Zoals we hierboven al noemden ontstaat een posttraumatische stress-stoornis als gevolg van het meemaken van een trauma. We spreken van een trauma als je een ernstige gebeurtenis hebt meegemaakt. Een oorlogsituatie of een concentratiekampervaring kan bijvoorbeeld de oorzaak zijn, maar ook het meemaken van een natuurramp of een vliegtuigongeluk. Het kan ook zijn dat een posttraumatische stress-stoornis ontstaat na een verkrachting of een incestervaring. Verder kan PTSS optreden bij personen die betrokken zijn geweest bij een ongeluk of het slachtoffer zijn van geweld of bedreigingen.
Een posttraumatische stress-stoornis kan direct na het meemaken van een schokkende gebeurtenis optreden, maar dit is niet altijd het geval. Zo kan het soms ook jaren duren voordat je last krijgt van PTSS. Het is niet duidelijk waarom de stress-stoornis bij de ene persoon direct na het trauma optreedt en bij de andere persoon pas jaren later.
Er zijn een aantal factoren die het risico op een posttraumatische stress-stoornis verhogen. Als je bijvoorbeeld eerder een trauma hebt meegemaakt en weer opnieuw een ernstige situatie beleeft, is de kans groter dat je te maken krijgt met PTSS. Verder kan het eveneens eerder optreden als je eerder een depressie of een psychiatrische ziekte hebt doorgemaakt. Ook lijkt er sprake te zijn van een bepaalde erfelijke aanleg, omdat posttraumatische stress-stoornis vaker voorkomt indien er in de familie psychiatrische ziektebeelden voorkomen. Er wordt gedacht dat neurotransmitters tevens een rol kunnen spelen bij het ontstaan van PTSS, omdat deze invloed hebben op je gevoeligheid voor angst en paniek.
Bij een posttraumatische stress-stoornis is er sprake van herbeleving en vermijding. De persoon in kwestie beleeft het trauma steeds opnieuw in zijn of haar gedachten en/of dromen. Dit gebeurt op een zeer indringende wijze, waardoor de situatie op dat moment echt weer opnieuw wordt beleefd. Ook kan het voorkomen dat een persoon met PTSS psychisch intens lijdt als hij of zij iets ziet of hoort wat herinnert aan de traumatische ervaring. Daarnaast kunnen er op zo'n moment ook lichamelijke reacties optreden, zoals zweten, trillende handen of verlamd zijn van schrik.
Aangezien iemand met een posttraumatische stress-stoornis last kan krijgen van psychisch lijden of lichamelijke reacties op een moment dat iets hem of haar aan het trauma herinnert, vermijdt deze persoon het liefst dingen die herinneringen kunnen oproepen. Zo probeert deze persoon gedachten, gevoelens en gesprekken te vermijden die aan het traume gerelateerd zijn, maar daarnaast kan hij of zij er ook voor kkiezen om mensen, plaatsen en activiteiten te vermijden die herinneringen zouden kunnen oproepen. Verder kan er de persoon ook belangrijke stukken van het trauma verdringen.
De meeste mensen met een posttraumatische stress-stoornis worden na de traumatische gebeurtenis prikkelbaarder. Dit kan ook zorgen voor onredelijke woede-uitbarstingen. Daarnaast komt het vaak voor dat deze personen slecht slapen als gevolg van de nachtmerries. Hierdoor krijgen ze moeite met inslapen en/of doorslapen. Ze hebben vaak ook minder interesse in de omgeving en zijn somber en depressief over hun toekomst. Ook sluiten deze personen zich meestal af voor anderen en praten ze nauwelijks over hun gevoelens.
Concentratie- en geheugenproblemen zijn ook een bekend symptoom van een posttraumatische stress-stoornis. Vaak zijn ze ook overdreven waakzaam en continu alert. Ze schrikken ook sneller en kunnen last hebben van een schaamte- of schultegevoel. Personen met een posttraumatische stress-stoornis gaan ook sneller alcohol, drugs of medcijnen gebruiken om de herinneringen te verdringen en kunnen daardoor ook een verslaving krijgen.
Wat kun je zelf doen?
Je kunt bij PTSS verschillende dingen doen om de klachten te verminderen. Het is een goed idee om op te schrijven hoe je denkt over de ernstige gebeurtenis en hoe de klachten zijn begonnen. Hierbij kun je ook je angst en je nachtmerries beschrijven. Daarnaast kun je een aantal dingen opschrijven die je kunt doen op het moment dat je angstig bent, zoals rustig ademhalen, een rondje wandelen of bellen met een vertrouwd persoon.
Daarnaast is het goed om een dagboekje bij te houden waarin je opschrijft wat er gebeurt op momenten dat je je angstig voelt. Schrijf bijvoorbeeld op welke gedachten er door je hoofd spelen, waar je bang voor bent, hoe je je voelt en hoe je op deze situatie reageert. Ook is het een goed idee om een aantal mensen die je vertrouwt te vertellen waar je last van hebt. In veel gevallen hebben zij hier begrip voor en ze kunnen je vervolgens ook steunen.
Als je ervoor kiest om zelf een aantal dingen te doen tegen de posttraumatische stress-stoornis, kan dit de verschijnselen al verminderen. Toch is het een goed idee om ook op zoek te gaan naar professionele hulp. Je kunt hiervoor contact opnemen met je huisarts en hij of zij kan je doorverwijzen naar een psycholoog of psychiater. Het is geen schande om professionele hulp in te schakelen en hiermee kun je langdurige problemen besparen. Na het meemaken van een traumatische gebeurtenis kun je ook contact opnemen met Slachtofferhulp Nederland. Je kunt aan hen vertellen wat je hebt meegemaakt en eventueel kun je hier ook vervolggesprekken krijgen en via de organisatie in contact komen met lotgenoten.
Er zijn verschillende soorten behandelingen waarvoor kan worden gekozen bij PTSS. Zo kan er bijvoorbeeld worden gekozen voor cognitieve gedragstherapie. Dit is een vorm van psychotherapie waarbij wordt gekeken naar de manier van denken en het gedrag. De psycholoog helpt je vervolgens met het veranderen van deze manier van denken en het gedrag. Vaak wordt er gekozen voor cognitieve gedragstherapie in combinatie met exposure in vivo. Dit is een psychologische behandeling waarbij wordt geoefend met de traumatische ervaring. Dit gebeurt in kleine stapjes en de situaties worden steeds iets 'heftiger'.
Daarnaast kan er worden gekozen voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR). Hierbij wordt het trauma in herinnering gebracht, terwijl beide hersenhelften afwisselind worden gestimuleerd. Er zijn verschillende manieren waarop deze vorm van therapie uitgevoerd kan worden. Zo kan de therapeut de persoon in kwestie bijvoorbeeld vingerbewegingen laten volgen met de ogen of afwisselend op de linker- en de rechterhand te tikken (bij kinderen). Het is ook mogelijk dat de therapeut door een koptelefoon afwisselend door het rechter- en het linkeroor tikjes laat horen.
Psychotherapie staat bij een posttraumatische stress-stoornis altijd op de voorgrond. Hiermee kan namelijk ook de oorzaak van de stoornis worden aangepakt. Het kan echter zijn dat dit niet voldoende helpt en in dat geval kan er (ook) worden gekozen voor een behandeling met medicijnen. Verschillende soorten antidepressive - zoals paroxetine, citalopram, sertraline, imipramine en clomipramin kunnen bij PTSS helpen.
Het kan wel zo zijn dat de angst, prikkelbaarheid en woede-aanvallen in de eerste weken wat verergeren. Daarnaast kunnen er ook enkele bijwerkingen optreden, zoals een droge mond, slapeloosheid of slaperigheid, maagdarmproblemen, transpireren en een lager libido. Na verloop van tijd verdwijnen deze bijwerkingen in de meeste gevallen.
De antidepressiva beginnen na een periode van ongeveer zes weken goed te werken. Het is mogelijk om tot die tijd kalmeringsmiddelen te gebruiken, zoals oxazepam en diazepam. Deze medicijnen kunnen hevige angst en opvliegendheid tegengaan. Het is wel zo dat deze middelen ook verslavend en versuffend werkt en daarom is het aan te raden om de kalmeringsmiddelen niet langer dan één tot twee weken te gebruiken.