De maag bevindt zich in je buikholte, aan de linkerkant onder het middenrif. Het is een langgerekt hol orgaan waarvan de maagwand circa 0,5 cm dik is. Aan de binnenkant van de wand bevindt zich slijmvlies. Naast dat het slijmvlies voor maagsap zorgt, geeft het ook de maagcellen bescherming tegen maagzuur. Doormiddel van een knedende beweging wordt het voedsel fijn gemaakt. Ook worden de eiwitten en vetten uit het voedsel verteerd en doodt het bacteriën die je lichaam in zijn gekomen. Maagzuur heeft een pH waarde van tussen de 1.2 en 3.0. Dit zorgt er voor dat een groot deel van de bacteriën niet verder dan je maag, je lichaam in kunnen komen. Wanneer het eten aankomt in de twaalfvingerige darm en de dunne darm worden de laatste eiwitten en vetten verteerd. Tussen de maag en darmen zit een sluitspier. Wanneer het voedsel de maag heeft gepasseerd en onderweg is naar de darmen, komt het aan bij de sluitspier. Deze bevindt zich tussen de twee organen. De sluitspier zorgt er voor dat het voedsel in kleine hoeveelheden wordt doorgegeven aan de darmen. Het voedsel blijft circa drie uur in de maag zitten. Als je erg vet en ongezond hebt gegeten blijft het voedsel langer in de maag.
De maag is gewend aan bepaalde voeding en ritme. Het is mogelijk dat wanneer je al een klein beetje hiervan afwijkt, je maag van streek raakt en je maagklachten krijgt. Dit is per persoon verschillend. Wanneer je last hebt van je maag zijn de meest voorkomende symptomen brandend maagzuur, opboeren en pijn in de bovenbuik. Deze symptomen zijn vaak erg onschuldig en worden veroorzaakt door een verandering in levensstijl of eetgewoonte. Echter, zijn er ook ernstigere kwalen zoals een maagzweer, een ontsteking of voedselvergiftiging. Een mogelijke oorzaak is dat het slijmvlies op bepaalde plekken dunner wordt waardoor het de maagcellen minder bescherming tegen maagzuur kan bieden. Dit kan tot gevolg hebben een geïrriteerde of zelfs ontstoken maagwand. Doordat er veel verschillende oorzaken zijn van maagklachten is de echte oorzaak vaak niet te achterhalen. Wel zijn er externe factoren bekend die invloed hebben op de klachten, dit zijn:
- Ongezond eten (vet)
- Ongezond levensstijl (roken en alcohol drinken)
- Zwangerschap
- Vergiftiging
- Bacteriële infectie
- Te veel of te snel eten
- Veel koffie of thee drinken
- Jetlag
- Verandering van eetritme
Als je vaak last hebt van je maag is het belangrijk om op je levensstijl en eetgewoonten te letten. Zo is het aan te raden om grote porties te vermijden, net als eten waar veel vet in zit en dat over de houdbaarheidsdatum is. Ook is het belangrijk om je eten goed te kauwen, niet te snel te eten en om een constant eetritme aan te houden. Producten als kauwgom, chocolade, peulvruchten, paprika, aardappelen, knoflook en scherpe kruiden kan je ook beter vermijden. Wat betreft drinken is koolzuur een grote boosdoener. Maar ook roken en spanningen kunnen zorgen voor maagklachten. Probeer dit dan ook zo min mogelijk te doen en te voorkomen.
Bijna iedereen heeft wel eens last van maagklachten. Hierdoor zijn er veel verschillende geneesmiddelen beschikbaar. Deze zorgen er voor dat de maagklachten worden voorkomen of worden verminderd. De bekende Rennie tabletten zorgen er voor dat het brandend gevoel wordt verlicht. Dit wordt gedaan door het teveel aan maagzuur om te zetten in water of andere stoffen. Op die manier wordt je maag gekalmeerd. Gaviscon is een geneesmiddel dat op een andere manier werkt. Gaviscon zorgt er voor dat er een schuimlaagje op je maaginhoud gecreëerd wordt. Hierdoor kan het maagzuur niet terug de slokdarm instromen en heb je geen last meer van brandend maagzuur.
Het menselijke lichaam heeft meerdere darmen. Als het voedsel is gefilterd in de maag komt het in de 6 meter lange dunne darm terecht. Hier wordt de rest van het voedsel verteerd en de voedingsstoffen opgenomen. De dunne darm voegt sappen toe aan het voedsel waardoor het verteerd kan worden. Nadat het voedsel vier tot acht uur in de darm heeft gezeten komt het onverteerde overgebleven voedsel in de dikke darm. De dikke darm onttrekt het vocht uit de ontlasting. De ontlasting zal vervolgens circa 24 uur worden opgeslagen in de endeldarm voor je het uitpoept.
Circa 20% van de Nederlanders heeft last van chronische darmklachten. De meest voorkomende klacht is buikpijn dat gepaard gaat met diarree. Net als bij maagklachten is het goed mogelijk dat je darmen van streek zijn wanneer je leef- en/of eetgewoonten veranderen. Als je iets eet wat je lichaam niet kent is het mogelijk dat dit niet geaccepteerd wordt. Maar het kan natuurlijk ook zijn dat je intolerant bent voor bepaalde producten. Het is vaak lastig te achterhalen voor welk product je intolerant bent. Via bepaalde testen kan dit wel worden achterhaald. Je eetgewoonten en patroon zullen hier op aangepast moeten worden.
Darmklachten kunnen onder verdeeld worden in tijdelijke en langdurige klachten. De oorzaken van de tijdelijke darmklachten zijn onder andere voedselvergiftiging en buikgriep. De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn chronische darmziekten waarbij de darm regelmatig ontstoken is. Deze ziektes kunnen niet worden genezen.
Wanneer je last hebt van darmklachten is het belangrijk je eetpatroon hier op aan te passen. Het beste is om gekruid en vet eten te vermijden. Maar ook alcohol en producten als uien, bonen, kool en voedsel dat veel zetmeel bevat zullen darmklachten verergeren. Het binnenkrijgen van genoeg vitaminen is essentieel.
Als er sprake is van tijdelijke darmklachten door bijvoorbeeld een infectie is antibiotica of uitzieken vaak de beste oplossing. Na een aantal dagen antibiotica slikken zullen de darmproblemen verdwenen zijn. Echter is de kans groot dat je bij een infectie ook last hebt van diarree. Om uitdroging te voorkomen is het essentieel om diarreeremmers te slikken. Ook voor de werking van antibiotica is het gebruik van diarreeremmers nodig.
Voor langdurige darmklachten door een ziekte zijn ook medicijnen beschikbaar. Helaas kunnen deze de patiënt niet genezen maar wel verlichten. Veel gebruikte geneesmiddelen zijn onder andere vochtbinders, diarreeremmers, laxeermiddelen en spasmolytica. Deze zorgen er allemaal voor dat de darmen kalmeren en zoveel mogelijk naar behoren gaan werken. Het ene medicijn zorgt er voor dat de ontlasting dikker wordt en de andere dat het juist dunner wordt.
