Op de basisschool en op de middelbare school moet er vaak stof eigen worden gemaakt. Dit kan in de vorm zijn van woordjes leren. Sommige woordjes kun je snel leren, je hoort ze vaak en daardoor onthoud je ze ook beter. Maar er zijn ook woordjes die je misschien wat moeilijker vindt. Dat kan omdat de woordjes vreemd gespeld worden of omdat ze te lang zijn. Het ligt er ook een beetje aan op welke leeftijd je woordjes moet leren en hoe het je af gaat. Sommige mensen leren snel en dan kan het leren van woordjes een fluitje van een cent zijn, maar zo is dat niet bij iedereen!
Woordjes leren kan op verschillende manieren, het kan zowel schriftelijk als mondeling. Tegenwoordig kun je ook op de computer woordjes leren. Je kunt woordjes leren uit een andere taal, Engels bijvoorbeeld. Je moet dan de Engelse woordjes leren en deze kunnen koppelen aan de Nederlandse betekenis en andersom. Als je goed bent in talen kan dat voor jou gemakkelijk zijn. Je kunt ook Nederlandse woordjes moeten leren met een vreemde spelwijze. Het doel is vaak om je woordenschat uit te breiden, maar ook dat kan enige oefening en tijd van je vragen.
Het leren van woordjes kost tijd. Soms zijn er woorden die meteen blijven hangen omdat ze herkenbaar zijn, of veel op een ander woord lijken dat je al kent. Maar het kan soms ook wat lastiger zijn en dat je juist iedere keer dat ene woord vergeet of een fout maakt in de spelling. Gelukkig kun je daar wel wat aan doen:
Pauze nemen tijdens het woordjes leren is ook belangrijk. Je wilt het graag zo snel mogelijk kennen, maar als je jezelf iets eigen wilt maken dan kost dat tijd en herhaling. Woordjes leren wordt door veel mensen wel gezien als stampwerk, maar je geheugen kan niet de hele dag actief zijn. Daarom is het beter om een aantal keren per dag tien minuten woordjes te leren in plaats van een keer heel lang. Je hersenen stoppen na een tijdje en nemen dan geen nieuwe informatie op. Dan kun je beter stoppen in plaats van tijd investeren. Dit voorkomt frustratie.
Als je snel woordjes wilt leren en je werkt graag op de computer, dan kun je de woordjes ook op de computer leren. Een programma dat hier vaak voor wordt gebruikt is WRTS. Je kunt hiermee alle woordjes leren, in alle talen. Je kunt hierbij zelf je woordenlijst aanmaken en je hoeft niets te installeren. Het enige wat je nodig hebt is je woordenlijst en verbinding met internet en dan kun je jezelf overhoren waar en wanneer je maar wilt. Je kunt ook iemand anders de woordjes in laten voeren, zodat je zeker weet dat de spelling goed is, maar je kunt het ook zelf doen (meteen een goede oefening) en vervolgens alles controleren met bijvoorbeeld iemand anders. Zorg ervoor dat er zeker geen fouten staan in je eigen woordenlijst, anders zou je bepaalde woorden verkeerd aanleren en dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Als je woordjes gaat leren, kun je dit mondeling doen. Als je hardop gaat leren, kun je meteen je geheugen trainen. Het is meestal zo dat de woordjes op school schriftelijk overhoord worden, vaak omdat het voor een docent het gemakkelijkste is. Je moet de woordjes dus kunnen spellen. Maar je moet de woorden wel eerst kennen. Daarom kun je de woordjes het beste eerst mondeling oefenen. Als je woorden uit een andere taal moet leren dan kun je de woorden uit de vreemde taal eerst afdekken en eerst de Nederlandse woorden doornemen (zorg dat je de betekenis ervan kent, anders even opzoeken). Vervolgens kijk je naar het woord in de andere taal en je spreekt dit woord hardop uit. Je kunt meteen kijken of je het goed had. Lezen, horen (spreken) en dan nog een keer lezen zal er voor zorgen dat je de woordjes sneller kunt onthouden.
Tip: Leer de woordjes niet op volgorde, anders kun je tijdens het overhoren vast lopen. Zorg dat je de woordjes ook door elkaar kent!
Als je woordjes moet leren, is het belangrijk dat je ze uit kunt spreken, maar je moet ze ook kunnen schrijven. Schrijf daarom de woordjes die je moet leren altijd een keer over, zodat je weet hoe ze gespeld worden. De meeste overhoringen zijn schriftelijk en dan moet de spelling uiteraard ook goed zijn! Je kunt dit zelf heel goed oefenen:
Je laten overhoren is een goede oefening bij het leren van woordjes. Dit kan zowel mondeling als schriftelijk. Hierdoor leer je de uitspraak en de spelling meteen in één keer. Laat diegene die je overhoort aantekeningen maken als je te lang na moet denken bij een woord of de spelling niet weet. Dit kun je later als houvast gebruiken als je nogmaals gaat oefenen. Als je je laat overhoren kun je dat in fasen doen, eerst een korte rij en dan iets uitbreiden tot je alle woordjes kent.
Bij het overhoren geldt ook dat je niet te lang bezig moet zijn. Je kunt beter drie keer kort overhoren dan een keer lang. Je neemt het namelijk niet altijd op als je lang gaat leren.
Je kunt jezelf overhoren als je woordjes gaat leren. Dit kan op papier, maar ook op de computer. Je kunt als je jezelf schriftelijk gaat overhoren een rij met woordjes afdekken en de andere rij invullen. Let daarbij wel goed op dat je de woorden ook door elkaar op papier zet en niet in rijen gaat leren. Bij een overhoring dien je de woorden ook door elkaar te kennen, want dan wordt niet de standaard lijst zoals die in je boek staat gevolgd. Hoe pak je dat aan?
Sommige mensen vinden het leren van woordjes erg saai. Maar het zal toch moeten gebeuren dus zet er wat leuks tegenover als je weer een rij woordjes kent, zo pak je het leren aan: