Jaarlijks wordt longkanker bij ongeveer 10.000 mensen in Nederland vastgesteld. Het is bij mannen op prostaatkanker na de meest voorkomende vorm van kanker en het komt ook steeds vaker voor bij vrouwen. Ongeveer vijftig procent van de personen die longkanker krijgt is tussen de 60 en 75 jaar. Het kan echter ook al op veel jongere leeftijd ontstaan, bijvoorbeeld wanneer iemand dertig is.
We kunnen een onderscheid maken tussen twee verschillende soorten longkanker. De verschillen zitten hem in het soort cellen waaruit de tumor bestaat. Het tempo waarin de tumor groeit, de manier waarop en de mate waarin uitzaaiingen kunnen optreden verschillen bij beide vormen van longkanker. Daarom is het ook belangrijk dat wordt onderzocht om welke vorm van longkanker het gaat, zodat de arts een goede keuze kan maken voor de behandeling.
In ongeveer 15% van de gevallen is er sprake van kleincellige longkanker. De cellen in de tumor lijken klein onder de microscoop en vermenigvuldigen zich ook snle. Deze vorm van longkanker is daarom ook vaak al uitgezaaid op het moment dat de eerste symptomen optreden.
Een andere vorm van longkanker is niet-kleincellige longkanker. Deze cellen zien er anders uit onder de microscoop en het zaait ook minder snel uit. Dit komt doordat deze cellen zich over het algemeen langzamer vermenigvuldigen. Het is mogelijk dat deze vorm van longkanker al jarenlang in het lichaam aanwezig is en geen klachten met zich meebrengt. De longkanker kan al zijn uitgezaaid op het moment dat er klachten ontstaan. Bij ongeveer 80% van de mensen met longkanker gaat het om niet-kleincellige longkanker.