Als je arbeidsongeschikt bent dan kan dat op verschillende manieren. Je kunt voor 100% arbeidsongeschikt worden verklaard. Je hoeft dan niet meer te werken, dus ook niet te solliciteren. Je kunt echter ook voor een bepaald percentage arbeidsongeschikt worden verklaard. Je kunt dan voor een bepaald aantal uren en wellicht in aangepast werk nog wel werkzaamheden verrichten bij je huidige werkgever of bij een andere. De mate van arbeidsongeschiktheid wordt door de keuringsarts bepaald. Daar gaat vaak een lang traject aan vooraf. Als je arbeidsongeschikt bent, krijg je een uitkering via het UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen), die berekend wordt aan de hand van het laatst verdiende loon, namelijk 70% daarvan. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid blijft de sollicitatieplicht bestaan.
Je bent helemaal of voor een gedeelte arbeidsongeschikt als jij je huidige werkzaamheden niet kunt uitvoeren of slechts ten dele uit kunt voeren. Je kunt voor een bepaalde baan arbeidsongeschikt zijn, maar dat wil niet zeggen dat je nooit meer hoeft te werken of kunt werken. Je kunt je omscholen als ander werk wel passend is, als jij andere werkzaamheden wel kunt uitvoeren, als je gezondheid weer een stijgende lijn laat zien. De mate van arbeidsongeschiktheid bepaalt de keuringsarts van het UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen).
De hoogte van je uitkering arbeidsongeschiktheid hangt af van je laatst verdiende loon, daarvan wordt 70% als uitkering aan je uitbetaald via het UWV. Je kunt recht hebben op een WIA uitkering of op een WW uitkering. Bij een WIA uitkering en de WW uitkering is het percentage 70%, bij een WW uitkering de eerste twee maanden 75% en daarna 70%. WIA betekent een uitkering naar arbeidsvermogen, wat kun je nog? WW betekent een werkloosheidsuitkering door faillissement van je huidige werkgever bijvoorbeeld. Beide uitkeringen vraag je bij het UWV aan.
Je bent door ziekte al wat langer thuis, de werkgever heeft je te kennen gegeven, dat je niet meer terug kunt keren in je eigen werk, passend werk is niet voorhanden dus na 104 weken ziek zijn volgt ontslag. Dat is zuur!
Een gesprek met de arbeidsdeskundige van het UWV komt nadat je een gesprek met de keuringsarts hebt gehad, ten minste als er nog sprake van is dat je een baan moet zoeken. Zij of hij bespreekt met je alle mogelijkheden om op een andere plek dan je huidige baan aan de slag te gaan. De mogelijkheden worden niet alleen maar besproken, er worden ook handvatten gegeven. Denk daarbij aan omscholing, een cursus enz. Hij of zij kijkt naar wat je nog wel kunt. Men kijkt nu nog niet naar de vraag op de arbeidsmarkt, niet naar vacatures, dat komt later. De arbeidsdeskundige bekijkt samen met je voor welke functies jij in aanmerking zou kunnen komen. Het mag je eigen werk zijn bij een andere werkgever, of totaal ander passend werk. Het mag geen baan zijn waarvoor jij niet voldoende bent opgeleid. Een baan waarvoor een korte cursus nodig is, behoort wel tot de mogelijkheden. Samen met een coach van het UWV ga je op zoek naar een nieuwe baan.
Als eerste is het belangrijk dat jij weet dat je alleen bezwaar kunt maken als dat in een brief staat vermeld. Bijvoorbeeld als je de beslissingsbrief van het UWV krijgt over je arbeidsongeschiktheid en je bent het daarmee niet eens dan kun je bezwaar indienen. Je kunt als eerste telefonisch contact opnemen en even naar de uitleg van het UWV luisteren over de beslissing. Ben je het daarna nog steeds oneens met de beslissing dan kun je schriftelijk of online bezwaar indienen, niet telefonisch. De termijn waarbinnen je bezwaar kunt aantekenen is meestal 6 weken. Heeft je bezwaar niets opgeleverd dan kun je vervolgens in beroep gaan. In beroep gaan kost geld, dat je terug kunt krijgen als je in het gelijk wordt gesteld. Ben je na het in beroep gaan nog steeds niet tevreden, dan is hoger beroep ook mogelijk.