Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom een bedrijfspand zo duurzaam mogelijk zou moeten zijn. Door het verduurzamen van gebouwen wordt er minder energie verbruikt en komen er positieve gevolgen voor het milieu. Als bedrijf wil je natuurlijk ook goed voor de dag komen en laten zien dat je het beste voor hebt met de maatschappij, de natuur en voor de generaties die nog komen moeten. In dit artikel leggen we je uit waarom je een bedrijfspand zou moeten verduurzamen en wat er allemaal bij komt kijken om dit te doen. Ook vertellen we over het hebben van een energielabel en de toekomst van deze maatregelen.
Dat je als bedrijf verduurzaamt kan in verschillende opzichten als lonend worden gezien. Je draagt natuurlijk een steentje bij aan het milieu en het is goed voor de naam van het bedrijf. De gevolgen van verduurzaming zijn natuurlijk dat het pand energiezuiniger wordt. Doordat er minder energie verbruikt wordt, zullen ook de kosten omlaag gaan die je maandelijks kwijt bent aan deze kostenpost. Het geld dat je daaraan overhoudt, kun je gebruiken voor bijvoorbeeld investeringen of om in het begin het pand nog duurzamer te maken. Een duurzaam beleid is ook aantrekkelijk voor klanten van het bedrijf. Maatregelen daarvoor werken dus meerdere kanten op.
Om te kunnen verduurzamen moet er eerst duidelijkheid zijn over de huidige staat van het pand. Gebouwen moeten voorzien zijn van een energielabel om aan te kunnen tonen of een pand duurzaam is of juist niet. Als er nog geen energielabel aanwezig is, dan kun je een onderzoek laten uitvoeren door een gecertificeerd bedrijf die ook bevoegd is tot het uitgeven van een label. Aan de hand van het rapport dat hieruit voortvloeit kun je te weten komen welke maatregelen je kunt nemen om het pand duurzamer te maken. Denk daarbij aan zaken zoals het plaatsen van zonnepanelen, gebruik maken van een warmtepomp in plaats van verwarmen op gas en zorgen voor de juiste isolatie.
Als een gebouw verkocht, verhuurd of nieuw gebouwd wordt moet er een energielabel getoond kunnen worden. Deze verplichting is door de overheid ingesteld om ervoor te zorgen dat bedrijven duurzamer zullen worden. Het energielabel bestaat uit verschillende stappen die elk een eigen categorie vertegenwoordigen. Het meest zuinige label is energielabel A dat wordt toegekend als een gebouw een zeer laag energieverbruik heeft. Dit label heeft een donkergroene kleur. Als een pand een laag energieverbruik heeft, dan krijgt het de lichtere kleur groen met energielabel B. Het derde label is nog iets lichter groen en geldt voor energielabel C. Dit label wordt toegekend als een bedrijfspand of gebouw een redelijk laag energieverbruik heeft.
Energielabels A, B en C zijn groene labels en dus een goede score voor een pand. De labels die daarna komen tonen echter aan dat een gebouw niet zuinig is. Met energielabel D wordt zo getoond dat een gebouw een gemiddeld energieverbruik heeft. Dit label wordt dan ook aangegeven met een felgele kleur. Heeft het pand een redelijk hoog energieverbruik, dan krijgt het gebouw energielabel E mee met een oranje kleur. Is het energieverbruik hoog, dan is de kleur donkeroranje voor label F. Het minst energiezuinige label is label G. Dit label heeft een donkerrode kleur en toont dat het energieverbruik van het pand zeer hoog is.
Zoals gezegd moet een gebouw voorzien zijn van een energielabel als het verkocht wordt, verhuurd wordt of als het nieuw wordt gebouwd. Als een eigenaar van een gebouw op deze momenten geen energielabel kan voorleggen, dan zitten daar consequenties aan verbonden. Voor particulieren geldt dan dat er een boete kan worden uitgeschreven van rond de € 400,-. Voor bedrijven kunnen de kosten een stuk hoger oplopen. Die kunnen boetes verwachten met een maximale hoogte van € 20.000,- als er geen energielabel bij de verkoop of verhuur beschikbaar is. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, het RVO, houdt toezicht op het naleven van deze wet- en regelgeving.
Om de verduurzaming van bedrijven nog meer te stimuleren, worden bedrijven vanuit de overheid verplicht een label te hebben met minimaal energielabel C. De overheid stelt strengere regels in om bedrijven dan ook te dwingen om duurzamer te worden. Als een bedrijfspand vanaf 2023 geen energielabel A, B of C heeft, dan moeten er de nodige aanpassingen gedaan worden om dit wel te kunnen verkrijgen. Wordt er niks gedaan aan het duurzamer maken van het gebouw, dan mag het pand niet meer gebruikt worden. Daarbij zijn er wel enkele uitzonderingen van toepassingen. Zo hoeven bepaalde gebouwen zoals monumentale panden of gebouwen die gebruikt worden voor industriële werkzaamheden in de huidige regelgeving nog geen groen label te hebben.
Als eigenaar van een bedrijfspand ben je dus vroeg of laat verplicht om een energielabel te kunnen tonen. Zeker als een pand wordt verkocht of verhuurd is dat nodig en anders wel vanaf 2023. Een bedrijf is zelf verantwoordelijk voor het verzorgen van een energielabel. Hiervoor moet een deskundig bedrijf worden ingeschakeld dat onderzoek doet naar de duurzaamheid van het gebouw. Aan de hand van het onderzoek wordt een rapport opgesteld met de punten die onderzocht zijn en wordt het energielabel opgesteld. Met de uitkomsten van het onderzoek kunnen bedrijven ook hun voordeel doen om de eventuele verbeterpunten aan te pakken. Vervolgens wordt er door het onderzoeksbureau een energielabel toegekend aan het bedrijfspand.
Aan de hand van de uitkomsten van het rapport kun je er als bedrijf voor zorgen dat het gebouw duurzamer wordt. Er kunnen hiervoor verschillende energiebesparende maatregelen worden genomen. Zo kan bijvoorbeeld de isolatie van het gebouw verbeterd worden waardoor warmte in de winter beter kan worden vastgehouden en er minder gas verstookt hoeft te worden. Het is ook mogelijk om van het gas af te gaan door het pand bijvoorbeeld te laten verwarmen met een warmtepomp. Andere maatregelen kunnen zijn het plaatsen van isolerend glas, plaatsen van zonnepanelen en het vervangen van niet duurzame verlichting en apparaten. Nadat je deze maatregelen hebt genomen kan je opnieuw een inspecteur laten langskomen. De energiebesparende maatregelen zorgen voor een beter energielabel.