgen van de klachten. Het is belangrijk om hier als ouders goed op te letten. Soms lijken de verschijnselen slechts onschuldig, maar het is aan te raden om bij het minste vermoeden van het KISS-syndroom direct een arts in te lichten.

Indien de baby een scheef schedeltje heeft of had en er sprake is of was van een lichte scheefstand van de nek, is er een redelijke kans aanwezig dat de klachten later terugkomen. De asymmetrie bij deze baby's komt vaak niet alleen voor bij het hoofd en de nek, maar ook in de bekken- en heupgewrichten en de voeten. Dit kan problemen opleveren voor het kind wanneer het nog in de ontwikkeling is.

Meestal treden de symptomen enkele maanden na de laatste behandeling weer op. Dit is echter lang niet altijd het geval en veel kinderen krijgen niet meer te maken met deze verschijnselen. Toch is het als ouder van belang om hierop te blijven letten, zeker omdat de klachten niet altijd direct worden herkend.






                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   

Auteur: Rowanblom
Aantal keer gelezen: 4412x
Toegevoegd: 29-07-2016 05:16
Gewijzigd: 13-08-2016 08:50

Relevante links

Categorieën

Er zijn reeds 3735 artikelen toegevoegd op deze website.
De copyrights van infobron.nl zijn van toepassing!