Wat is een lui oog precies?
Een lui oog komt gemiddeld 0,75 tot 3,75% van de kinderen tussen 3 en 15 jaar. Een kind met een lui oog kijkt maar met één oog. Eén van de twee ogen kijkt dus niet mee en dit wordt het luie oog genoemd. In dit artikel lees je meer over wat een lui oog precies is, wat de oorzaken en de symptomen zijn en hoe een lui oog kan worden behandeld.
Wat is een lui oog?
Zoals soms wordt gedacht is het niet zo dat een lui oog niet meer werkt. Het luie ook doet het gewoon goed, maar de hersenen kiezen ervoor om te kijken met één oog. Op het moment dat het scherp zien in ontwikkeling is, kan een lui oog ontstaan. Daarom komt een lui oog ook alleen voor bij kinderen. Het is ook de enige periode waarin het luie oog te behandelen is, dus het is belangrijk dat er op tijd wordt gestart met de behandeling. Dan is de kans ook groter dat de maximale gezichtsscherpte weer wordt behaald. Vaak komt een lui oog bij meerdere mensen in één familie voor.
Oorzaken
Er zijn verschillende factoren die een lui oog tot gevolg kunnen hebben. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een lui oog ontstaat als gevolg van scheelzien. Het afwijkende oog wordt dan door de hersenen uitgeschakeld, zodat dubbelzien kan worden voorkomen. Een andere mogelijkheid is dat een organische afwijking in de bouw van een oog de veroorzaker is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een aangeboren troebeling van de ooglens of het hoornvlies of een hangend bovenooglid. Deze afwijking zorgt ervoor dat er met het oog geen scherp beeld kan worden gevormd, waardoor de hersenen het oog uitschakelen.
Als laatste kan het ook zo zijn dat het luie oog een gevolg is van een brilafwijking. Dit oog zal dan ook een onscherp beeld vormen en uiteindelijk door de hersenen uitgeschakeld worden. Het is ook mogelijk dat een lui oog ontstaat als gevolg van een combinatie van bovenstaande factoren.
Het uitschakelen van het oog gaat bij alle mogelijke oorzaken trouwens niet in één keer, maar hier gaat een soort proces aan vooraf. De hersenen merken dat de ogen door scheefzien ook dubbelzien of dat het beeld onscherper is. Als gevolg daarvan zullen de hersenen het beeld van het scheefstaande oog of het oog dat minder scherp ziet als minder belangrijk zien en hier minder aandacht aan besteden. Pas na enige tijd zullen de hersenen dit beeld ook uitschakelen.
Symptomen
Het belangrijkste symptoom van een lui oog is dat het kind met het luie oog slecht ziet. Ook als het kind een bril op heeft, zal het zicht met het luie oog niet beter worden. Daarnaast zal het kind ook minder diepte zien, omdat de hersenen hiervoor de beelden nodig hebben van twee ogen. Je kunt erachter komen dat je kind minder diepte ziet, als hij of zij het moeilijker vindt om iets vast te grijpen of gemakkelijker struikelt. Verder is het ook mogelijk dat het kind scheel kijkt of loenst. Helaas zijn de symptomen niet altijd even gemakkelijk te herkennen en in sommige gevallen treden er geen duidelijke symptomen op (symtpomen die de ouders kunnen herkennen).
Diagnose
Het is niet zo moeilijk om zelf te testen of je kind een lui oog heeft, zeker niet als het kind al wat ouder is. Je kunt dit testen met behulp van een kleiner oefening. Hiervoor houd je je vinger op neushoogte op ongeveer 25 centimeter van zijn of haar gezicht. Nu vraag je het kind om zich te concentreren op je vinger en vraag hoe vaak hij of zij de vinger ziet. Als het goed is zou dit één keer moeten zijn. Daarna vraag je het kind zich te focussen op de achtergrond en vraag je hoe vaak hij of zij je vinger nu ziet. Dit zou twee keer moeten zijn.
Nu vraag je het kind zich weer op je vinger te concentreren en vraag je hoe vaak hij of zij de achtergrond ziet. Die zou hiet kind nu twee keer moeten zien. Als het kind een van deze dingen op een andere manier ziet, zou hij of zij inderdaad een lui oog kunnen hebben. Herhaal de test wel een aantal keer, zodat het resultaat betrouwbaarder is.
Als je het gevoel hebt dat je kind een lui oog heeft en als dit ook uit het bovenstaande testje is gebleken, kun je het beste even langs een orthoptist gaan. Deze specialist zal vervolgens ook testen of het om een lui oog gaat. Dit doet hij of zij bij jongere door één oog af te dekken en volgbewegingen te maken met een voorwerp of een lichtje. Het kind dient deze volgbewegingen te volgen met het oog dat niet is afgedekt. Vervolgens wordt gekeken of het kind met één van de twee ogen het voorwerp of het lichtje minder goed volgt.
Indien een kind al in de kleutertijd zit of ouder is, kan de gezichtsscherpte worden bepaald met een zogenaamde plaatsjeskaart of een kaart met symbolen of letters bij oudere kinderen. Er wordt dan aan het kind gevraagd om de plaatsen te beschrijven of te vertellen welke symbolen en letters hij of zij ziet. Er wordt dan onderzocht of het kind minder goed ziet met één van de twee ogen.
Als het erop lijkt dat het kind een lui oog heeft, dient er eerst nog verder onderzoek te worden gedaan. Er worden oogdruppels in de ogen van het kind gedruppeld en vervolgens wordt de brekingsafwijking van de ogen bepaald. Ook wordt er gezocht naar organische afwijkingen waar het kind mogelijk last van heeft. De oogdruppels kunnen ervoor zorgen dat het kind tijdelijk overgevoelig wordt voor licht en minder scherp gaat zien. Vaak houden deze klachten slechts enkele uren aan.
Behandeling
Zodra is vastgesteld dat het kind inderdaad een lui oog heeft, wordt er direct gestart met de behandeling. Het eenvoudigste is om het goede oog af te plakken en dit is meestal ook de beste keuze. Op die manier wlordt het luie oog eigenlijk gedwongen om weer te kijken, waardoor de hersenen van het kind weer leren om dit oog te gebruiuken. Sommige kinderen moeten deze pleister de gehele dag dragen, maar voor anderen is een paar uur per dag voldoende. Dit hangt af van de mate waarin het kind slecht ziet met het luie oog, hoe lang het kind hier al last van heeft en zijn of haar leeftijd.
Als de orthoptist of oogarts vaststelt dat uw kind een lui oog heeft, dan start de behandeling direct.
Een andere manier om een lui oog te behandelen is met pupilverwijdende oogdruppels. Deze oogdruppels dienen in het goede oog gedruppeld te worden, waardoor dit oog slechter gaat zien. Het kind ziet wazig met dit oog en de hersenen leren zo om ook weer het luie oog te gebruiken. Helaas is het wel zo dat de oogdruppels kunnen irriteren, omdat de kinderen door de pupilverwijdende werking last kunnen krijgen van (fel) licht. Toch is het nodig om soms voor deze behandeling te kiezen, bijvoorbeeld wanneer het kind steeds zijn of haar pleister van het oog afhaalt.