Bij ADD is dopamine een belangrijke neurotransmitter. Dit is een molecuul dat gebruikt wordt voor de signaaloverdracht in onze hersenen. Iemand met ADD heeft een dopamine tekort. Er is ook sprake van een verlaagde hersenactiviteit in de prefrontal cortex. Hierdoor kunnen mensen met ADD moeilijker tot een activiteit komen. Dit kan opgelost worden met medicatie, zodat het dopamine transport geblokkeerd wordt en de boel weer in evenwicht kan komen. De concentratie wordt verhoogd door dopamine verhogende activiteiten. Iemand met ADD kan zich daarom vaak goed concentreren bij iets wat hij leuk vindt of waar zijn talenten liggen. Hier kunnen ze langdurig mee bezig zijn, bijna obsessief.
Iemand met ADD heeft de behoefte om te analyseren, te ontladen en te ontspannen. Dit heeft als gevolg dat iemand met ADD pas laat in slaap kan komen. Het kost namelijk veel tijd om alle opgedane indrukken te verwerken, belevingen en gedachten moeten opgeruimd worden en alles moet opnieuw overzien worden.
Mensen met ADD hebben vaak een enorme gedachtestroom. Hierdoor kunnen ze dromerig overkomen, maar ook ongeïnteresseerd. Doordat deze gedachtestroom aanwezig is, hebben zij ook moeite om zich te concentreren op voor dat moment relevante zaken. Mensen die ADD hebben zijn snel afgeleid, zijn rusteloos en vaak impulsief in hun gedrag. Meerdere kenmerken voor ADD zijn:
Bij ADD gaat het over een verzameling van specifieke persoonlijkheidskenmerken, meestal met een erfelijke oorzaak.
Volwassenen met ADD kunnen de volgende symptomen hebben:
Wanneer er een vermoeden is dat iemand ADD heeft, kan er een onderzoek worden gestart. In Nederland wordt daarbij gebruik gemaakt van een gestructureerde vragenlijst en er kan een concentratietest plaatsvinden. Daarbij worden de DSM-IV criteria van ADHD gebruikt, alleen wordt bij ADD de hyperactiviteit buiten beschouwing gehouden. Een volwassene met ADD zal de volgende vragen met ja kunnen beantwoorden:
Als de (meeste) vragen met ja beantwoord kunnen worden, dan vindt er altijd een vervolgonderzoek plaats. Er kan dan gekeken worden of dat de klachten van tijdelijke aard zijn of dat ze gerelateerd zijn aan een andere psychiatrische stoornis. Er kunnen meerdere vragenlijsten worden afgenomen en dan worden de uitkomsten naast de criteria gelegd om te kijken of er sprake is van ADD.
Kinderen met ADD ervaren vaak op school problemen, maar ook thuis. Ze kunnen last hebben van emotionele wisselingen, ze kunnen chaotisch en vergeetachtig zijn en ze kunnen zich graag terugtrekken. Een kind met ADD kan ergens ook volledig in op gaan en veel creatief talent hebben. Ze zijn vaak betrokken, gevoelig en emotioneel, ze zijn assertief maar ook onzeker over zichzelf. Kinderen met ADD hebben vaak humor en zijn intelligent, maar houden zich op de achtergrond. Kinderen met ADD laten vaak alles liggen tot het laatste moment en staren veel en lijken daardoor afwezig. Ze zijn probleemoplossend ingesteld en zijn snel afgeleid. Andere kenmerken die voor kunnen komen bij kinderen met ADD zijn:
Kinderen met ADD zijn ook gevoelig voor een verslaving en ze hebben inzicht, beter in de praktijk dan theorie. Ze kunnen zich goed in anderen verplaatsen en kunnen logica waarderen. Ze hebben vaak weinig vrienden maar zijn sociaal wel betrokken.
Er kan medicatie gegeven worden aan mensen met ADD. Er wordt ook gekozen voor psycho-educatie. Het is ook belangrijk dat ouders en leerkrachten op de hoogte zijn wanneer een kind ADD heeft. Er kunnen dan extra handvaten worden gegeven aan een kind met ADD. Bij volwassenen geldt dat het fijn is als de omgeving het weet, zodat zij hier ook rekening mee kunnen houden en weten dat iemand bijvoorbeeld niet afwezig is, maar aan het dagdromen is of even in zichzelf gekeerd is.
Voor ADD wordt er vaak methylfenidaat (Ritalin) voorgeschreven. Maar er zijn ook andere middelen die ingezet kunnen worden. Voorbeelden zijn atomoxetine (Strattera) en bepaalde antidepressiva. De bijwerkingen van de medicatie zullen per persoon verschillend zijn. Ook reageert de een ander op een medicijn en kan het best zo zijn dat er even gekeken moet worden welk medicijn het beste bij iemand past.
Er zijn ook mensen die bij een ADD behandeling kiezen voor neurofeedback, dit is een hersengolftraining. Er zouden dan nieuwe neuronen aan worden gelegd met gegevensbanen die impact hebben op de neurotransmitters.
Er zijn ook behandelaars die aangeven dat voeding van grote invloed is op de symptomen. Glutenvrij, zuivelvrij en suikervrij eten wordt daarbij dan aanbevolen.
Om er achter te komen of je ADD hebt, kun je de symptomen bekijken. Mocht je nu veel daarvan in jezelf herkennen en er last van hebben bij het dagelijkse functioneren, dan kun je altijd naar je huisarts gaan en aangeven waar je aan denkt en waar je last van hebt. Er kan dan altijd een onderzoek gestart worden wanneer de huisarts dit vermoeden ook heeft.
Als de diagnose ADD vast wordt gesteld dan is het belangrijk dat er gekeken gaat worden wat je er aan kunt doen. Veel mensen hebben er baat bij als ze medicatie krijgen samen met individuele gesprekken in de vorm van coaching. Door medicatie te gebruiken wordt de concentratie vaak verbeterd en zijn ze ook minder vermoeid en minder traag. Door te kiezen voor coaching wordt er veel aandacht besteed aan structuur, planning en organisatie.
Iemand met ADD kan ook erg onzeker zijn en moeite hebben om gevoelens te uiten. Dit kan dan ook in gesprekken aan bod komen. Hierdoor leert iemand hiermee om te gaan en krijgt tips om in de praktijk toe te passen. Hierdoor kan iemand met ADD dagelijks goed functioneren, maar het kan soms even wat tijd kosten om er achter te komen wat er gaande is en hoe je hiermee om moet leren gaan. Maar met de juiste aanpak en ondersteuning kan het leven met ADD er voor de ADD’er en ook voor de omgeving er goed uitzien.