Bij hartfalen is de hartspier verzwakt, waardoor het hart niet meer in staat is om voldoende bloed in het lichaam rond te pompen. Het bloed stroomt hierdoor trager door het lichaam en blijft soms in bepaalde lichaamsdelen achter. Andere organen krijgen hierdoor minder bloed toegevoerd en daarom ook minder zuurstof en voedingsstoffen. Je kunt vocht gaan vasthouden als de pompfunctie van het hart is verminderd en je kunt eerder vermoeid raken bij inspanningen of platliggen. Een ander belangrijk symptoom dat veel voorkomt bij hartfalen is pijn op de borst. Er zijn verschillende oorzaken waardoor de hartspier kracht kan verliezen en het bloed minder goed in het lichaam kan rond pompen.
Hartfalen wordt in een groot deel van de gevallen veroorzaakt door een hartinfarct of langdurig hoge bloeddruk. Als je een hartinfarct krijgt, sterft een gedeelte van de hartspier af. Hier vormt zich vervolgens een litteken. Na het infarct zal dit stukje hartspier niet meer samentrekken met de rest van de hartspier. Dit kan ertoe leiden dat de pompfunctie van het hart minder krachtig wordt, waardoor je last kunt krijgen van hartfalen. Het is ook mogelijk dat het litteken uitrekt en een soort uitstulping wordt of de gehele wand de hartkamer(s) kan uitrekken (dilateren). In deze situaties zal de pompfunctie van het hart eveneens verminderen en kan hartfalen ontstaan.
Als je langdurig een hoge bloeddruk hebt, zal het hart contine tegen hoge druk in moeten pompen. De hartspier zal daarom meer spierweefsel aanmaken. Na verloop van tijd helpt dit echter niet meer en de verdikte hartspier zal door het extra spierweefsel stijver en minder soepel worden. Vervolgens zal de pompkracht van het hart afnemen, waardoor hartfalen ontstaat. Het is ook mogelijk dat hartfalen ontstaat als gevolg van een hartritmestoornis. Het hart klopt dan te snel, te langzaam of onregelmatig. Hierdoor zal de hartspier zich meer moeten inspannen. Als je langdurig last hebt van een hartritmestoornis, kun je eveneens te maken krijgen met hartfalen.
Een andere mogelijke oorzaak van hartfalen is de hartspieraandoening cardiomyopathie. De hartspier is bij deze aandoening verdikt of verwijd en de cellen van het hart zijn vervangen door vet- of bindweefsel of hebben een abnormale bouw. Hierdoor zal de pompfunctie van het hart verminderen, waardoor hartfalen kan ontstaan.
Ook kan het zo zijn dat er sprake is van een hartklepaandoening. De hartkleppen sluiten dan niet goed of zijn vernauwd, waardoor het hart harder moet werken en de pompkracht afneemt. Er kan voor worden gekoezen om de kapotte hartklep te repareren of te vervangen. De pompfunctie zal daarna weer voor het grootste gedeelte herstellen.
Het is tevens mogelijk dat hartfalen ontstaat als gevolg van een aangeboren hartafwijking. Kinderen woren hier op jonge leeftijd aan geopereerd, maar hebben later wel een grotere kans op hartfalen. De kans op hartfalen hangt af van het soort hartaandoening en de ernst hiervan. Verder kan het zo zijn dat hartfalen optreedt als gevolg van een ontsteking van de hartspier. De hartspier kan acuut ontstoken raken als gevolg van een infectie met een virus en hierdoor kan de hartspier ernstig beschadigen. Door deze beschadigingen zal de pompfunctie van het hart afnemen en kun je last krijgen van hartfalen.
Er zijn verschillende symptomen hartfalen waaraan je hartfalen kunt herkennen. Bij hartfalen pompt het hart minder bloed naar de organen in het lichaam pompt, waardoor je je sneller moe zult voelen. Het komt vaak voor dat de kleinste inspanning al teveel moeite kost. Aangezien de hersenen minder zuurstof krijgen, is het vaak moeilijker om je te concentreren. Ook de nieren krijgen minder bloed toegevoerd, waardoor je meer water en zout vasthoudt. Overdag zul je dan minder vaak moeten plassen, maar 's nachts juist weer meer (aangezien het vocht dan gemakkelijker kan worden afgevoerd). Verder kan het vocht zich gaan ophopen in de longen, benen, enkels en buik (oedeem). Hierdoor kun je last krijgen van een vol en opgeblazen gevoel.
Verder kun je last krijgen van benauwdheid, kortademigheid en prikkelhoest. Andere symptomen hartfalen zijn koude handen en voeten en slecht slapen. Daarnaast kun je minder trek hebben in eten, terwijl je toch aankomt. Het is niet zo dat je direct in paniek moet raken als je een van de bovenstaande symptomen hartfalen herkent. Vermoeidheid of slecht slapen kan bijvoorbeeld ook gewoon zonder reden ontstaan. Als je meerdere symptomen hartfalen herkent, is het echter wel sterk aan te raden om een arts te raadplegen.
De arts zal eerst een aantal vragen stellen over de symptomen hartfalen waar je last van hebt. Aan de hand hiervan kan hij of zij al vermoeden of het om hartfalen gaat. De diagnose zal echter moeten worden bevestigd met een onderzoek. De behandelend arts kan er bijvoorbeeld voor kiezen om het bloed te onderzoeken (onder andere op het gehalte van het eiwit BNP) of een hartfilmpje (ECG) maken. Ook is het mogelijk dat de arts een onderzoek uitvoert naar de knijpkracht van het hart of een hartscan maakt met isotopen. Verder kan er een echo van het hart, een slokdarmecho of een röntgenfoto van hart en longen worden gemaakt. Andere onderzoeken waarmee de diagnose hartfalen kan worden bevestigd zijn een inspanningsonderzoek en hartkatheterisatie.