Zoals we hierboven al hebben genoemd zijn nierstenen kristallen of steentjes die ontstaan uit afvalstoffen die niet goed oplossen in de urine. Kleine niersteentjes kun je gewoon uitplassen, maar het is mogelijk dat een steentje blijft steken in de urinewegen. Als gevolg hiervan kun je een niersteenaanval krijgen waarbij verschillende klachten kunnen optreden. Het is ook mogelijk dat een niersteentje dat blijft steken een infectie in de urinewegen of stuwing veroorzaakt.
Er zijn verschillende factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van nierstenen. Zo kunnen nierstenen bijvoorbeeld ontstaan doordat iemand te weinig drinkt of overmatig zweet. Het kan ook zo zijn dat er bepaalde zouten in het lichaam aanwezig zijn die nierstenen veroorzaken of dat iemand bepaalde medicijnen gebruikt. Verder kunnen het eten van veel eiwitten of een urineweginfectie nierstenen veroorzaken. In alle bovengenoemde situaties bevat de urine extra veel afvalstoffen en hieruit kunnen vervolgens kleine kristallen ontstaan. Als deze kristallen niet worden uitgeplast en achterblijven in de nieren, kunnen dit uiteindelijk nierstenen worden.
Het is mogelijk dat je helemaal niets merkt van de nierstenen tot het moment dat ze zich verplaatsen binnen de nieren of door de urineleider trekken. Op dat moment kun je last krijgen van ernstige pijn direct onder ribben aan de zijkant en de achterkant van het lichaam. Deze pijn komt in golven en is het ene moment intenser dan het andere moment. Vaak straalt de pijn uit naar de onderbuik en de lies en je kunt ook last krijgen van pijn bij het urineren. De urine kan een roze, rode of bruine kleur hebben, troebel zijn en stinken. Je urineert waarschijnlijk vaker dan normaal en je hebt een aanhoudende drang om te urineren. Andere symptomen nierstenen die kunnen optreden zijn misselijkheid, braken, koorts en koude rillingen.
De pijn kan in het lichaam van plaats verschuiven, aangezien de niersteen zich door de urinewegen beweegt. Ook is het mogelijk dat het hierdoor in kracht toeneemt of minder wordt. Op het moment dat een wat grotere niersteen klem komt te zitten in de urinewegen, kun je een zogenaamde niersteenaanval krijgen in de zij of in de buik. De urineleider zal zich samen knijpen om de steen steeds verder richting de blaas te werken. Steeds wanneer de urineleider zich samenknijpt zul je een golf van pijn voelen.
Als je de symptomen nierstenen die we hierboven hebben genoemd herkend, is het verstandig om een arts te raadplegen. De arts kan dan controleren of er inderdaad sprake is van nierstenen en je eventueel pijnstillers meegeven. Indien je al bij de huisarts bent geweest en weet dat je nierstenen hebt, is het belangrijk om opnieuw langs de arts te gaan als de pijnstillers onvoldoende helpemn of wanneer je koorts krijgt tijdens een niersteenaanval.
Als je last hebt van een niersteenaanval, is het belangrijk om langs de huisarts te gaan. Hij of zij kan je pijnstillers meegeven die je de komende dagen kunt gebruiken. Zodra je weer een nieuwe niersteenaanval krijgt, kun je deze pijnstillers gebruiken. Na enkele dagen tot een week zul je de niersteen over het algemeen zelf uitplassen. Daarna zal de pijn minder worden en zullen ook de andere symptomen nierstenen afnemen.
Vanaf het moment dat je last hebt van een niersteenaanval, kun je het beste door een theezeefje plassen. Op die manier kun je de niersteen opvangen, waardoor je zeker weet dat je de steen hebt uitgeplast. Ook kan het handig zijn om te weten om wat voor steentje het gaat voor de verdere behandeling. Als je nierstenen hebt of al hebt gehad, is het aan te raden om dagelijks 2,5 tot 3 liter water te drinken. Daarnaast kan het soms goed zijn om je voedingspatroon aan te passen. Dit kun je het beste doen in overleg met de behandelend arts en eventueel een diëtist.
Het is belangrijk dat je pijnstillers inneemt op het moment dat je een niersteenaanval krijgt. Dit neemt niet alleen de ernstige pijn weg, maar het zorgt er ook voor dat de spieren van de urinewegen beter kunnen ontspannen. Hierdoor worden de urinewegen iets wijder en kunnen de nierstenen gemakkelijker worden uitgeplast. Er zijn verschillende pijnstillers die de behandelend arts kan voorschrijven, zoals buscopan, diclofenac, pethidine en tamsulosine. Op het moment dat je een niersteenaanval hebt en bij een arts bent, krijg je in veel gevallen een injectie met een pijnstiller. Dit werkt namelijk sneller.
Verder is het nodig om na een niersteenaanval zetpillen in te nemen die ook pijnstillend werken. Dit is nodig omdat je medicijnen die je oraal inneemt weer kan uitbraken als gevolg van de symptomen nierstenen (misselijkheid, overgeven). Meestal zorgen de zetpillen ervoor dat de pijn na een halfuur tot een uur minder wordt. Het is het beste om deze medicijnen op vaste tijden in te nemen, zodat de pijn niet terugkomt. Een of twee dagen na de niersteenaanval kun je stoppen met de zetpillen om te kijken hoe het zonder gaat.
Het is mogelijk dat een niersteen te groot is om door de urineleider omlaag te komen. Dit is bijvoorbeeld het geval als de steen groter is dan een halve centimeter. In dat geval zal de niersteen moeten worden verwijderd met een uitwendige niersteenvergruizer. In sommige gevallen wordt ervoor gekozen om een te grote niersteen te verwijderen met een kijkoperatie.