Als we kijken naar de ontwikkeling van baby’s, is het belangrijk om in gedachten te houden dat iedere baby anders is en zijn eigen ontwikkeling heeft. Bij de informatie in dit artikel gaat het om gemiddelden. De ene baby zal net wat sneller kunnen lachen dan de ander. Terwijl de ander juist misschien weer sneller begint met kruipen. Maak je dus zeker niet meteen zorgen als de ontwikkeling van jouw kind niet precies gelijk loopt met de onderstaande informatie.
De eerste maand is je baby nog heel kwetsbaar en de spiertjes moeten zich nog verder ontwikkelen. Het is daarom belangrijk om de baby op de juiste manier op te pakken en altijd goed te ondersteunen. Vooral de nekspiertjes hebben ondersteuning nodig, deze zijn nog niet sterk genoeg om het hoofdje te dragen. Ook is de schedel van je baby nog niet gesloten. De schedelplaten zijn nog niet gesloten, waardoor er in het midden van de schedel een zachte plek te vinden is. Dit wordt de fontanel genoemd. De fontanel groeit na verloop van tijd vanzelf dicht.
Het spijsverteringskanaal van je baby moet nog goed op gang komen. Hierdoor hebben baby’s tijdens de eerste maand vaak last van krampjes en moeten ze vaak spugen. Tot een leeftijd van twee maanden kan je baby zijn of haar lichaamstemperatuur nog niet goed zelf regelen. Let er daarom goed op of je baby het niet te koud of warm heeft. Kleed hem of haar goed aan en leg als het koud is ’s nachts eventueel een kruik in bed. Overdrijf echter niet, te warm is juist ook niet goed.
Je baby zal in deze periode nog veel slapen, ook overdag. Echt spelen is je baby nog niet aan toe. Allerlei speeltjes in de box zijn dan ook nog niet nodig. Het liefst is je baby bij je, lichamelijk contact is erg belangrijk. Het zicht van je baby is net na de geboorte nog niet erg scherp maar ontwikkelt zich in de eerste maanden in rap tempo. Ze bestuderen graag je gezicht als je dichtbij genoeg bent. Ze kunnen namelijk nog maar tot zo’n 20 cm ver kijken. Schrik er niet van als je kindje af en toe scheelt kijkt. Dit is bij pasgeboren baby’s normaal.
De meeste baby’s beginnen rond deze tijd wat langer door te slapen ‘s nachts. Je baby zal nu wat meer wakker zijn overdag en druk bezig zijn met zijn omgeving. Hij kan echt oogcontact met je maken en kan ook steeds verder kijken. Je zal merken dat je baby je volgt als je voorbij loopt. Met name licht-donker contrasten ziet je baby goed. Ook luistert je baby aandachtig naar geluiden. Daardoor kan hij schrikken van plotselinge geluiden. Je zal merken dat je baby steeds beter op je stem reageert en zijn hoofdje naar je toe zal draaien als je tegen hem of haar praat.
Een van de mooiste ontwikkelingen in deze maand is dat je kindje naar je begint te lachen. Ook kan je baby nu echte tranen krijgen bij het huilen. De problemen van met het spijsverteringskanaal, zoals krampjes en spugen, worden nu over het algemeen minder. Ook het nekje van je baby wordt sterker. Waarschijnlijk kan hij zijn hoofdje steeds beter optillen. Het hoofdje stil houden is echter nog erg lastig. Leg je kindje regelmatig op zijn buik zodat hij wat kan oefenen. Ook met hun handjes beginnen ze in de tweede maand wat te oefenen, misschien kan je baby zelfs al iets vastpakken. Wil je hiermee oefenen? Bied voorwerpen van vanaf de zijkant aan en niet vanaf de voorkant. Dat is voor baby’s makkelijker.
Je baby is nog steeds druk bezig met het bestuderen van zijn omgeving. Vanaf deze leeftijd kunnen ze ook kleuren zien. Felle en contrasterende kleuren zijn geliefd. Leg daarom kleurige speeltjes in de box, je zal merken dat hij het prachtig vindt. Het hoofdje en nekje van je baby worden steeds sterker. Je baby kan zijn hoofdje nu langer optillen en kan zelfs al naar links en naar rechts kijken. Vaak vinden baby’s het vanaf deze leeftijd fijn om rechtop gehouden te worden om zo lekker rond te kijken. Dat de spiertjes steeds sterker worden, blijkt ook uit het krachtige trappelen dat baby’s in hun derde maand vaak doen.
Rond deze leeftijd is je kindje ook druk bezig met het ontdekken van zijn handen. Ze in de lucht houden, ze draaien en ernaar kijken vindt hij erg interessant. Ook zal hij steeds meer proberen om dingetjes vast te pakken en in zijn mond te stoppen. Ook de handjes zelf stoppen ze graag in hun mond om op te sabbelen. Smakt je baby hierbij? Dan kan het zijn dat hij honger heeft.
De derde maand is ook de tijd dat baby’s beginnen met het maken van geluidjes. Om dit te stimuleren is het belangrijk om gezellig samen met je baby te “kletsen”. Praat tegen hem en doe zijn geluidjes na. Je zal merken dat hij na verloop van tijd bewust geluidjes terug gaat maken.
Na de eerste drie maanden zijn de reflexen van baby’s grotendeels verdwenen. Ze zijn beetje bij beetje vervangen door bewust gedrag. Rond deze tijd is de ontwikkeling van het gezichtsvermogen voltooid. Je baby kan nu kleuren en diepte zien op dezelfde manier als volwassenen dit zien. Hij of zij zal nu ook rustig aan beginnen met het leggen van verbanden. Ze beginnen nu te snappen dat anderen reageren op hun gedrag zoals lachen en huilen.
Je baby is al een tijd druk aan het bewegen, maar rond deze leeftijd worden de bewegingen steeds vloeiender en beheerster. Met voldoende steun zal je baby waarschijn zelfs al een beetje kunnen zitten. Je zal merken dat je kindje alles wat hij te pakken kan krijgen in zijn mond stopt. Dit doen baby’s omdat ze een sterk ontwikkelde tastzin in hun mond hebben. Ze gebruiken hun mond dus simpelweg om dingen te ontdekken en houden er daarnaast ook gewoon van om op dingen te sabbelen.
Ook met geluidjes maken blijven baby’s druk oefenen. Ze kunnen nu gillen en zelfs hardop lachen. De nachten worden steeds langer en in de vierde maand kunnen sommige baby’s al ongeveer negen uur achter elkaar slapen. Helaas geldt dit niet voor alle baby’s. Er zijn genoeg baby’s die langer de tijd nodig hebben voor ze een hele nacht doorslapen.
Misschien kan je baby tegen deze tijd al omrollen. De meeste baby’s beginnen met het rollen van hun rug op hun zij en daarna van hun rug op hun buik. Omrollen is een echte mijlpaal en is een belangrijke oefening voor het evenwicht, kruipen en lopen. Rolt je baby nog niet om, maar is hij of zij wel druk bezig met het opdrukken van de bekken en overstrekken van zijn of haar lijfje? Dat zit het rollen er zeker aan te komen. Laat je baby absoluut niet alleen liggen op de commode, je bed of de bank. Ook wanneer je denkt dat je baby nog niet zo ver is. Het omrollen gaat vaak sneller dan je denkt.
Je baby blijft druk oefenen met zijn handjes. Hij wil van alles pakken en ontdekken en je zal merken dat hij of zij zelfs een beetje ongeduldig kan worden als het niet lukt. Stimuleer de ontwikkeling door passend speelgoed aan te bieden. Als het goed is, gebruikt je baby zijn linker- en rechterhand ongeveer evenveel. Dit duidt er namelijk op dat beide hersenhelften zich goed ontwikkelen. Je zal ook merken dat baby’s rond deze leeftijd hun armpjes naar je uitsteken als ze opgepakt willen worden. Ook steken ze hun armpjes uit naar de borst of de fles als ze willen drinken. Zodra ze klaar met drinken zijn, duwen ze deze weer weg.
Baby’s gaan in de vijfde maand steeds meer verschillende geluiden maken. Ook herkennen ze bekende stemmen goed en kunnen ze verschillen herkennen in de manier waarop je spreekt. Ze letten vooral op tonen en minder op woorden. Ze horen bijvoorbeeld het verschil tussen een enthousiaste en goedkeurende stem en een verbiedende stem.
In de zesde maand beginnen baby’s vaak met zichzelf opdrukken. Als ze op hun buik liggen, steunen ze op hun handen en drukken ze zichzelf omhoog. Rechtop zitten vindt je baby nu vast ook erg interessant. Helemaal alleen zitten is vaak nog te moeilijk, dit leren ze pas rond de achtste of negende maand. Lukt het jouw kindje al wel? Dan kan je hem of haar laten zitten met kussens of een voedingskussen om hem of haar heen. In het begin vallen ze nog vaak om en zo vallen ze lekker zacht. Baby’s die nog niet kunnen zitten, vinden het vaak wel leuk om ermee te oefenen. Laat je kindje rechtop op je schoot zitten terwijl je hem of haar ondersteunt met je handen.
Je zal merken dat je kind zich rond deze leeftijd ook vooruit probeert te bewegen als hij of zij ligt. Ligt er een speeltje waar ze net niet bij kunnen? Dan rollen ze, spartelen ze of proberen ze te tijgeren om er dichterbij te komen. Ook kan je kindje zichzelf nu optrekken. Leg hem of haar op de rug, houd de handjes vast en laat je baby zichzelf omhoog trekken. Laat je baby alleen omhoog komen als hij of zij daadwerkelijk zelf trekt. Het is niet goed om aan de handjes te trekken als je baby zelf niet meehelpt.
Sommige baby’s worden rond deze leeftijd eenkennig. Kijkt er een vreemde naar hen? Dan kunnen ze plots gaan huilen. Soms raken ze zelfs een beetje bang van mensen die ze toch regelmatig zien. Over het algemeen groeien ze hier vanzelf weer overheen.